De VRT is bang van de waarheid
Een hallucinant gesprek
Fluiten in het donker
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementHet gaat over Molenbeek en moslimradicalisering. Aanwezig zijn Minister voor Veiligheid Jan Jambon, een vertegenwoordiger uit de Culturele Sector (StuBru-reporter Eva De Roo, nvdr), VRT-journalist Jens Franssen (hierbij een eerste opmerking: opnieuw wordt de format ‘journalist interviewt journalist’ gebruikt; dit is een door de VRT beproefde techniek waardoor het Huis van Wantrouwen gemakkelijk ééntweetjes kan doen om het gesprek volledig te controleren) en Montasser Alde’Emeh (jonge Vlaamse onderzoeker van Palestijnse komaf en een autoriteit op vlak van radicalisering en Syrië-strijders).
De dynamiek van dit gesprek is onvoorstelbaar. Montasser Alde’Emeh, een moslim nota bene, is zoals gezegd een absolute autoriteit op dit thema. De man wordt een kwartier lang onderbroken, genegeerd, en weggezet als bangmaker. Ook opmerkelijk is de stijl van Jan Jambon; hij zit constant in verdedigingsmodus. Hij is ook wat zenuwachtig. Hij weet natuurlijk dat hij daar zit om aan damage control te doen terwijl de internationale pers België afschildert als een halve failed state. Hij heeft totaal geen greep op dit probleem, er komen met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid nog aanslagen, ook in België. Hij weet dat. Let ook op de walgelijke, morele arrogantie van Franssen wanneer hij zijn schijnbaar gefundeerde stellingen poneert.
– Tweede minuut: fragment over de lerares die les gaf aan één van die terroristen. De interviewer vraagt: “heeft u het gevoel dat u gefaald heeft of had er iets anders kunnen gebeuren?” Dit is een suggestieve vraag die suggereert dat de keuzes die onze terrorist gemaakt heeft toch niet volledig zijn verantwoordelijkheid waren. Neen, de leerkracht (het systeem, de maatschappij, wij) is op zijn minst voor een deel schuldig.
– Derde minuut: Fragment over de lerares die les gaf aan één van die terroristen. Jens Franssen vraagt aan de leerkracht of onze terrorist een dader of een slachtoffer is (de vraag alleen al, deze jongeman heeft meegewerkt aan een aanslag die met militaire precisie is voorbereid en uitgevoerd en die aan minstens 130 mensen het leven heeft gekost). Leerkracht: natuurlijk is hij een dader, MAAR hij heeft een pad GEKOZEN waarmee hij zijn naaste familie en vrienden veel verdriet heeft gedaan (als je een keuze maakt die iemand anders verdrietig maakt, ben je dus een slachtoffer. Wie dit op een examen logica poneert is gebuisd).
– Vijfde minuut: Montasser Alde’Emeh zegt dat de enige reden waarom dit in Parijs is gebeurd, en niet in Brussel, is omdat IS dat zo heeft gekozen. Onze inlichtingendiensten kunnen niet alle aanslagen tegenhouden. Van Gils: “zegt u nu dat het een kwestie van tijd is vooraleer dit ook bij ons gebeurt?” Alde’Emeh: “ja, als zij dat wensten hadden ze in Brussel ook een aanval gepleegd. Het is wachten op de volgende aanslag. Ook in ons land.”. Een expert met kennis van zaken kondigt hier ondubbelzinnig, en zeer zeker van zijn stuk (kijk naar zijn lichaamstaal) aan dat er doden gaan vallen. Jambon gaat in de verdediging door te verwijzen naar Verviers (daar zijn we nu niks mee) en dat we al evolutie hebben doorgemaakt. Evolutie? België is momenteel risee van de wereld op dit vlak. Van Zuid-Korea tot Argentinië berichten ze erover.
