De Poetin van China
Xi Jinping
foto © Reporters
Onder Xi gaat China de verkeerde kant op. Hij laat de Chinese grondwet aanpassen zodat hij kan aanblijven als staatshoofd
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementMen fluisterde al jaren dat Xi Jinping de ‘Poetin van China’ wilde worden. Ik geloofde het niet. Ik verwachtte dat Xi, net als zijn voorlaatste voorgangers Jiang Zemin en Deng Xiaoping, formeel af zou treden, om daarna via zijn netwerk nog jaren invloed uit te oefenen. Dat is een verdekte, wellicht slimmere, vorm van machtsbehoud. Maar nee, Xi kiest er dus toch voor om openlijk te breken met de door Deng Xiaoping gezette partijtraditie van twee termijnen. Het is het zoveelste signaal dat het onder Xi met China de verkeerde kant opgaat.
Xi Jinping en groeiende controle
Toen ik in 2010 voor het eerst langere tijd in China verbleef, was er beduidend meer hoop dan nu dat China geleidelijk zou liberaliseren. De stijgende welvaart schiep een groeiende middenklasse, die steeds meer noten op zijn zang krijgt. De verwachting was dat de Communistische Partij van China (CCP) uit pragmatisme in zou schikken. Burgers zouden zich steeds beter kunnen informeren en meer rechten verwerven. Het maatschappelijk middenveld, de media en de universiteiten zouden vrijer worden en zich steeds verder openen voor de buitenwereld. Maar sinds Xi in 2012 aan de macht kwam, schuiven de hakken van de Partij dieper het zand in. De politieke controle op universiteiten, media en ngo’s is juist erger geworden, terwijl de censuur- en propagandamachine op volle toeren draait.
Chinese invloedssfeer
Ook zijn megalomane politieke projecten weer helemaal in. Deng, die dertig jaar lang Mao’s maakbaarheidsgekte moest ondergaan, had zulke projecten ooit afgezworen: nooit meer een Leider met een Groot Plan alstublieft! Maar Xi heeft een visie voor een nieuwe ‘zijderoute’ van China naar Europa. De opzet is vaag, maar het hoofddoel is om landen in Centraal en Zuid-Azië de Chinese invloedssfeer in te trekken met infrastructuurprojecten en investeringen. De ‘vrije markt’ wordt ondermijnd, omdat bedrijven onder druk worden gezet om in het (in wezen politieke) project te investeren. Vervolgens marcheert China een islamistische probleemregio in. Als je voor 62 miljard dollar aan infrastructuur in Pakistan aanlegt, zoals China van plan is, word je de problemen van dat land ingetrokken. En in China zelf weet de partijstaat zich al geen raad met niet-Han islamieten. In de noordwestelijke provincie Xinjiang, waar de Oeigoerse moslims wonen, voert ze een schrikbewind. The New York Times spreekt van een ‘dystopische totalitaire surveillancestaat’. En nu wil diezelfde partijstaat dus verder westwaarts de islamitische wereld in.
Mijn prognose is daarom: groeiende spanningen, tussen de Partij en de stedelijke middenklasse, en tussen China en andere volkeren in haar uitdijende invloedssfeer.
Geen gouden toekomst
Toch denken de meeste Chinezen en vele westerlingen ten onrechte dat China onder het huidige regime een gouden toekomst tegemoet gaat. Men lijkt te worden verblind door het beeld van een daadkrachtige leider en partij-elite. En men onderschat het belang van maatschappelijk pluralisme. Dat wil zeggen: van onafhankelijke wetenschap, journalistiek, beroepsorganisaties en vakbonden, de vrije markt, concurrerende partijen en vrije publieke discussies. Al dat wordt in China onmogelijk gemaakt of is zelfs formeel verboden. In China concentreren macht en prestige zich veel sterker dan in het Westen in één organisatie, de CCP, en haar elite, die overal een vinger in de pap heeft. Dat is een erfenis van zowel het communisme als de keizerlijke traditie met zijn confuciaanse mandarijnen-elite. Ik geloof echter dat de snelle ontwikkeling van China gedurende de laatste veertig jaar mogelijk werd gemaakt door het liberaliseringsproces. Dat wil zeggen: door de relatieve toename aan maatschappelijk pluralisme sinds de dood van Mao. Maar Xi’s clan is juist weer meer van de oude, beheersende lijn, wat een rem zet op China’s verdere ontwikkeling.
