JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Een hart onder de riem voor Ivan van de Cloot

fragment uit 'De hulpelozen van de macht'

Jean-Pierre Rondas1/8/2013Leestijd 5 minuten

Naar aanleding van de opmerkelijke oproep van Ivan Van de [http://www.doorbraak.be/nl/nieuws/opmerkelijke-oproep-van-ivan-van-de-cloot] Cloot [http://www.doorbraak.be/nl/nieuws/opmerkelijke-oproep-van-ivan-van-de-cloot], die zich geïntimideerd voelt, brengt Jean-Pierre Rondas een passende passage uit zijn boek ‘De hulpelozen van de macht’. Over Dexia, ACW en bodes…

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Wat voorafging: ACW-voorzitter Patrick Develtere had zich laten ontvallen dat het ACW recht had op de zogenaamde winstbewijsjes, omdat het ‘de bode’ was die ze eertijds, vlak na de oorlog, bij de mensen thuis was komen ophalen. Mijn hele verhaal over ACW-ACV, CVP-CD&V, heb ik dan ook opgehangen aan het beeld van de bodes die ik heb gekend. Na een historische uitweiding over Louis Paul Boons Daensboek kom ik tenslotte uit bij het Dexia-verhaal. Het boek werd gepubliceerd op 14 oktober 2012, maar het gaat mee tot mei 2014…

’t Is de tijdgeest geweest, meneer

Hoe zit het ondertussen met de getuigenis van mijn geliefde bode? Wat zou hij te vertellen hebben over dat andere debacle, dat van de Dexia-bank en van Arco en Arcofin, de financiële poten van de christelijke arbeidersbeweging? Hebben de ACW-verantwoordelijken zoals hun politieke tweelingbroeders van CD&V (die trouwens geregeld in een Politiek Bureau samenkomen) ook mea culpa-groepen opgericht om te zien wat er op hun niveau fout is gelopen? Daar kan ik noch bevestigend, noch ontkennend op antwoorden. Maar de tekenen wijzen op niet veel goeds. In het bestuur van Dexia zaten Arcofin-vertegenwoordigers. De voorzitter van het ACW, Patrick Develtere, wil over hun verantwoordelijkheid maar niet duidelijk worden. Wie ze waren weet ik niet, maar deze mensen moeten toch op de hoogte zijn geweest van het feit dat Dexia al een hele tijd een monster was geworden dat, in de bewoordingen van Ivan van de Cloot, ‘geen bank meer was maar een hefboomfonds’? In oktober 2011 probeert de ACW-voorzitter zijn leden in het ACW-tijdschrift Visie nog gerust te stellen met de verzekering dat er, o strohalm,  in de restbank Dexia nog best ‘heel veel overblijft, zoals onder meer de Luxemburg-bank’. (Vandaag, juli 2013, moet het onschuldige Luxemburg door het veel stekeligere Detroit worden vervangen.)

Hoe is dat toch allemaal kunnen gebeuren, vragen duizenden ACV- en ACW-leden zich af. Wel, verklaart Develtere, het was de tijdgeest die ons deze risico’s heeft laten nemen. Op het ogenblik dat serieuze commentatoren moeten vaststellen dat de christelijke arbeidersbeweging als gevolg van deze financiële mismeestering alle morele gezag is kwijtgespeeld, roept Develtere een ver verleden tijdgeest van wild casinokapitalisme op waarvan hij zich nu gemakkelijk kan distantiëren. In De Morgen constateert een specialist, Jos Leys, dat Arco de ‘financieel ongeletterde klanten heeft begoocheld’, scherper nog, dat het ACW ‘bevoogdend en roofzuchtig heeft geteerd op de financiële ongeletterdheid van haar achterban’. Tot wanneer is de tijdgeest dan tijdgeest? In het voorkomende geval tot net voor de dag wanneer het mismanagement uitkomt en voor iedereen duidelijk wordt dat de kluit belazerd is. Noch Dexia, noch Arco waren voor ACW of CD&V een probleem tot op de dag dat ze een probleem vormden. Vanaf vandaag wordt wat ik gisteren misdeed ‘tijdgeest’ genoemd …

