JavaScript is required for this website to work.
post

Een fascinerend idee

Bij de boekvoorstelling van 'Kerkgangers en Zuilenbouwers'

Herre Daelemans15/2/2019Leestijd 4 minuten

foto © Reporters

Collectief bewustzijn, collectief geheugen, collectieve identiteit, collectieve dimensie van onderwijs als antwoord op een collectieve verdwazing?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Tijdens de Gentse boekvoorstelling van Sid Lukkassens nieuwe boek Kerkgangers en Zuilenbouwers, (Doorbraak-medewerker Koenraad Elst schreef er deze recensie over) vertelde professor Mathias Storme het verhaal van uitstervende schapen in Amerika. Schapen zijn namelijk nomaden, zij zwerven rond en grazen en kauwen waar ze kunnen. Om na een poosje terug uit te komen waar ze begonnen waren.
Door de urbanisatie wordt dat alsmaar moeilijker. Dat betekent voor de schaapjes niets minder dan de dood. Het collectief geheugen redt echter de lammetjes: zij herinneren zich namelijk de oude gebruiken en weten wat te doen. Nieuw aangevoerde schapen hadden geen idee en waren reddeloos verloren.

Morfische resonantie

Dat hele idee van een soort ’telepathische’ kennisoverdracht, doet me met plezier terugdenken aan de fascinerende theorie van de morfische resonantie van Rupert Sheldrake. Zijn meest bekende voorbeeld gaat over de pimpelmeesjes die voor de Tweede Wereldoorlog plots ontdekten hoe ze melk konden drinken.

Melk is gezond voor elk

Ziet u het beeld? Een ontieglijk vroege ochtend in het Verenigd Koninkrijk. De melkboer houdt halt. Hij poneert zijn flessen melk bij zijn klanten aan de voordeur. Vermoedelijk als bij toeval ontdekt een pimpelmeesje — nadien gevolgd door koolmezen en zelfs bonte spechten — hoe ze de dop van de flessen kunnen doorprikken en melk kunnen drinken.
Tijdens de oorlog stopte de melkbedeling om nadien terug op gang te komen. Pimpelmeesjes leven niet zo erg lang. Toch wist de nieuwe generatie pasgeboren meesjes meteen — als bij wonder — hoe ze melk konden drinken uit de melkflessen. Blijkbaar vindt er een kennisoverdracht plaats waar niet meteen een redelijke uitleg voor bestond. Echt ‘aangeboren’ leek het niet, vermits ook in Nederland — honderden kilometers verder — men plots het zelfde fenomeen bemerkte, terwijl dat daar vroeger voor de oorlog nooit gezien werd.

Morfogenetisch

Sheldrake noemt dat de morfische resonantie. In zijn boek The Presence of the Past (1988) wordt het uitgelegd. Via morfogenetische velden kan informatie worden opgeslagen en doorgegeven. Zo beweert Sheldrake ook dat experimenten uitwezen dat een kruiswoordraadsel in de krant, een dag later makkelijker op te lossen valt. Simpelweg omdat ondertussen, gedurende de hele dag, mensen zich het hoofd gebroken hebben over de puzzel. De zo verworven informatie is opgeslagen in het alomvattende morfogenetische veld. Iemand die ’s avonds begint te puzzelen put informatie uit het veld en lost de puzzel sneller op.

Tijd brengt raad, zei mijn moeder. Zou ze met die aloude levenswijsheid deze resonantie bedoelen?

Zelf heb ik dat nooit mogen ondervinden, een puzzel bleef voor mij even moeilijk, ook de dag nadien. En in het voorbeeld van de pimpelmeesjes hebben wetenschappers het over louter imitatiegedrag en blazen daarmee de hele theorie van Sheldrake weg. 
Sorry als ik u teleurstel: het klonk zo mooi…

Collectief bewustzijn

Professor Storme haalde het ‘schapenvoorbeeld’ aan om het belang van het collectief bewustzijn te duiden, ook — en vooral — in het onderwijs.

De collectieve dimensie van onderwijs wordt vandaag onderschat, zei Sander Loones in zijn inleiding. Want inderdaad, onderwijs is er ook om het collectieve geheugen over te dragen, om kennis door te geven, om een brug te bouwen tussen vorige en toekomstige generaties. ‘Zo brengen wij kennis en culturele bagage van gisteren naar morgen. Kennis via onderwijs, kunde via onderwijs, kritisch burgerschap via onderwijs. Het zelfstandige denken, heldere vernuft, de liefde tot rationaliteit, zoals Sid Lukkassen het benoemt.’

Daarover heeft Lukkassen het uiteraard uitgebreid in zijn boek. Er is nood aan een gedeelde identiteit, een conservatieve onderbouw om ons te beschermen, een herontdekking van onze soevereiniteit als tegengewicht voor wat men gemeenzaam ‘de linkse politiek correcte kerk’ noemt. De ware vrije meningsuiting, zegt Lukkassen, wordt al langer aan banden gelegd. Sociale media krijgen het zo opgelegd: meningen die niet stroken met de heersende opvatting zijn ‘fake’ en worden uitgesloten en geweerd (ook in het bedrijfsleven, ook in de media).
 Die framing en goedkope retoriek moet volgens Lukkassen nu doorbroken worden.

Een nieuwe zuil als tegenwicht

De zuil, zoals Sid Lukkassen die ziet, zou een organisatorisch beginsel van politiek maatschappelijke samenhang moeten worden. ‘Een netwerk, een platform.’ Met een ‘bewustzijn dat vrij is om te streven naar kennis, kunde en effectiviteit. Een bewustzijn dat niet wordt geremd door misplaatst schuldgevoel.’
Sander Loones verwees naar de Verenigde Naties wier experten enkele dagen geleden tot de slotsom kwamen dat ‘de staat België zich hoort te verontschuldigden voor de wandaden van het kolonialisme’. Dat past volgen hem mooi in de internationalisering en daarmee gepaard gaande inperking van onze soevereiniteit: een steeds prominentere, onverkozen (of slechts zeer indirect verkozen) zuil komt daarmee op het politieke terrein.

En dat terwijl we volgens Loones terug moeten leren trots zijn. Op onze geschiedenis, op onze prestaties, maar net zo goed op onze waarden, op ons samenlevingsmodel.

De werkelijkheid is een straffe ideologie
img_1977-1
In de oprichting van een nieuwe zuil, verklaart Sander Loones zich eens met Lukkassen. Alleen moet dat volgens Loones niet in een vaste structuur, hoeft dat geen instituut te zijn.
Immers, zegt hij, ‘sterker dan om het even welke zuil, is er één iets en dat is de werkelijkheid. Een straffere ideologie is niet te vinden. Wie de werkelijkheid als bondgenoot heeft, moet enkel nog geduld hebben. Noem het mijn naïef vertrouwen in de burger, zegt Loones, maar ‘you can’t fool us all the time, waarmee hij Abraham Lincoln parafraseerde: ‘You can fool all the people some of the time, and some of the people all the time, but you cannot fool all the people all the time’.

Die aloude wijsheden, die grootmoeders gouden raad, ze blijken nogal eens enige grond van waarheid te bevatten. Al bleef ik daar in Gent, dat beeld van reddeloos verloren en verdwaalde schaapjes voor ogen houden. 
Dat is dan weer ongetwijfeld een deel van mijn vastgeworteld cultuurpessimisme.

Opgeleid in de beste tradities van de Frankfurter Schule en aanverwanten, voorbestemd voor een journalistieke boerenstiel. Eieren voor zijn geld, echter.

Commentaren en reacties