Een Chinese Trump
Natuurlijk bepleit de CCP precies het tegendeel. China zou het juist goed doen omdat de partijstaat zo lekker harmoniseert. De ‘vader-moeder beambten’ (fumuguan) zorgen voor hun kind-onderdanen door ze tegen ‘onharmonische’ ideeën en impulsen te beschermen. De CCP wendt haar ‘zorg’ alleen ten goede aan, omdat de leiders zo wijs zijn en hun macht enkel aan hun bestuurlijke en morele merites danken. Filosoof Daniel A. Bell, die in China doceert, spreekt in ‘The China Model’ van de ‘Chinese meritocratie’. Terwijl westerse kiezers, afgeleid door wilde onzin, vaak op slechte politici stemmen, zou de Partij, middels besloten procedures, de beste leiders selecteren. Een harmonische meritocratie dus.
Om hun punt te maken, vergelijken Bell en anderen de ‘serene’, ‘sterke’ Xi graag met de klunzige Trump. Dat is misleidend. Ja, Trump is incompetent, maar wat weten we eigenlijk over Xi? Xi is nog meer dan Trump een zoontje-van en floreert in een afgeschermde partijwereld. Hij krijgt nergens kritiek te verduren. Overal wachten slijmerige beambten hem op met notitieboekjes om zijn wijze woorden in neer te pennen. Zijn onaantastbaarheid is een façade. Toen hij in 2014 Nederland aandeed en Tibetanen op de Dam tegen hem protesteerden, moest er een scherm tussen hem en de demonstranten opgezet worden zodat de tere Xi van iedere aanblik van tegenstand verschoond bleef.
‘Totale Mensen’
Maar zelfs als we zouden aannemen dat de CCP de beste bestuurders aanstelt, dan ondergraaft de partijstaat alsnog de meritocratie in de rest van de maatschappij. Omdat wetenschappers met partijconnecties voorgetrokken worden, wordt niet puur op wetenschappelijke merites geselecteerd. Omdat ondernemers met partijconnecties voordelen hebben, raakt de concurrentie vervuild en worden innovatie, productkwaliteit en efficiëntie minder sterk beloond. Enzovoorts. Een echte meritocratische maatschappij is pluralistisch. Meritocratisch is om gedifferentieerd te belonen in verschillende sociale systemen. Op die manier krijgen de ware meesters de ruimte om in hun specifieke kunde of kunst te excelleren. De politieke inmenging overschrijft die afzonderlijke beoordelingssystemen met een enkele politieke hiërarchie.
Het uiteindelijke probleem is dat de Chinezen te veel in Totale Mensen geloven – in een hoogste leider en een partij-elite die overal goed in zouden zijn en daarom de competentie hebben om overal in te grijpen. Die totalitaire insteek is schadelijk voor China, maar het Westen gaat er ook last van krijgen. We delen onze wereld met een hyperautoritaire grootmacht, die politiek vijandig is jegens de liberale wereldorde waarvan ze economisch profiteert, en geleid wordt door een man met grenzeloze ambities.
Deze tekst verscheen eerder bij nrc.nl.
Categorieën |
---|
Eric C. Hendriks (1985) is een Nederlandse socioloog verbonden aan de universiteit van Bonn en daarvoor in Peking, China. Hij werkt aan een boek over de politieke verschillen tussen de westerse democratieën en China.
Hoe past men in China censuur toe? In dit tweede deel gaat Eric C. Hendriks dieper in op het bevoogdende karakter van de Chinese staat
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.