JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

Draagmoederschap is kinderhandel

Mark Geleyn24/6/2023Leestijd 4 minuten

foto © Unsplash

Als er wetten voor draagmoederschap moeten zijn, dan zijn het verboden. Het is mensenhandel, met kwetsbare mensen als slachtoffer.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het ‘Belgisch Raadgevend Comité voor Bio-ethiek’ bracht op vraag van minister Frank Vandenbroucke (Vooruit) een advies uit rond ‘zwangerschap voor een ander’. De aanbevelingen van het comité passen perfect in de links-liberale denkpatronen. Dat begint al bij het vervangen van de term ‘draagmoederschap’ door ‘draagvrouwschap’.

Het Belgisch Raadgevend Comité voor Bio-ethiek vindt ‘draagvrouwschap’ ethisch aanvaardbaar, als wensouders zelf geen kinderen kunnen krijgen. Dat geldt dus ook voor mannen, en dat zijn ook veruit de meeste klanten. Rechten van draagvrouw en wensouders moeten vastgelegd worden in een contract. En de toestemming van de draagvrouw moet vrijwillig zijn, niet ingegeven door winstbejag. Met die aanbevelingen, zeggen de experten, kan de wetgever een wettelijk kader maken ‘om de kinderwens van niet-traditionele gezinnen tegemoet te komen’.

‘Reproductieve autonomie’

Het comité steunt zijn advies op het principe van ‘reproductieve autonomie, op de vrijheid van keuze van de wensouders’. Ook de draagvrouw heeft het recht om ‘vrijwillig over haar lichaam te beschikken, ten dienste van een ander’. De fictie om het ongeboren kind als eigen lichaam te bestempelen, en dat doorgaans als argument dient om abortus te legitimeren, wordt hier dus ook ingeroepen bij draagmoederschap.

Doel van het contract tussen wensouders en ‘draagvrouw’ is volgens het comité niet zozeer de overdracht van een kind, als wel ‘het uitdragen van zwangerschap’. Contractueel ‘kan het kind dan al vanaf de conceptie aan de wensouders toebehoren’. Dat is wel een ver gezochte juridische fictie, en die botst met het klassieke rechtsbeginsel ‘mater semper certa est’: de moeder is altijd diegene die het kind baart. Hier wordt op nonchalante manier een juridische en antropologische revolutie teweeggebracht in de axioma’s van de afstamming.

Dezelfde nonchalance waait door de passage over het welzijn van de kinderen op latere leeftijd. Het comité voert enkele sociologische studies aan om te beweren dat opgroeiende kinderen niet zwaar tillen aan hun zoektocht naar de afstamming en dat het allemaal wel zal los lopen.

Adoptie

Adoptie, in België de manier om ouderschap over een vreemd kind te verwerven, vindt het comité niet geschikt. ‘Adoptie is een jeugdbeschermingsmaatregel.’ Het comité ziet daarentegen in draagmoederschap een ‘ouderschapsproject’, dat adoptie niet zou bieden.

Het echte verschil tussen draagmoederschap en adoptie situeert zich op een heel ander vlak. Adoptieouders worden gescreend door het adoptie-agentschap of de overheid. En dat gebeurt grondig. De bewijslast van verdienstelijkheid ligt volledig bij de adoptieouders. Bij draagmoederschap is het daarentegen de ‘carrier’ die gescreend wordt, zonder enige eis ten aanzien van de wensouders.

Draagmoederschapscontract

Of de partijen zich aan de voorwaarden van het contract moeten houden, bleef binnen het comité onbeantwoord. De liberale tendens vindt van wel, en dat moet ook voor de draagvrouw gelden. Anderen zagen in dat een moeder die een kind gedragen heeft, moet kunnen beslissen om het kind te houden. Deze onenigheid deed me terugdenken aan het Australisch koppel dat een kind weigerde dat voor hen door een Thais meisje was uitgedragen. De baby had het Downsyndroom. Het afgeleverd product beantwoordde dus niet aan het contract, en dus werd het geweigerd. Als een auto krassen op de lak heeft, wordt die ook afgekeurd.

