Een nieuwe 1989 is niet in zicht
Acht redenen waarom het Chinese censuurapparaat nóg effectiever is dan u al dacht
Tienanmen, 30 jaar later.
foto © Reporters/Nick Hannes
In China is censuur overal. Westerse media hebben de neiging te focussen op technologie, maar de propaganda is effectief om andere redenen
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementIn 1989 sloeg er een golf van protest door de communistische wereld. In China waren er in meer dan 300 steden demonstraties voor verdere liberalisering. Wekenlang hielden studenten Tiananmen, het gigantische Pekingse paradeplein, bezet. Het was het leger eerst niet gelukt om door de barricades van sympathiserende stadsbewoners te breken. Maar in de nacht van drie op vier juni zouden er korte metten gemaakt worden. Die nacht vochten tienduizenden Pekingse arbeiders en studenten met stokken, stenen en molotovcocktails tegen een ontruimingsmacht van honderdduizenden soldaten. Tiananmen viel. Langs de aanvoerwegen lagen de lichamen van jonge mensen — arbeiders, studenten, soldaten — die door de strijd om de politieke toekomst, van een persoonlijke toekomst waren beroofd.
Nu, dertig jaar later, is er op Tiananmen niets meer zichtbaar van die verloren vrijheidsstrijd. Toeristen maken er lelijke selfies onder het toeziend oog van politieagenten en bewakingscamera’s. En terwijl westerse media de afgelopen weken terugblikten op de gebeurtenissen van 1989, vermeed de Chinese openbaarheid het onderwerp als de pest. Chinezen konden wel merken dat hun internet begin juni langzamer liep vanwege de tijdelijk geïntensiveerde censuur — meer automatische filters en meer handmatig geknip en geblok.
Een opmerkelijk detail: Op 31 mei bevroren er op twitter opeens honderd accounts van Chineestalige regimecritici. De accounts werden later weer geactiveerd, maar hoe kon het dat twitters algoritmes — deze schorsen ‘aanstootgevende’ accounts automatisch — zich ópeens en úitgerekend op dat moment richtten op de accounts die rond vier juni in het Mandarijns over Tiananmen zouden gaan twitteren? Twitter verklaarde dat de oorzaak een toevallig technisch foutje was en dat men zeker niet moest denken dat zijn platform niet bestand zou zijn tegen de manipulaties van Chinese veiligheidsdiensten. Maar als het, psst, stiekem toch de diensten waren, dan waren ze ijverig, want twitter is geblokkeerd in China. Twitter-critici konden dus sowieso alleen diaspora-Chinezen en Chinezen met een illegale VPN-verbinding bereiken.
Hoe dan ook: de Chinese Communistische Partij (CCP) mag niet onderschat worden. Ze is de machtigste politieke organisatie op aarde en ze opereert steeds internationaler. Het contrast tussen nu en dertig jaar geleden is scherp. Waar de CCP de Chinese bevolking en haar eigen gelederen in 1989 even niet meer in de hand had, heeft ze nu meer controle dan ooit.
Hong Kong draagt de vlam van Tienanmen
Op het vasteland dan. De Hongkongers — die recentelijk in grote getalen demonstreerden tegen een (nu afgeblazen) wet die uitlevering naar de CCP-rechtbanken van het vasteland mogelijk zou hebben gemaakt — dragen de vlam van 1989. Maar dat kan alleen omdat Hong Kong toch net buiten het echte Chinese censuursysteem valt in de ‘Eén land, twee systemen’-structuur. De vonk kan vervolgens ook niet zomaar overslaan naar het vasteland, waar de censuur en de controle van de partij te sterk zijn.
Het is overigens niet zo dat de vasteland-Chinezen nooit iets meekrijgen van wat ze eigenlijk niet behoren te horen. Zelfs de meeste jongeren weten dat er in 1989 ‘iets’ gebeurd is, en er druppelt momenteel via informele kanalen van alles binnen over de rebellerende Hongkongers. De staatsmedia hebben toegegeven, zij het in zeer summiere bewoordingen, dat er wat onrust was in Hong Kong — uiteraard geïnstigeerd door ‘buitenlandse krachten’.
