‘De wokes zijn een grotere ramp voor de mensheid dan alle pandemieën samen’
Interview met Johan Sanctorum
Johan Sanctorum en Fabienne Torfs bij het Reinaert monument in Hulst, Zeeuws Vlaanderen.
foto ©
Johan Sanctorum stelt zijn nieuw boek over humor en satire voor. Dé knaller van deze herfst. Uiteraard bij Doorbraak uitgegeven.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementIn oktober verschijnt het nieuwe boek van Johan Sanctorum ‘Terug naar Malpertus – Over humor en satire in woketijden’. Fabienne Torfs kon het al inkijken en sprak de auteur op een symbolische plek, het Reinaert-monument in Hulst.
Het weze duidelijk: Sanctorum is hier weer helemaal zijn eigen zelve als ongenadige criticus van de politiek correcte mainstream. Ook dit boek stelt de zaken op scherp en richt zich vooral tot de dwarsliggende Vlaming die geen genoegen neemt met de opinies en ‘feiten’ zoals ze dagelijks in de krant en op de VRT worden verkocht.
Het begon met een cartoon
Een boek over humor en satire, Johan? Ik dacht eens goed te kunnen lachen maar een moppentrommel is dit bepaald niet geworden.
‘Neen, het zijn elf opstellen met een proloog en een epiloog, waarin ik betoog hoe belangrijk satire is voor een gezonde democratie. En hoezeer de huidige politieke correctheid, omgeslagen in de uit Amerika overgewaaide woke-ideologie, paal en perk probeert te stellen aan spot en zelfspot. Consequent en radicaal verzet daartegen is aangewezen.’
Elf, het getal van de zotten en de narren… Hoe ernstig is de toestand?
‘Zeer. We zijn in de twintig jaar na 9/11 steeds meer in een situatie terecht gekomen waarin humor en politieke satire gezien worden als ‘toxisch’, polariserend, iets dat de maatschappelijke zekerheden onderuit haalt. Dat is natuurlijk zo, dat is de functie van satire, maar de Europese islam heeft de linkerzijde zover gekregen dat de vrijheid van mening ondergeschikt wordt aan een soort multiculturele godsdienstvrede. Noem het een soort Stockholmsyndroom, een gijzelsituatie.’
Ondertussen krijgen cartoonisten zoals Ruben L. Oppenheimer doodsbedreigingen en moeten ze onderduiken. Gereputeerde kranten als The New York Times zijn zelfs helemaal gestopt met spotprenten, uit vrees voor represailles. Er lijkt echt een jacht aan de gang op al wie het waagt politieke satire te bedrijven.
‘Het begon met Kurt Westergaard die in 2006 de fameuze Mohammed cartoons tekende voor de Deense krant. Hij leefde tot aan zijn dood op een geheim adres, je moet je voorstellen wat dat doet met iemand en zijn gezin, jaren aan een stuk. Dat is nog wat anders dan Marc Van Ranst in zijn safe house. In 2015 kregen we de dodelijke raid op de Charlie-redactie omdat ze die cartoons hadden overgenomen. Ook zij leven sindsdien in een bewaakte schuilplaats die in feite een gevangenis is. Dat is de wrange grap: onze helden van de vrije meningsuiting mogen hun journalistiek werk enkel nog beoefenen in een soort bunker. Ondertussen is iedereen wel Charlie.
Wokeness als cultus van de domheid
Het verbod op ‘haattaal’ is zelf van haat doordrenkt , schrijf je ergens. John Cleese zegt dat ook, in zijn reactie op een tijdelijke ban die de iconische serie Fawlty Towers trof: wie niet met humor en satire om kan, haat zichzelf en de maatschappij.
‘Dat is een van de rare paradoxen in heel het woke-verhaal ja. Het taboe om mensen of groepen te beledigen, in naam van de verbondenheid en de anti-discriminatie, sluit zelf voortdurend mensen uit en hanteert een uitgesproken haatdiscours. Dat merk ik elke dag. Op het einde worden mensen gebroodroofd voor twee keer niks, omdat ze iets ‘fouts’ gezegd hebben, of een grap hebben gemaakt die verkeerd aankwam. Zie het geval Demarez en de Belgian Cats, in dat geval was het dan nog niet bedoeld voor de openbaarheid. Het is de aanloop naar een totalitaire samenleving die door ons politiek bestel zelf wordt gefaciliteerd.’
Je ziet wokeness als een cultus van de domheid, in de zin die domheidsexpert of ‘morosoof’ Matthijs van Boxsel, eraan geeft: een oefening in zelfdestructie, maar dan een collectieve, die een hele beschaving treft, inclusief het verlichtingsdenken. Typerend is ook dat hun lectuur van de geschiedenis primitief en eenzijdig is. Heeft dat ook te maken met de belabberde toestand van ons onderwijs?
‘Uiteraard, het hangt met elkaar samen. Kritisch denken en reageren wordt ten stelligste afgeraden. De domheid wordt er op school in geramd, het aantal leerkrachten dat tegen de stroom ingaat wordt steeds kleiner. Het is ongelooflijk hoe snel en pandemisch die beweging om zich heen slaat. De wokes zijn een grotere ramp voor de mensheid dan alle pandemieën samen. Het is een viraal, zelfvoedend fanatisme dat heel de geschiedenis wil verklaren vanuit een blanke schuld, en het heden ensceneert als een afrekening daarmee. Op die manier geraak je sociologisch in een bipolaire maatschappij én in een intellectueel moeras. Debat is dan eigenlijk niet meer mogelijk, je wordt gewoon ‘gecancelled’ als je er een afwijkende mening op nahoudt.
