Er is geen morele reden om tegen Trumps Muur te zijn
De grens tussen de VS en Mexico ter hoogte van Tijuana.
foto © Reporters
Eric C. Hendriks heeft op zich niks met Trump. Maar de discussie over Trumps muur wordt volgens hem hypocriet gevoerd.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementBent u een hek- of een muurtype? Als u dat een rare vraag vindt en denkt dat een hoog hek en een muur ongeveer hetzelfde bereiken, dan moet u eens zien wat voor grote betekenis politiek Amerika momenteel aan dit verschil toekent.
Geen geld voor Trumps muur
De strijd tussen de hek- en de muurmensen heeft zelfs tot een shut down, een sluiting, van alle overheidsinstanties geleid, met uitzondering van een paar cruciale diensten zoals de politie. De Amerikaanse overheid kan pas weer open als er een nieuwe begroting is aangenomen, maar dit loopt vast op Trumps muur. President Donald Trump wil geen enkele begroting ondertekenen waarin er geen budget is voor zijn muur op de grens met Mexico, terwijl de Democraten in de Senaat zijn muurproject juist koste wat kost willen dwarsbomen door er geen geld voor uit te trekken. De Democraten willen hoogstens meer geld investeren in het verbeteren van de huidige constellatie, waarin de zwaarbewaakte Amerikaans-Mexicaanse grens deels is afgezet met hoge hekken en deels wordt bewaakt met technische middelen en patrouilles.
Nu zal de overheidssluiting hopelijk weer snel opgeheven worden, maar de muurdiscussie zelf zal voortwoekeren. Er hangt namelijk een filosofische strijd aan vast tussen ‘nationalisme’ en ‘kosmopolitisme’. Trump doet alsof hij het land redt van zuidelijke hordes, terwijl de Democraten in woord een grenzeloze wereld bejubelen. Hillary Clinton zei in 2016 tijdens de campagne dat echte Amerikanen ‘geen muren bouwen, maar bruggen slaan’. Obama stelde in 2017 in een toespraak in Berlijn dat ‘we ons niet achter een muur kunnen verschuilen’.
Leuk al die beeldspraak, maar Barack Obama deporteerde 2,7 miljoen illegalen tijdens zijn twee ambtstermijnen – meer dan iedere andere Amerikaanse president. Contra-intuïtief feit: er worden onder Trump jaarlijks juist minder mensen gedeporteerd. En in 2006 stemden de meeste Democraten, onder wie senators Obama en Hillary Clinton, nog voor de Secure Fence Act, die de grenscontrole fors aanscherpte.
En ondervraag je linkse Amerikaanse kennissen maar eens. Ze zeggen heel erg ‘voor immigratie’ en ‘voor open grenzen’ te zijn, maar als je doorvraagt, geven ze schoorvoetend toe dat ze natuurlijk nog steeds wel tegen illegale immigratie zijn. Aha, ze zijn dus tegen een muur, maar voor een hek. Dat zeggen ze liever niet hardop. Vaak beginnen ze dan over hoe ze eigenlijk voor een ‘slimmere’ aanpak zijn. Niet voor harde obstakels op de grens, maar voor een betere screening op luchthavens en consulaten. Maar daar worden grenzen niet zachter of aardiger van. Want hoe worden binnen en buiten afgebakend op luchthavens en consulaten? Inderdaad, met hekken of muren. Ja, prevelen ze dan, maar die grensmuur van Trump zou een ander gevoel uitstralen. Nou, ik denk dat het voor een Mexicaanse zonder papieren niet uitmaakt of ze tegen een muur, een hek of een politieagent aanloopt. Ze mag er niet in. En als ze er toch doorglipt, is ze illegaal.
De muur-hek-discussie gaat eigenlijk nergens over. Net voor kerst tweette Trump een muurontwerp waar hij helemaal achter staat: torenhoge ijzeren spijlen met bovenop scherpe punten. ‘Totaal effectief’ en ’tegelijkertijd mooi’, aldus Trump. Maar wel erg hekachtig, voor een ‘muur’. Je zou kunnen zeggen: het is gewoon een hoog hek.
Moderne staten
Hoe je het ook wendt of keert: onze moderne wereld is er een van grenzen. De reden waarom territoriale afbakening belangrijk is voor moderne staten, is dat een moderne staat tracht om alle inwoners binnen zijn landsgrenzen gelijk te behandelen. Hij geeft burgers gelijke rechten en een gelijke toegang tot onderwijs en sociale voorzieningen. Als een staat allerlei dure diensten levert, dan kan hij zich niet permitteren om de grenzen open te gooien voor wie maar wil komen. En als er te veel illegalen binnenglippen, dan schuurt dat met zijn gelijkheidsideaal. Er ontstaat dan immers een tweedeling tussen inwoners met en zonder burgerrechten en sociale zekerheid.