– Zesde minuut: Montasser Alde’Emeh zegt dat vandaag, na de aanslagen, wij het signaal moeten geven dat wie nu nog naar Syrië trekt niet meer welkom is bij terugkomst (Alde’Emeh is zelf lang met begeleiding bezig geweest en stelt hier dus dat we dat punt voorbij zijn). De vertegenwoordigster van de Culturelere Sector: ‘of begeleiden’. De camera blijft echter op Alde’Emeh gefocust, kijk naar zijn gezichtsuitdrukking!! Daarop zegt Franssen: dit is zeer moeilijk, zij die terugkomen zijn dikwijls getraumatiseerd (ondanks de keuze om zelf naar daar te gaan zijn het nog steeds slachtoffers) dus je kan hen moeilijk gaan opsluiten (dat is ten eerste niet moeilijk en ten tweede – en erger – ondertussen hebben die terugkeerders, die vrij rondlopen, tientallen doden op hun geweten. Daar wordt zelfs niet over gesproken).
– Zes en een halve minuut: Dan komt het moment waarop de VRT voor de kijker bepaalt hoe ze dit moeten begrijpen, en hoe ze moeten reageren op dit hele gebeuren: Franssen zou toch willen waarschuwen om op te passen met dit soort van fatalisme en pessimisme (twee dagen nadat er in Parijs meer dan 130 mensen zijn afgeslacht, nadat IS nog aanslagen heeft aangekondigd en nadat de expert zwart op wit zegt dat dit ons ook te wachten staat). Alde’Emeh, de enige expert aan de tafel, wordt hier vakkundig weggezet als onnozelaar die eigenlijk niet goed weet wat hij zegt. Franssen gaat verder “je MOET terug opstaan, je MAG NIET toegeven aan de angst”. Met welke autoriteit zegt hij dat? Waar baseert hij zich op?
– Zevende tot negende minuut. Alde’Emeh doet nog een poging en zegt dat hij een realist is. Hij zet dit kracht bij door te zeggen dat hij in Antwerpen contact heeft met teruggekeerde Syriëstrijders. Hierop begint Jambon opnieuw aan dezelfde excuus- en verdedigingsrede. “Mensen kunnen ook deradicaliseren. Sommige mensen keren totaal gedegouteerd terug.” 9:10 – 9:15: Alde’Emeh kent dit beter dan Jambon en weet dat het allemaal gezever is. Hij is duidelijk geërgerd. “Men mag geen slaaf worden van zijn of haar empathie.”
– Tiende minuut. Alde’Emeh zegt letterlijk dat de sociale vrede in het gedrang komt en dat we met onze veiligheid spelen. Dit wordt gewoon genegeerd. De vertegenwoordigster van de Culturele Sector draait zich naar Jambon en vraagt naar psychologische hulp en begeleiding, Jambon pikt in. Hij wil ex-Syriëstrijders helpen met sociale werkers.
– Elfde minuut. Alde’Emeh probeert nogmaals, en verwijst naar de teruggekeerde Oostfronters die hier geëxecuteerd werden (hij probeert iets nieuws, de gesprekspartners zijn doof voor mogelijk geweld van moslims, dus misschien gaan ze wel reageren als hij geweld vanuit autochtone hoek in het gesprek gooit). Jambon onderbreekt. Weer niets. Fransen begint weer betoog over de nood aan een totaalaanpak die, hoe kan het ook anders, gefocust moet zijn op zalven, begeleiden enzovoort. De reden hiervoor is dat ‘dit soort terrorisme een veelkoppig monster is en dat het zeer moeilijk is daar een lijn in te trekken’.
– Dertiende minuut. Alde’Emeh doet een ultieme poging: “Jullie onderschatten het probleem. Ik heb vandaag met Belgische Syriëstrijders gesproken, ze hebben beloofd om nog meer aanslagen te plegen.” Van Gils: “U maakt ons bang” (blijkbaar is dat erger dan geëxecuteerd worden). Alde’Emeh pareert en zegt: “wees realistisch”. Hij wil verder gaan maar Van Gils onderbreekt hem en gaat naar Jambon. Ze snoeren hem de mond, hij is duidelijk gefrustreerd.
Wij betalen hier belastingen voor.
Categorieën |
---|
Katleen Van den Heuvel (1972) is historica en filosofe en hoewel ze journalistiek studeerde geeft ze geschiedenis in het secundair onderwijs. Ze schrijft over geschiedenis, Europa, Verenigde Staten en media.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.