Discours van N-VA: een andere lezing
Opinie
Al enkele jaren stel ik vast dat het discours van de NVA heel wat emotie oproept, ook bij mezelf. Misschien hangt dit wel sterk samen met de onderliggende mens- en maatschappijbeelden. Of zoals Tom Naegels schreef, verwijzend naar Jonathan Haidt: ‘Een politieke overtuiging werkt net als een religieuze obediëntie of een culturele identiteit’.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementEconomie
Zo is er eerst en vooral al de economische visie van NVA: uitkeringen niet welvaartvast maken; wachtuitkeringen en minimumlonen afschaffen of uitdoven; afschaffen automatische loonindex; 15 miljard besparen in de sociale zekerheid; overheidsbeslag afslanken; plafonds van de uitkeringen afschaffen (bv. bij werkloosheid); belastingschijven verlagen, waardoor vooral mensen met een hoog inkomen verdienen aan dit voorstel. Zo onderschrijft ze het paradigma van de vrije economie en kiest ze eerder voor het Mattheus-effect (wie heeft, krijgt meer) dan voor het Lucas-effect (wie veel heeft, moet meer geven). Natuurlijk beweert N-VA dat ze sociaal is. Vraag echter is hoe ver die solidariteit gaat? In welke mate focust de partij zich vooral op de (hogere) middenklasse en de ondernemers of kiest ze echt vooral voor de sociaal zwaksten en minder begoeden? In welke mate wil ze echt solidair zijn met het Zuiden? Hoever wil ze de inkomensongelijkheid verminderen, zowel binnen regio’s als tussen de regio’s? In welke mate gaat ze uit van een Rawliaanse visie, die stelt dat men zou moeten vertrekken vanuit ‘een sluier van onwetendheid’ en economische ongelijkheden enkele mogen blijven bestaan als ze ten goede komen aan de minstbedeelden en dus los moet staan van dingen waar je niets aan kan doen: talentvol of niet, geboren in een kansarm of kansrijk gezin?
Nationalisme
Ten tweede heb je het nationalistisch discours: is onafhankelijkheid een doel of een middel? Het antwoord is niet echt eenduidig. Zo stelt Bart De Wever expliciet dat de natie een middel is om een meer liberaal model door te voeren. Wat kort door de bocht: het gaat niet om grote idealen, om op te komen voor de ‘sociaal achtergestelde’, voor de ontvoogding van een verdrukte en arm gehouden minderheid, zoals in de tijd van priester Daens. Neen, nu gaat het vooral om het doorvoeren van een bepaalde ‘sociaal economische ideologie’. Het nationalisme wordt dus gebruikt om iets anders te bereiken nl. een (ultra)-liberale economie. Eigenlijk komt het de NVA dus erg goed uit dat Di Rupo premier is en de PS zo sterk staat in Wallonië. Zou het niet eerlijker zijn dit duidelijk en open te verwoorden naar de publieke opinie en te zeggen dat men onder ‘opkomen voor een solidair en een warm Vlaanderen’ op de eerste plaats het vestigen van een (neo-)liberale economie verstaat? Anderen beweren dan weer dat het economisch discours van De Wever er eigenlijk niet toe doet. Zo stelt historicus Olivier Boehme in een interview dat het Vlaams-nationalisme niet zo zeer gaat over economie, maar wel altijd om het streven naar onafhankelijkheid. Welke argumenten dat daar voor gebruikt worden doet er dan eigenlijk niet toe. Geef toe een eerder verwarrend, schizofreen en soms wat manipulatief discours. Enerzijds zeggen dat de natie geen doel is, maar wel een middel om een bepaalde, vooral economische, ideologie door te voeren; anderzijds stellen dat dat economische discours er eigenlijk niet toe doet en op zich geen doel is, maar enkel een middel om een ander doel te bereiken: nl. de onafhankelijkheid van Vlaanderen bereiken.
