De uitzonderingstoestand als het nieuwe normaal
Epidemie als politiek
coronapaspoort
foto © Jernej Furman
De door angst gedreven mens is in staat om alles wat het leven de moeite waard maakt op te geven. Maar is overleven dan de enige waarde?
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementHet gespin is begonnen. Uit een recente peiling blijkt dat twee derde van de Vlamingen het coronavaccin wil verplichten. Maar liefst 60 procent is een ‘pasjesmaatschappij’ wel genegen. De (on)zin van een verplichting laat ik nog in het midden, maar het paniekvirus heeft ons duidelijk in zijn greep.
Dat het vooral de jongeren zijn die nu besmet worden is goed nieuws – zij zijn de laatste in de vaccinrij. Dat betekent dat de vaccins lijken te werken. Dat de besmettingscijfers stijgen is ook niet meer dan normaal aangezien we ons leven terug normaliseren – ik weiger de term “versoepelen” te gebruiken. De parameters die er echt toe doen: de draagkracht van de ziekenhuizen, het aantal ernstig zieken én het aantal sterfgevallen gaan vooralsnog de goede richting uit.
Dat wil niet zeggen dat we nu massaal op feestvakantie moeten vertrekken – het is niet omdat iets mag dat je het ook moet doen. Je gezond verstand gebruiken is niet alleen een individueel recht, maar ook een maatschappelijke plicht. Dat wil wél zeggen dat we alles in perspectief moeten zien. Het is toch ontluisterend hoe makkelijk we fundamentele vrijheden en grondrechten opzijzetten om toch maar op een terras te kunnen zitten? Prudentia is op zijn plaats, maar ik hecht ook veel belang aan onze liberale democratische rechtstaat – en daarbij is ieder woord van belang. In Epidemie als politiekvraagt Giorgio Agamben zich dan ook af wat de waarde is van een samenleving die overleven als enige en absolute waarde hanteert?
Biopolitiek
Agamben schrijft over de ‘corona-uitzonderingstoestand’ als progressieve natte droom waarbij een politieke macht actief ons leven wil vormgeven. Hij verbindt deze toestand met de biopolitieke structuur van het nazisme. Het nazisme, schrijft hij, ‘is een extreme uitgroei van dezelfde politieke mechanismen die tegenwoordig de orde van de dag bepalen’.
De NSDAP was dan ook dé archetypische progressieve partij die uitging van de maakbare mens – denk aan de experimenten in de eugenetica van de nationaalsocialistische arts Mengele. Wetenschap heeft de plaats van religie ingenomen en plaatst ons, in Foucaultiaanse zin, onder ‘zachte dwang’.
Gezondheidscultus
Ook de huidige gezondheidscultus wortelt in het nazisme. De NSDAP ondernam in de jaren ’30 reeds een poging om roken te bannen. Vroeger sprak men over ‘adviezen voor een gezonde leefstijl’, nu spreekt de gezondheidselite over geboden en verboden. ‘Een norm die vraagt om het goede op te geven om het goede te redden, is net zo tegenstrijdig als een norm die, om de vrijheid te beschermen, vergt dat men de vrijheid opgeeft’, aldus Agamben.
Politici lopen met Orwells 1984 onder de arm, maar hebben ze het ook onder de knie? Lezen ze het als handleiding of als waarschuwing? De nulrisicomaatschappij – waarbij regelneven de “snel” uit de autosnelweg hebben gehaald en ons een schuldgevoel aanpraten wanneer we citytrippen, roken, bourgondisch eten, en vrijen en wijnen – kent zijn eigen reglementitis en zondeval. Of het aan de vervrouwelijking van de samenleving ligt weet ik niet, maar wat ik wel weet is dat het recht op gezondheid verworden is tot een verplichting tot gezondheid. De geneeskunde als wetgever zorgt niet voor een goede gezondheidszorg, maar wel voor onaanvaardbare vrijheidsbeperkingen.
Collectieve angstpsychose
Tegengif tegen het zaadje van de angst biedt de Franse essayist Montaigne: ‘Wij weten niet waar de dood ons opwacht, laten wij hem dus overal verwachten. Je instellen op de dood is je instellen op de vrijheid. Als je geleerd hebt hoe je sterven moet, heb je afgeleerd slaaf te zijn. Als je op de dood bent voorbereid, ben je los van alle onderworpenheid en dwang’. Hoe meer maatregelen je onderneemt tegen de bron van de angst, hoe meer de angst je leven domineert.
Volgens de Italiaanse filosoof is de vrees ‘het omgekeerde van de wil tot macht: het wezenlijke karakter van de vrees is de wil tot onmacht, de wil om machteloos te staan tegenover datgene dat vrees inboezemt’. We laten ons in slaap wiegen door de schijnzekerheid van de beleidsmatige Pavlovreflex om in de nasleep van een ramp meer protocollen, controle en finaal méér bureaucratie te installeren. De door angst gedreven mens is in staat om alles wat het leven de moeite waard maakt op te geven. De klimaatuitzonderingstoestand staat al te trappelen in de gang.
Totalitaire staat
We hebben ons het idee laten aanpraten dat we de kwaliteit van het leven moeten omruilen voor de kwantiteit. En om dat leven te rekken zijn we kennelijk bereid om veel te slikken. Zo lieten we onze vrijheden en rechten – sommige maatregelen hadden wel degelijk hun functie – beknotten door ministeriële besluiten, waardoor de uitvoerende de wetgevende macht de facto buitenspel plaatste en de scheiding der machten werd opgeheven.
Tijdens de eerste lockdown was het niet meer dan normaal dat het onverwachte karakter van de covidpandemie ertoe leidde dat de regering meteen moest kunnen ingrijpen. De toenmalige regering kon zich beroepen op de wet betreffende de civiele veiligheid. Deze wet kwam er om urgente crisissituaties daadkrachtig aan te pakken. Ondertussen zijn we al een hele tijd en wat voortschrijdend inzicht verder en valt het niet meer te verantwoorden om je te beroepen op de wet van 2007. Uitzonderlijke omstandigheden vergen uitzonderlijke maatregelen. Maar dat betekent niet dat de rechtsbeginselen van proportionaliteit, subsidiariteit en legaliteit niet meer van belang zijn.
Ontmenselijking
Tijdens de pandemie overschreden we de grens tussen mensheid en barbarij. We lieten mensen in eenzaamheid sterven en ontnamen de nabestaanden het recht op een menswaardig afscheid. Wanneer we het leven onderwerpen aan de statistiek vervellen we tot een zuiver biologisch lichaam. Volgens Agamben is dit het resultaat ‘van de scheiding van het lichaam in een zuiver biologische entiteit enerzijds en een sociaal, cultureel en politiek bestaan anderzijds’.
Geneeskundigen willen mensen zo lang mogelijk in leven houden en reduceren het lichaam tot louter biologische functies. De democratie is echter een collectieve zoektocht naar de cultivering van het goede leven. Des te gevaarlijker is het om artsen en wetenschappers te belasten met beslissingen van ethische en politieke aard. Vier het leven, het is sterker dan de dood!
Mathieu Cockhuyt is verkozen als raadslid in Gent (N-VA). Hij werkt als parlementair medewerker voor N-VA en is voorzitter van Jong N-VA Gent. Mathieu studeerde sociale wetenschappen (HoGent), criminologie (UGent) en bestuurskunde (UGent).
Mathieu Cockhuyt (N-VA): ‘Ongelijkheid op zich is geen probleem. Het is inherent aan het menselijk bestaan.’
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.