Satire als contra-terreur
Zo te zien is de woke-beweging helemaal geen spontane protestcultuur maar een georganiseerde hysterie die de machthebbers goed uitkomt. Met de media en zelfs de reclamewereld als hefbomen.
‘Het wordt van bovenuit gedirigeerd, inderdaad. De slachtoffermaatschappij, die allerlei groepen en minderheden zogezegd wil beschermen tegen discriminatie en haattaal, oefent op de duur terreur uit door de taal te bewaken en humor te reguleren. De lange tenen moeten zorgen voor schrikachtige pennen. De overheid, de ondersteunende instellingen genre UNIA én het gerecht treden steeds meer op als schaduwagenten van de censuur. Maar net daarom moeten cartoonisten en columnisten voluit hun vrijheid claimen en tegen de stroom ingaan.’
Satire moet ‘vuil’ zijn, op lange tenen trappen?
‘Aan brave humor hebben we niks, integendeel, TV-komieken en stand-up comedians houden mee de censuur in stand. Ze weten perfect hoever ze mogen gaan om de politiek correcte codes te volgen. Humor, en a fortiori satire, moet deze codes doorbreken. Dat leidt tot een berisping, een conflict, misschien zelfs een vervolging, maar dan weet je tenminste dat je op een zere teen getrapt hebt. Mocht ik een hekelkrantje uitgeven, en ik kreeg nooit politie over de vloer, of minstens een klacht van UNIA aan mijn been, een doodsbedreiging of een bomalarm, ik zou me serieus zorgen maken. We zitten in een oorlogssituatie hé, dit is niet voor doetjes.’
En dan is er nog Reynaert
Dat brengt ons naadloos bij de cover en de titel van je boek. ‘Terug naar Malpertus’: je vat het op als een symbolische zoektocht naar het verborgen hol van de vos Reynaert. Vanwaar die fascinatie voor de middeleeuwse legende?
‘Om te beginnen beschouw ik satire als onvervalst Europees erfgoed, het is ‘van ons’. Alle volkeren kennen humor, lachen is des Menschen. Maar satire, als ironiserende hekelkunst, is in het oude Griekenland ontstaan, met Socrates en Diogenes – de man die in een ton leefde en Alexander de Grote vroeg om uit zijn zon te gaan – als stichtende leden. Geen schrijvers dus, het waren eigenlijk straatlopers die werkelijk met alles de spot dreven. Zij zijn de absolute voorlopers van Charlie Hebdo en de Mohammedcartoons.’
Maar dan zitten we nog niet bij de middeleeuwse Reynaert-figuur…
‘Wacht. Dezelfde satirische geest vinden we in het Vlaamse literaire meesterwerk Van den vos Reynaerde, en bij zijn onbekend gebleven auteur Willem. Het is eigenlijk geen middeleeuws geschrift maar het ademt de renaissance uit, en kan moeiteloos de vergelijking doorstaan met de Divina Comedia en de Decamerone, in dezelfde tijd geschreven. Met dat verschil dat het nog veel stouter is. Een hekelschrift dat niemand spaart en the powers that be uitdaagt: adel en clerus. Deze dierenfabel gebruikt de humor als ‘glijmiddel’ om aan radicale systeemkritiek te doen. In de volkstaal, het Nederlands, geschreven en bestemd om voorgelezen te worden. De kracht van satire is nu net dat je mensen aan het lachen krijgt, en uit de bestaande conventies losweekt. De lach bevrijdt, verleidt en opent de kooi. Een mop is soms sterker dan duizend rebelse pamfletten.’
Het is nog maar de vraag of je die verzuurde wokes ooit nog aan het lachen krijgt. Geraken we er ooit nog van af, of zal de hysterie finaal helemaal de norm worden?
‘Ik geef het antwoord van de weerman: het wordt eerst nog erger voor het beter wordt. Net daarom is satire zo belangrijk, als uiting van verwondering en tegencultuur. De slinger zal ooit terugslaan, dat verzeker ik u. Ooit zullen mensen zich afvragen hoe zo’n verdwazing in Godsnaam mogelijk was, dat je bijvoorbeeld het woord ‘zwartwerk’ niet meer mocht uitspreken, of dat de wereld op zijn kop stond wanneer een ‘witte’ schrijfster een gekleurde dichteres wou vertalen. De grap zien in dit alles blijft essentieel. Iedereen heeft het grondrecht om dat te doen, en niets is heilig. Zo lang iemand lacht is er hoop.’
Het boek van Johan Sanctorum ‘Terug maar Malpertus – Over humor en satire in woketijden’ wordt op 19/10 e.k. voorgesteld in het C.C. De Zandloper/Wemmel.
Het is nu reeds bestelbaar in de Doorbraak-boekenwinkel. Wie een persoonlijk gesigneerd exemplaar wil, kan terecht op de blog van de auteur.
U kan voor uw vereniging ook een lezing programmeren rond dit onderwerp. Neem hiervoor contact op met [email protected]
Categorieën |
---|
Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.
Toon Vandeurzen (CD&V): ‘Laat ons opnieuw vanuit Vlaanderen als bakermat van de beurs een stap zetten naar een nieuwe evolutie: een meerlandenbeurs.’
Jack London was een veelschrijver én avonturier. Zijn omzwervingen overtuigden hem van de noodzaak van een socialistische samenleving, een idee dat hij verwerkte in zijn boeken.