Een groot soldaat? Macron en Pétain.
foto ©
De hulde aan Maarschalk Pétain die Macron dacht te brengen, ontplofte in zijn gezicht. Is Pétain enkel of meer dan Vichy?
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementWie vandaag Frankrijk doorkruist zou er kunnen over twijfelen of maarschalk Pétain ooit wel heeft bestaan. Nergens vind je enige verwijzing naar die historische figuur. Nergens een Place du Maréchal Pétain, nergens een monument, nergens een museum – behalve dan de bijna clandestiene musea in zijn geboortedorp in de Pas-de-Calais en op het eiland Yeu waar hij stierf. Toch bestond er in het Interbellum een Pétain-mythe, net zoals er een De Gaulle-mythe zou ontstaan na de Tweede Wereldoorlog.
De Held van Verdun
Ook vandaag nog vindt 60% van de Fransen Pétain de meest markante figuur van de Grote Oorlog. Want de maarschalk was de held van Verdun, waar de ‘poilus’ tijdens de langste slag van de Grote Oorlog, van februari tot oktober 1916, hadden standgehouden tegen een Duitse overmacht die klaar stond om naar Parijs door te stoten. In de jaren 30 speelde hij een belangrijke rol in de defensiepolitiek – onder meer in de uitbouw van de Maginot-linie aan de oostgrens.
Na de overrompeling in mei en juni 1940 vroeg hij een wapenstilstand aan in de hoop dat de Duitsers blijk zouden geven van enige toegeeflijkheid. De meeste historici zijn het erover eens dat de Fransen over het algemeen een zucht van opluchting slaakten, hoewel sommigen onder hen naar Noord-Afrika trokken of de Gaulle volgden naar Londen. Als leider van de Vichy-regering collaboreerde Pétain met nazi-Duitsland en leverde hij vooral niet-Franse joden uit waarvan het grootste deel niet terugkwam uit de uitroeiingskampen. In 1945 werd de toen 89-jarige maarschalk ter dood veroordeeld maar die straf werd omgezet in levenslang. Op 27 juli 1951 stierf hij in gevangenschap op het eiland Yeu, in de golf van Biskaje.
Wie hoog vliegt…
Pétain heeft het toppunt van de roem bereikt om dan diep in de afgrond van de eerloosheid te vallen. Daardoor krijgt hij een mythische dimensie. Maar zijn levensloop geeft ons ook de kans na te denken over de manier waarop we kijken naar historische figuren. Hoe moeten we ze begrijpen en beoordelen, vooral als ze keuzes maakten die onaanvaardbaar zijn in het licht van hedendaagse opvattingen?
Die vraag is op het voorplan gekomen naar aanleiding van de herdenking van het einde van de Eerste Wereldoorlog in Frankrijk. President Macron maakte in dat kader een geheugenreis – ‘une itinérance mémorielle’ – door elf departementen die hem op een week tijd langs de belangrijkste slagvelden en begraafplaatsen bracht, vanuit Straatsburg via Verdun en de Chemin des Dames naar Notre-Dame-de-Lorette, Péronne en Compiègne, waar de Wapenstilstand werd getekend.
Op zaterdag 10 november was er in het Parijse Hôtel des Invalides een huldiging gepland voor de acht maarschalken die een rol speelden in de Grote Oorlog – dus ook voor Pétain. Toen hij tijdens zijn rondreis onverwacht een vraag kreeg over die laatste figuur antwoordde de president: ‘Ik wil geen enkele bladzijde van de geschiedenis onder de mat vegen. Maarschalk Pétain was een groot soldaat tijdens de Eerste Wereldoorlog. De politiek, net zoals de menselijke natuur is soms ingewikkelder dan je denkt. Je kunt een groot soldaat geweest zijn in de eerste oorlog en nefaste keuzes gemaakt hebben in de tweede’.
Rehabilitatie?
Die verklaring ontketende een storm van protest. Jean-Luc Mélenchon, de heftige leider van het extreemlinkse La France insoumise twitterde dat het verraad en de misdaad van Pétain niet verjaren en voegde er wat schoolmeesterachtig aan toe dat de Franse geschiedenis Macrons speelgoed niet is. Ian Brossat, van de bijna weggedeemsterde communistische partij, herinnerde eraan dat Pétain was veroordeeld tot de ‘indignité nationale’ in augustus 1945. Volgens hem is Macrons uitspraak een aanzet tot rehabilitatie. Benoît Hamon, de ongelukkige presidentskandidaat van de socialisten in 2017, zag een tegenstelling tussen de woorden van de president en het feit dat hij Simone Weil – de joodse filosofe die zich tot het christendom bekeerde – in het Pantheon had laten opnemen. Een andere socialist had het over een belediging aan het adres van de Franse helden van de Tweede Wereldoorlog en van de gedeporteerde joodse families.
Maar de scherpe reacties bleven niet beperkt tot het linkse kamp. Een verkozene van Les Républicains had het over een ‘nachtmerrie’: hoe kun je de man van het verraad en van de antisemitische wetten een groot soldaat noemen? En ook Florian Philippot, tot voor kort de rechterhand van Marine Le Pen, was kritisch: ‘Pétain rehabiliteren is een morele en historische onmogelijkheid. Het is een zware fout van Macron. De overwinning van Verdun is weggeveegd door het verraad en de verachtelijke collaboratie van Vichy’. De Crif, die de joodse gemeenschap vertegenwoordigt, veroordeelde de uitspraak en stelde sober dat ze maar één feit onthoudt uit Pétains levensloop: zijn veroordeling tot de ‘indignité nationale’ in 1945.