Een moderne staat waakt dus over zijn fysieke landsgrenzen en over de grenzen tussen burgers en buitenlanders. De ironie is dat het streven naar de gelijkwaardigheid van burgers binnen de landsgrenzen, de ‘externe’ ongelijkheid tussen de inwoners van verschillende landen vaak juist vergroot. De economieën en verzorgingsstaten van verschillende landen zitten namelijk op heel verschillende ontwikkelingsniveaus, waardoor mensen vastzitten aan een paspoort met een bepaalde waarde. Zo heb je meer mogelijkheden in je leven als je als Amerikaan geboren wordt, dan als je als Mexicaan ter wereld komt.
Vijfhonderd jaar geleden waren de gemiddelde welvaartsverschillen tussen landen een stuk kleiner. En grenzen waren minder hard. Het Habsburgse Rijk kon je zo binnenwandelen. Premoderne rijken gaven geen paspoorten uit en hun territorium kon opeens van ‘vorm’ veranderen. Het was meestal niet zo belangrijk om migranten te registreren of te selecteren, want de staat ging verder toch weinig voor ze doen. Migranten konden dus wel binnenkomen, maar ze kregen vervolgens geen uitkeringen, geen onderwijs voor hun kinderen en geen stemrecht.
Voor een liberale democratie, gelijke burgerrechten en de verzorgingsstaat heb je harde grenzen nodig. Er is nog geen alternatieve formule ontdekt. Ook de Europese Unie brengt geen principiële verandering. Binnen de grenzen: gelijke rechten voor burgers. Naar buiten toe: fort Europa. Oude grenzen tussen Europese landen verdwenen weliswaar, maar dit kon alleen omdat er nieuwe grenzen langs de buitenrand werden opgeworpen. En die EU-buitengrenzen zijn hermetischer gebarricadeerd dan de voormalige grenzen in Europa – zie bijvoorbeeld de Spaanse exclave Melilla in Noord-Afrika, waar dagelijks Afrikanen over hoge hekken proberen te klimmen om de EU binnen te komen.
Eerlijk over schaduwzijde
Uiteindelijk is er toch een wezenlijk verschil tussen muur- en hekmensen. Niet omdat het veel uitmaakt of je een muur of een hoog hek op je grens bouwt. Nee, het verschil zit hem in hun eerlijkheid. Muurmensen komen eerlijk uit voor de schaduwzijde van de manier waarop moderne staten burgerlijke gelijkwaardigheid bewerkstelligen.
Hekhypocrieten daarentegen hebben geen alternatief, maar proberen de uitsluiting van buitenlanders te verdoezelen. Ze bouwen hun hekken in alle stilte en strooien ondertussen met schijnheilige praatjes. Ze zouden eigenlijk voor open grenzen zijn. Ja, die hekken stonden er gewoon opeens vanzelf. En als er dan ergens een gaatje valt, tonen ze zich plots van hun ‘humane’ kant. Wat leuk dat jullie er zijn jongens! Ha, zie ik daar nog een krasje van het prikkeldraad? Kusje erop. Wir schaffen das. Deze selectieve barmhartigheid aan het einde van het hindernissenparcours, geeft anderen weer valse hoop. Zo worden hele families ertoe verleid om hun levens te riskeren tijdens een illegale oversteek van de Middellandse Zee of de Chihuahuawoestijn.
Laten we muurmensen zijn en eerlijk doen over hoe moderne maatschappijen in elkaar steken. Nu heb ik overigens niets met Donald Trump. Hij is een demagoog. En er zijn verschillende kosten-baten analyses mogelijk. Mijn punt is echter dat er is geen morele reden is om tegen Trumps muurproject te zijn. Ik ben in principe voor de bouw – al was het alleen al omdat zo’n ononderbroken, fysieke scheidslijn door duizenden kilometers lege woestijn ons de ware aard van de moderne wereld toont.
Dit stuk is een bewerking van een tekst die eerder verscheen in de NRC.
Personen |
---|
Eric C. Hendriks (1985) is een Nederlandse socioloog verbonden aan de universiteit van Bonn en daarvoor in Peking, China. Hij werkt aan een boek over de politieke verschillen tussen de westerse democratieën en China.
Hoe past men in China censuur toe? In dit tweede deel gaat Eric C. Hendriks dieper in op het bevoogdende karakter van de Chinese staat
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.