Zulke verdachtmakingen zullen vast niet zonder effect zijn, maar de ware kracht van de CCP is de structurele aandachtssturing. Ja, de CCP heeft weliswaar geen totale controle over alle (informele) informatiestromen, maar ze heeft genoeg middelen om het vasteland te vrijwaren van ieder georganiseerd tegengeluid.
Effectieve censuur
Waarom is de Chinese censuur eigenlijk zo effectief? Wat maakt dat ze zo ‘goed’ werkt?
Westerse media belichten bij het onderwerp censuur-in-China steevast de nieuwste technologieën. Algoritmen speuren sociale media af naar foute woorden, straatcamera’s zijn aangesloten op gezichtsherkenningssoftware en een gepland nationaal sociaal kredietsysteem gaat mensen punten geven voor goed gedrag. Ja, klinkt eng, maar toch is de westerse media-aandacht voor al deze technische snufjes disproportioneel. De dragende kracht in het Chinese censuurapparaat zijn nog steeds de oude, over decennia opgebouwde elementen. De partijpropaganda in het onderwijs en in de media. De miljoenen partijfunctionarissen die in alle sectoren van de maatschappij zaken in de gaten houden.
Deze meer structurele, meer ‘maatschappelijke’, elementen krijgen weinig aandacht in westerse rapportages, en ze zijn van buitenaf gemakkelijk over het hoofd zien. Veel aspecten van het CCP-censuursysteem ben ik ook pas ‘op waarde’ gaan schatten nadat ik enige jaren in China had gewoond.
Ik wil acht onderschatte aspecten van het Chinese censuurapparaat bespreken — acht dingen die bijdragen aan zijn venijn, maar waar u onze kranten normaliter geen aandacht aan besteden.
1: Taalbubbel
De Grote Firewall rond het Chinese internet blokkeert buitenlandse (sociale) media en dwingt Chinese internetgebruikers om uit te wijken naar gecensureerde Chinese alternatieven. Cruciaal is dat China’s IT-sector daadwerkelijk sterke sociale media-alternatieven aanbiedt. Maar wat ook helpt is dat de Firewall een gebied afschermt dat van nature al een taalbubbel vormt. China is een groot land en het Mandarijns heeft weinig verwantschap met buitenlandse talen.
Ja, Taiwan en Hong Kong (en critici in de Chinese diaspora, inclusief de genoemde Chinese twittercritici) verhinderen een monopolisering. Maar vergelijk vasteland China eens met Arabische landen, waar er, ook dankzij regionale zenders zoals Al Jazeera, veel meer duiding in de eigen taal van buitenaf binnenkomt. Het gaat om de proportie, qua invloed, tussen gecensureerde binnenlandse media en andere, niet gecensureerde informatiebronnen in de eigen taal. Arabische dictators kunnen alleen maar dromen van de mate waarin de CCP over een eigen taalgebied heerst.
2: Oninhoudelijkheid
Toch kan het CCP-censuurapparaat alleen effectief zijn omdat het niet alleen wat subversieve buitenlandse duidingen blokt, maar het publiek ook structureel weghoudt van inhoudelijke vragen over politiek en maatschappij. Ze trekt je een zee van intellectuele leegte in, één met een partijconforme onderstroom.
Pakken we als casus de nieuwsuitzending op tv. Deze bestaat traditioneel uit drie onderdelen. Het eerst onderdeel zijn items over Chinese politici die ergens waren voor een bespreking. Zus of zo was hier of daar. Er wordt een thema genoemd — ‘de economie’ of ‘anti-corruptie’. Maar wat werd er precies besproken? Welke vragen stonden op de agenda? Daar wordt niet over bericht. Zo weet je te weinig om ergens over na te kunnen denken, maar krijg je wel het gevoel dat de leiders hard werken. Ze waren immers weer ergens iets aan het doen.