En dan dat sprookje van het altruïsme. Volgens het comité ‘kan draagvrouwschap een lovenswaardige uiting zijn van altruïsme, waarbij mensen anderen helpen om hun kinderwens te vervullen zonder winstbejag’. Er zullen er wel zijn, vrouwen die voor hun vrienden een kind uitdragen, zonder betaling. Maar het allergrootste aantal draagmoederschappen gaat over arme vrouwen die hun baarmoeder verhuren, en rijke wensouders die kinderen kopen.

Business model

Draagmoederschap is het uitlenen of het verhuren van een buik. Niemand is geïnteresseerd in de moeder zelf, behalve dat ze gezond is. Een draagmoeder wordt bekeken als een broedkas, om een kind uit te dragen, en om dat weg te geven aan vreemde mensen, meestal tegen betaling.

Voor draagmoederschap zijn er drie methoden. Ofwel huurt een man een vrouw en bezorgt haar het sperma. Na in-vitrofertilisatie in een reageerbuisje, gaat het embryo dan naar de draagmoeder. Lesbische koppels, die natuurlijk een spermaprobleem hebben, kunnen zich wenden tot een gehuurde ‘carrier’ of ‘gestator’. Dat procédé werd snel een business model en heel wat firma’s hebben er zich op gegooid.

Verhuurd

De vrouwen waarvan de buik gehuurd wordt, zijn in de meeste gevallen meisjes uit Indië of Zuid-Amerika. Oekraïne was tot voor de oorlog een belangrijke ‘leverancier’ van ‘gestators’. De agentschappen met Rent A Womb als business model, schuimen dorpen af, vinden arme vrouwen, leggen hen een contract voor en schakelen vaak de man in die in geldnood zit. De draagmoeder moet er zich toe verbinden na de geboorte alle rechten af te staan. Als het kind gehandicapt is, volgt gewoonlijk abortus, of het kind blijft dan bij de draagmoeder.

Wat zo’n moeder doormaakt die negen maanden een kind draagt en het dan afstaat, daarover staat niets in het contract. Wat het kind later doormaakt, als zijn vragen onbeantwoord blijven, daarover staat ook niets in het contract. Het Europees Parlement, doorgaans geneigd om progressief-liberaal gedachtengoed te promoten, veroordeelde in 2015 nog uitdrukkelijk ‘de praktijk van draagmoederschap, die afbreuk doet aan de waardigheid van de vrouw, waarvan de voorplantingsfuncties als koopwaar gebruikt worden’.

België

In België wordt draagmoederschap gedoogd. Wel hebben contracten die wensouders en draagmoeder afsluiten in België geen wettelijke waarde. Enkel via adoptie kunnen wensouders de juridische ouders van een draagmoederkind worden. Dat is ook ongeveer de situatie in Denemarken, Finland en Nederland. Maar dat verschuift. Frankrijk, Spanje, Italië, Portugal, Noorwegen, Zweden, Zwitserland, Duitsland en Oostenrijk verbieden de praktijk. In Groot-Brittannië is het draagmoederschap wel toegelaten. In de Verenigde Staten verschilt de situatie van staat tot staat.

Mensen die moeilijk een kind kunnen krijgen, hebben recht op medische en psychologische steun. Maar niet alles mag, wat kan. Sommige mensen kunnen nu eenmaal geen kinderen krijgen. Maar een ‘recht op kinderen’, dat bestaat niet. Kinderen daarentegen, hebben recht op een vader en een moeder. En als die ontbreken, hebben ze het recht om te weten wie hun biologische ouders zijn. Draagmoederschap is kinderhandel, het verkopen van kinderen voor geld. Het is een nieuwe vorm van slavernij, gedreven door zakenbelangen, aangemoedigd door alternatieve levensstijlen, ondersteund door bio-hightech en getolereerd door juridisch liberalisme.

Als er een wettelijk kader nodig is voor draagmoederschappen is het een verbod. En waar ook behoefte aan is, als het Westen het tenminste ernstig meent met de mensenrechten, is een verdrag om kwetsbare menselijke wezens te beschermen, opdat zij niet het voorwerp van een handelstransactie zouden worden.

Voormalig directeur generaal op Buitenlandse Zaken en ambassadeur van België in Israel en in Duitsland

Meer van Mark Geleyn
Commentaren en reacties