Identiteit
Een derde thema is het identiteitsdiscours van NVA. In interviews stelt Bart De Wever regelmatig dat mensen zich moeten identificeren met een gemeenschap, willen ze een identiteit vormen. Je doet dit best op basis van taal, een cultureel netwerk, een grondgebied, gewoontes. Vraag echter is of identiteit iets is dat opgelegd wordt en soms eerder onbewust gebeurt of bouwen mensen het stapsgewijs op doorheen hun loopbaan, zoals bv. een psycholoog als Erikson beweert. Bij NVA klinkt het soms als: je beseft het wel niet , maar eigenlijk ben je wel Vlaming. Vanuit dat perspectief beweert Peter De Roover bv. dat ze als ‘syndicaat’ kan optreden voor alle Vlamingen. Gezien het belang (de plicht?) van je te identificeren met een gemeenschap is het vanuit het NVA-perspectief evident om de Vlaamse identiteit zoveel mogelijk te promoten en te versterken: door te ijveren voor Vlaamse namen van horecazaken (bv. in Kortrijk); door verandering van straatnamen en straatbordjes (met Vlaamse vlag); door al of niet de Vlaamse Vlag in het midden te hangen van openbare gebouwen. Is het verwonderlijk dat binnen dit perspectief soms gesproken wordt over ‘goede’ en ‘slechte’ Vlamingen (zo is het blijkbaar niet voldoende om goed Nederlands te spreken wil je een goede Vlaming zijn, zoals De Wever ooit zei over Herman De Croo). Als je het niet eens bent met het idee van Vlaming zijn krijg je zo al snel het gevoel ‘minder’ te zijn en niet meer tot de groep te horen of krijg je de stempel ‘Belgicistisch’ of ‘te multicultureel’ en loop je het risico op minder subsidies. Houdt het beklemtonen van het element identiteit ook niet het gevaar in dat ‘de identiteit’ slechts kan bestaan t.o.v. anderen? Is er geen gevaar dat binnen zulk discours andere gemeenschappen impliciet als minderwaardig worden gepercipieerd en in Vlaanderen de intolerantie tegen andere culturen vergroot wordt? Is het verwonderlijk dat het wel eens leidt tot polarisering en diabolisering van de andere en tot weinig mooi taalgebruik, waar de één de ander voor het vuil van de straat uitmaakt: gaande van ‘fascisten’, ‘de jaren dertig’ tot ‘fundamenteel oneerlijk’, ‘fraudeurs’ en ‘een verzameling levende lijken’? Is het niet raar dat NVA zegt een gemeenschapsvormende partij te willen zijn, maar het dan vooral heeft over de eigen, zelf omschreven gemeenschap. In plaats van te verbinden, gaat het ‘gemeenschapsdenken’ zo verdelen.
Vanuit dit identiteitsdiscours stelt De Wever ook dat echte vrijheid vooral te bereiken is via gehoorzaamheid aan tradities en instituties. De samenleving wordt immers bepaald door spontane verbanden, waar we ons als maatschappij en burger moeten naar schikken. In deze context verwijst hij regelmatig naar Burke. Deze filosoof stelt dat de heersende orde een organische, natuurlijke ordening is waarin iedereen zijn plaats heeft en moet kennen. De grootste vijanden zijn dan ook de omverwerpers van die orde, de strevers naar gelijkheid. In deze visie bepaalt de (politieke) elite de organisatie van de maatschappij en is het dus heel belangrijk welke ideologie die elite belijdt. Is het verkeerd om dit een wat ‘elitaire’ visie op de maatschappelijke ordening te noemen? In die context is het ook logisch dat de NVA geen voorstander is van volksraadplegingen en van directe democratie (sociale test verkiezingen 2012). In hun visie heeft de elite (de politiekers, de ondernemers, het gemeentebestuur) immers de wijsheid in pacht. Of anders uitgedrukt: de politici zitten aan de knoppen en de burger kijkt toe en gaat af en toe stemmen (Luc Huyse). Logisch gevolg van deze visie is dat daarin weinig plaats is voor een ‘politiek’ middenveld. Voor de NVA is het om de vrijwilligers en de coöperanten te doen: die ontziet ze dan ook. Waarom, en met welk doel? Enerzijds voor het sociale werk en ondersteuning die ze aanbieden, waardoor ze mee zorgen voor een ‘solidaire’ maatschappij. Daarnaast kunnen deze organisaties er ook mee voor zorgen dat mensen zich identificeren met de Vlaamse identiteit, en met bepaalde tradities en symbolen. Wat het middenveld echter niet mag doen is aan politiek doen. De invloed en impact van het sociaal overleg en vakbonden wil men dan ook beknotten. Is het middenveld echter niet juist een erg goede oefening in democratie en politiek, door te sensibiliseren en te mobiliseren? Binnen het NVA-discours, waarin vooral de ‘elite’ beslist, is dat natuurlijk een spelbreker. Zou het dan ook niet duidelijker en consequenter zijn dat de NVA er explicieter voor uitkomt dat ze vindt dat ‘de bestuurders’, de ‘politiek’, de ‘elite’ het weten en dat onze democratische plicht bestaat uit (herleid wordt tot) een vierjaarlijks ritueel van verkiezingen? En dat ze al haar sympathisanten dan ook consequent zou oproepen om hun lidmaatschap op te geven, bij vakbonden en mutualiteiten die vinden dat ze ook een ‘politieke verantwoordelijkheid’ dragen?