Het tweede en derde onderdeel van het nieuws zijn, respectievelijk, positieve binnenlandse items en negatieve items over het buitenland. In China wordt er weer meer van iets geproduceerd, terwijl het in het buitenland weer hommeles was. Terreuraanslagen in Europa en het Midden Oosten worden breed uitgemeten. En als demonstranten in het buitenland met de politie botsten, zoals in Egypte in 2011, dan bericht het Chinese nieuws over het geweld zonder iets over de ideologische achtergronden te zeggen. Door alle slachtofferaantallen, cijfers over materiële schade en grafische beelden, zie je door de bomen het bos niet meer. Je vergeet je af te vragen waar mensen oorspronkelijk voor op de been waren. Wat blijft hangen: een wanordelijk buitenland vol leeg geweld versus het ordelijke China. Je mag maar wat blij zijn dat je land bestuurd wordt door de CCP.
3: Kwantiteit
Westerlingen hebben soms de naïeve voorstelling van die ene subversieve fluistering die dan toch binnenglipt en alles ontregelt. ‘Wist je dat ze in Hong Kong eigenlijk op de been waren voor vrijheid?’ Maar het systeem werkt met kwantiteit. Je krijgt een leven lang gekleurde en gefilterde informatie over je uitgestort. Ja, je hoort af en toe ‘roddels’ en ‘complottheorieën’, en je gelooft zeker niet ieder nieuwsitem, niet alles in ieder lesboek — maar je kunt ook niet altijd alles afweren. Er blijft genoeg kleven. Deze propagandasmurrie hoopt zich op in je geestesleven en vormt je denkgewoonten.
4: Nepdiversiteit
De eenzijdigheid van de beïnvloeding wordt verborgen door een façade van diversiteit. China’s uiterlijk diverse medialandschap richt zich op verschillende doelgroepen. Naast de oude partijkrantjes heb je zakelijk nieuws, glossy’s voor jonge vrouwen, traditionele xiangsheng-komedie op de radio voor ouderen, etcetera. Maar deze veelheid aan commerciële formaten verbergt dat de Chinese media op politieke gevoelige onderwerpen met één stem spreken: dat van het Propaganda Departement van de CCP. Het Departement belt en appt dagelijks instructies naar alle redacties in het land. Op die manier is de sturing redelijk systematisch, maar is er geen officieel document dat kan lekken.
5: Je moeder
Het geniepige is dat die propaganda op verschillende indirecte manieren je leven insluipt. Ja, je vertrouwt de media misschien niet, maar wel je favoriete lerares op school en je ouders. Je gelooft toch zeker wel wat je moeder je over buitenlandse politiek vertelt? Maar als je moeder zelf niet veel heeft gereisd, hoe komt ze dan aan haar informatie? Van vriendinnen wellicht, die hun info op hun beurt uit de media halen. En die krijgen weer opdrachten van, inderdaad, het Propaganda Departement.
Dit waren de eerste vijf van de acht aspecten op mijn lijstje. Ik moet hier helaas een cliffhanger inbouwen, want de Doorbraak-redactie houdt mij aan een maximum aantal woorden. Maar het beste — dat wil zeggen: het beste van het ergste — moet nog komen! Morgen op Doorbraak: aspecten zes, zeven en acht.
Eric C. Hendriks (1985) is een Nederlandse socioloog verbonden aan de universiteit van Bonn en daarvoor in Peking, China. Hij werkt aan een boek over de politieke verschillen tussen de westerse democratieën en China.
Hoe past men in China censuur toe? In dit tweede deel gaat Eric C. Hendriks dieper in op het bevoogdende karakter van de Chinese staat
‘Het bloed dat vloeit kleeft aan de handen van Hamas’, zegt de Israëlische ambassadeur in België. Maar hoe moet het verder? Een gesprek.