Geschiedenis en moraal
Maar is het billijk een mensenleven te herleiden tot één enkel feit? Een dergelijke houding heeft iets willekeurigs want het volstaat de schijnwerper te richten op een ander feit uit datzelfde leven om tot een andere conclusie te komen. Wie Pétain ziet als de man van Verdun maakt van hem een held; wie in hem enkel het staatshoofd van Vichy ziet beschouwt hem als een verderfelijk figuur. Het probleem is dat Pétain tegelijk Verdun en Vichy is. Je moet dus oog hebben voor het meervoudige van het leven van belangrijke historische figuren – voor contradicties, voor evoluties, voor ambivalenties.
De kwestie is delicaat omdat we in tijden leven waar we de neiging hebben hedendaagse morele opvattingen te projecteren op het verleden. Daardoor verliezen we het vermogen ons in te leven in de mentaliteit van de mensen toen en de complexiteit te vatten van de geschiedenis op het ogenblik dat zij ze ondergingen. Dit is duidelijk het geval wanneer het over de Tweede Wereldoorlog gaat. We hebben de neiging die in zwart/wit-termen te zien, als een strijd van het goede tegen het absolute kwaad. Maar was dat wel zo duidelijk op het ogenblik zelf? Pétain is vandaag in Frankrijk het voorwerp van een damnatio memoriae maar de meeste Fransen vereerden hem in de eerste jaren van de bezetting als de man die het bloedvergieten had gestopt en een nieuw perspectief bood aan een vernederde natie.
Polarisering
Overigens is het opvallend dat hoe verder de Tweede Wereldoorlog in de nevelen van de tijd vervaagt, hoe radicaler de meningen worden. In de jaren 50, 60 en 70 sprak men in minder gepolariseerde termen over die oorlog. Getuige daarvan heel wat romans en films uit die periode die de nazi’s niet als de baarlijke duivel neerzetten. Die groeiende polariserende visie heeft natuurlijk veel te maken met de bewustwording die zich vanaf de jaren 1970 heeft ontwikkeld rond de omvang van de genocide op de joden.
Toch is die evolutie frappant want normaal zien we in de geschiedenis een omgekeerde beweging: hoe verder het historisch feit in het verleden verdwijnt, hoe milder of onverschilliger men wordt. Wie maakt zich nog druk over de Honderdjarige Oorlog? Maar Hitler wordt meer en meer bovengehaald als belichaming van het absolute kwaad en al wie zich in zijn kielzog bevond – Mussolini, Pétain, Franco en anderen – krijgt hetzelfde duivelse aura.
Dr. Jekyll en Mr. Hyde
Om terug te komen op de polemiek rond Pétain, de president houdt voet bij stuk. ‘Ik verontschuldig niets, maar ik wil niets weggommen uit onze geschiedenis’, zo verklaarde hij een paar dagen na het incident. Hij onderstreepte nog dat niets in zijn carrière wijst op enige sympathie voor de Pétain van Vichy. Inderdaad, het is niet omdat je in genuanceerde termen denkt over de maarschalk dat je het antisemitisch regime van Vichy verontschuldigt.
Overigens had Macron kunnen verwijzen naar president De Gaulle die in 1966, ter gelegenheid van de 50ste verjaardag van de slag van Verdun, in gelijkaardige termen sprak over Pétain. Hij had het over een man die in de uiterste winter van zijn leven, te midden van uitzonderlijke omstandigheden ernstige fouten had gemaakt. Maar het vaderland, zo ging De Gaulle verder, kon de roem niet ontkennen die Pétain had vergaard in Verdun. Macron zit dus op dezelfde lijn als zijn voorganger.
Meervoudigheid
Wat de hulde betreft voor de maarschalken in het Hôtel des Invalides op 10 november, Macron was daar niet aanwezig. Hij legde ook geen bloemen neer op Pétains graf op het eiland Yeu – iets wat De Gaulle, Pompidou, Giscard d’Estaing en Mitterrand in hun tijd wel hadden gedaan. Ondertussen is het niet helemaal duidelijk wie precies werd gehuldigd in de Invalides. Het Elysée deelde mee dat het enkel zou gaan om de vijf maarschalken die daar begraven zijn – dus duidelijk niet Pétain, maar ook Joffre en Galliéni niet die elders rusten en zo collateral damage zijn van de polemiek rond hun collega.
Het probleem van Philippe Pétain is dat hij door zijn lange leven – hij werd 95 – actief was in meerdere historische contexten. Hij was, zo schrijft historicus en nazi-jager Serge Klarsfeld in Le Monde, Dr. Jekyll in 1918 en Mr. Hyde in 1945, wanneer hij ter dood wordt veroordeeld. Je kunt iemand niet wegwissen uit de geschiedenis als hij er een grote rol heeft in gespeeld, zo stelt Klarsfeld nog. Want tenslotte kun je beide periodes uit Pétains leven niet los van elkaar denken: het feit dat hij staatshoofd werd in 1940 had alles te maken met de roem die hem was te beurt gevallen in Verdun in 1916. Historische figuren moet je proberen te begrijpen tegelijk in hun meervoudigheid en in hun coherentie.
Tags |
---|
Personen |
---|
Luc Rasson is emeritus hoogleraar Franse literatuurgeschiedenis aan de Universiteit Antwerpen en publiceert o.a. over 'zwart toerisme'.
Jonah Penninck (CD&V): ‘De waarden van Kerstmis kunnen nooit helemaal verdwijnen.’
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.