De 94ste Oscaruitreiking in Los Angeles werd nogal overschaduwd door het incident met als protagonisten acteur Will Smith en komiek Chris Rock. Maar mogen we het ook even over de films hebben!?
Tik
Veeleer een corrigerende tik deelde acteur Will Smith uit aan presentator Chris Rock toen die zich bij wijze van grap vrolijk maakte over de kale kop van mevrouw Will Smith. Dat die het gevolg is van een ziekte moet de komiek nochtans geweten hebben. Dat Smith ongestoord het podium kon oplopen om Rock een tik te geven, een mep was het niet echt, laat staan een uppercut, geeft ook al te denken. Een schandvlek op een vlekkeloos te verlopen ceremonie? Een storm in een glas water? Of opgezet spel? Wel dreigt iedereen het incident en de ontstane commotie te onthouden en niet de gelauwerde films.
Smith werd na het incident met aandrang gevraagd de zaal te verlaten maar deed dat niet. En nam even later zijn dikverdiende Oscar voor beste acteur in ontvangst voor zijn glansprestatie in King Richard als strenge maar koppige vaderfiguur Richard Williams die zijn opgroeiende, tennissende dochters Venus en Serena naar de wereldtop stuwt. In tranen vertelde hij onder meer dat hij ‘de gekke vader is geworden omdat hij zoveel druk voelt om mensen te beschermen.’ Geen van beiden kreeg achteraf een sorry over de lippen.
Dove acteurs
Vrij onverwacht ging de Oscar voor beste film naar de feelgoodprent CODA van Sian Heder. CODA – wat staat voor Child Of Deaf Adults – portretteert de tiener Ruby die als enige kan horen in een gezin van doven. Het meisje wil dolgraag aan een conservatorium een zangopleiding gaan volgen maar dat kan niet zomaar. Haar ouders rekenen op haar om met de buitenwereld te kunnen blijven communiceren. Naar verluidt wordt er sterk geacteerd. Opmerkelijk is wel dat de dove personages ook door dove acteurs worden gespeeld. Dat was niet het geval in de Franse kassakraker La Famille Belier waarop het verhaal van CODA – goed voor drie Oscars nota bene – is gebaseerd.
CODA werd kort na zijn wereldpremière aangekocht door de bekende streamingdienst Apple TV+. Dat is al langer geen taboe meer in Hollywood. Een filmfestival zoals dat van Cannes vindt dat een film in zijn geheel moet worden bekeken zonder afleiding. In een bioscoop dus. Presentator Wanda Sykes maakte er tijdens de uitreiking nog een gesmaakt grapje over. Ze keek al drie keer naar Power of the dog en zat nu ongeveer in de helft. De knappe Netflix-western kon maar een van de 12 nominaties verzilveren, namelijk die voor beste regie voor Jane Campion.
Niet-Engelstalige film
Een mooie kleinere rol voor een dove actrice (in Oom Wanja van Tsjechov) was er ook in het prachtige Drive my car waarvoor de Japanse filmmaker Hamaguchi zich liet inspireren door een kortverhaal van Haruki Murakami. Deze ingenieuze zedenschets van drie uur lang was goed voor de Oscar als beste niet-Engelstalige film.
Het sciencefictionepos Dune van Denis Villeneuve kreeg 6 (vooral technische) Oscars, de quasi onherkenbare geschminkte Jessica Chastain was goed voor de Oscar als beste actrice voor haar rol in The Eyes of Tammy Faye en Kenneth Branagh mocht het podium op voor zijn Oscar als schrijver van het beste originele scenario voor het semi-autobiografische Belfast.
Nog een weetje is dat het piepjonge popfenomeen Billie Eilish en haar broer een Oscar in ontvangst mochten nemen voor de titelsong van de Bondfilm No Time To Die.
En dat de Oscar voor de beste vrouwelijke bijrol ging naar Ariana DeBose voor haar prestatie in de verdienstelijke remake van West Side Story in een regie van Steven Spielberg. De hoofdactrice van deze zalige musical was niet eens uitgenodigd op het filmfeest. Vreemd!
De Russen
De Oscar voor beste documentaire ging niet naar Navalny (niet eens genomineerd trouwens), een van de blikvangers van Docville, het festival voor documentaire films in Leuven. De Canadese filmer Daniël Roher volgt de vooral in het Westen bekende Russische politieke tegenstander van het Kremlin, Aleksei Navalny, vanaf zijn speeches voor de verkiezingen tot de poging tot vergiftiging en zijn terugkeer naar Rusland.
We leren Navalny kennen als huisvader, gedreven spreker en corruptiebestrijder die op geen enkel moment bang blijkt voor de dood. Al voelt hij zich al dan niet terecht toch enigszins beschermd door de sociale media, Tik Tok op kop. Apotheose van de film is wanneer hij een van zijn ontmaskerde gifmengers telefoneert, zich voordoet als een Kremlin-functionaris en hem op de man af vraagt wat bij de operatie is misgelopen. De chemicus doet haarfijn het hele verhaal met de grijsblauwe onderbroek van Navalny in de hoofdrol. Van de brave man is sindsdien niets meer vernomen.
Huisarrest
Om diep in de Russische ziel te kunnen kijken is er nu als film van de week de geweldige hallucinante trip Petrov’s Flu (****) van de Russische dissidente filmer Kirill Serebrennikov. In 2017 kreeg hij huisarrest en nadien mocht hij het land niet meer verlaten.
Petrov’s Flu – naar de roman van Aleksei Salnikov die thuishoort in het rijtje samen met Dostojevski, Tolstoi, Tsjechov, Nabokov en andere – is een energieke koortsdroom. Petrov heeft een zware griep.
De hoge koorts doet zijn verbeelding op hol slaan waardoor zijn relatie met de relatie voortdurend wijzigt en hij een andere kijk op tijd en ruimte krijgt. De man wordt als het ware belaagd door herinneringen aan zijn jeugd in de Sovjet-Unie en is gefrustreerd om te moeten leven in een schizofrene wereld. Petrov zit klem tussen verleden en heden, tussen leven en dood. De film verkent gretig de vage, wat ijle tussenruimte. Petrov ten prooi aan een delirium haalt alles door elkaar. Serebrennikov bedacht voor deze vrij actuele adaptatie een overweldigende, beklemmende, zeer bijzondere acteer- en vertelstijl.