Mensvisie
Tenslotte is er de onderliggende mensvisie in het verhaal van NVA. Volgens De Wever is de mens eerder geneigd tot het kwade dan het goede en is de mens dus ook van nature niet ingesteld op verantwoordelijkheid en zelfdiscipline. Hij zal daar dan ook toe moeten aangezet worden. Theodore Dalrymple volgend stelt hij dat echtscheiding, ziekte, werkloosheid en detentie, die bv. dikwijls tot schulden leiden, in vele gevallen wel te voorzien zijn en de verantwoordelijkheid daarvoor dus voor een groot deel bij de persoon zelf ligt. Ook Liesbeth Homans’ uitspraak dat racisme een relatief begrip is en dat dit vooral als excuus wordt gebruikt voor persoonlijke verantwoordelijkheid, ligt in die lijn. Werkloosheid ligt aan de werklozen, niet zozeer aan factoren uit de omgeving; voor armoede en mishandeling ben je vooral zelf verantwoordelijk; als je geen huis kan huren ligt dat aan jezelf en heeft dat niet zozeer te maken met discriminatie, psychiatrische problematieken hebben vooral met jezelf te maken. Eigen schuld, dikke bult. Is het risico niet groot dat werklozen, zieken en psychiatrische patiënten in zo’n visie gestigmatiseerd worden? Werklozen moet je dan ook verplicht activeren en laten werken en dan zullen de problemen wel opgelost worden. ‘Zieke’ werknemers moeten beter gecontroleerd worden, alsook mensen die genieten van subsidies omdat ze ‘arm’ zijn. Tegenslag kan je overwinnen en toeval bestaat niet. Succes heeft vooral te maken met eigen inspanningen. Nil volentibus arduum, niets is moeilijk voor hen die willen. Empoweren, activeren; daar gaat het om. En wat men mensen die geen of minder wilskracht (meer) hebben ? Begint voor zo’n mensen empoweren op de eerste plaats niet met begrip en acceptatie? Waarbij rekening gehouden wordt met iemands ‘relationele schuld’ (contextuele therapie): als je vroeger nooit gekregen hebt, kan je maar geven, als je eerst voldoende teruggekregen hebt. In plaats van eerst te eisen, zou je er ook kunnen van uitgaan om eerst gemeend en onvoorwaardelijk begrip te tonen, daarna te stimuleren en pas als laatste te eisen.
Op zich vormen al deze ideeën een vrij logisch en consequent geheel (al weet ik niet of alle sympathisanten akkoord gaan met alle standpunten binnen dit discours). Ander sterk punt is dat ze deels goed inspelen op een aantal ‘grondstromen’ in Vlaanderen en op wat psychiater Dirk De Wachter onze ‘Borderline-times’ maatschappij noemt, met haar grote hunker naar identiteit en verbondenheid. Van waar dan al die emoties? Zou het kunnen dat ze te maken hebben met alle andere narratieven van de NVA (zoals het elitarisme, haar economische visie, haar kijk op het middenveld en de niet maakbaarheid van de maatschappij). Narratieven die scherp afsteken tegen bewegingen die willen ingaan tegen het recht van de sterksten en rijksten (zie bankencrisis), die vooral de ‘zachte waarden’ als solidariteit, empathie en compassie naar voorschuiven; die vooral uitgaan van vertrouwen in de goedheid van de mens; die vinden dat problemen van mensen op de laagste ladders van onze maatschappij eerder structureel bepaald zijn en die opkomen voor directe democratie en inspraak.
De auteur is een politiek geïnteresseerd burger en lector psychologie en schrijft dit uit eigen naam.
Foto: © Reporters
<Vindt u dit artikel informatief? Misschien is het dan ook een goed idee om ons te steunen. Klik hier.>
Tags |
---|
Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.
Jonah Penninck (CD&V): ‘De waarden van Kerstmis kunnen nooit helemaal verdwijnen.’
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.