In maart 2012 komt de kwestie van de Arcopar-winstbewijzen op het voorplan, die blijkbaar in de verkoopakte van Belfius zijn opgenomen. Steven Vanackere, de Vlaamse vicepremier in het Franstalige meerderheidskabinet Di Rupo, maar ook de ACW-man in de federale regering, beweert in De Morgen van 30 maart dat hij ‘tot voor kort nog nooit van winstbewijzen had gehoord’. Met zulke zaken hield hij zich niet bezig. Maar tegen 15 mei  heeft hij zijn kennis bijgespijkerd, want dan legt hij een soort officiële bekentenis af. Tijdens de Rerum Novarum-viering in Genk spreekt hij de onsterfelijke zin ‘Het huwelijk tussen de coöperatieve gedachte en de beursgenoteerde haute finance is ongelukkig gebleken’, voorwaar een van de betere ‘tsjevenzinnen’.  Dat er zowel achter die ‘gedachte’ als achter die ‘finance’ mensen (met naam en adres) zaten die vaak een en dezelfde persoon waren en die dus verantwoordelijkheid droegen en dragen voor bijvoorbeeld de gemeentefinanciën van volgend jaar, komt misschien wel bij hem op (want hij kent ze) maar nooit ofte nimmer zal zo’n ACW-man, minister of voorzitter, die verantwoordelijkheid ook toewijzen. Neen, liever laat hij, onder besmuikt protest, de bonussen ongemoeid die de verantwoordelijken als beloning voor deze malversaties opstrijken.

Het meest schrijnende getuigenis komt dan nog van CVP-man en zeer onafhankelijk journalist Hugo de Ridder in Knack van 30 mei 2012. Hij had de Rerum Novarum-speech van Vanackere ook gehoord. Het is de moeite waard om hier toch een langere passage uit dit interview te citeren:

‘In tien jaar tijd verkochten ze (de bankiers Dirk Bruneel en Rik Branson, JPR) alles wat met veel inzet en solidariteit was opgebouwd: het reisbureau Ultramontes, de krant Het Volk, de drukkerij Sofadi, de Volksverzekering en de Bacob-bank, vakantiecentra als Hengelhoef en Zon en Zee, noem maar op. De opbrengsten hebben ze geparkeerd bij Arcofin; die werden later omgezet in 250 miljoen Dexia-aandelen. Daarop is nu 2,5 miljard euro verlies geleden. Dat is het drama van het ACW.’

Het is het drama van de bode. De Ridder somde al datgene op waarvoor de bode langs kwam. De huidige leiding van het ACW droeg helemaal geen ‘korte broek’ bij Wereldsolidariteit toen dit allemaal gebeurde. Develtere was toen een jaar of veertig, zeven jaar ouder dan Christus aan zijn kruis. Deze generatie is heel snel tot verantwoordelijke posten opgeklommen – maar ja, de ‘tijdgeest’ heeft hen hun principes doen inslikken. Toen ik enkele decennia geleden bij BAC ging, wist ik waarom ik dit deed. Met latent ongenoegen heb ik mijn volksbank BAC eerst tot Bacob en dan tot Dexia zien vervellen. Ik wil mijn bank terug. Ik wil de coöperatieven terug. Ik wil dat de bode weer aanbelt.

Akte van Verlating

De beker moet tot de bodem worden geledigd. Ook de droesem moeten ze drinken. Zo komen ze er niet van af, want een mea culpa krijgen we maar niet te horen. Ze krijgen van mij een daensistisch antwoord, dat had ik beloofd. Omdat ze de ultieme verantwoordelijkheid wilden ontlopen voor hun onethisch en onchristelijk, riskant, speculatief en megalomaan financieel gedrag in het wanbeheer van de vroegere volksbanken van de christelijke organisaties en werknemers: daarom schrijf ik hier mijn akte van verlating.

Vandaag lees ik dat het totale Dexia-risico dat de hele Belgische bevolking op zich heeft moeten nemen 72 miljard euro, of niet minder dan twintig procent van het Belgische bruto binnenlands product bedraagt. Hier moet meteen ook het verband worden gezocht tussen de twee grote thema’s van mijn verhaal, namelijk het financiële debacle van het ACW en het communautaire debacle van CD&V. De Dexia-garanties vormen inderdaad een werkelijke coup d’état, gepleegd door een regering in lopende zaken, met als gevolg dat de politiek onmogelijke unie die België is geworden, via een kolossale schuld weer voor een hele tijd in een financiële houdgreep zit. Verhoog de schuld, en de Vlamingen blijven in de staat. Het gaat om de lelijkste pad die ooit door een Vlaamse politieke partij in Vlaanderens korf is gezet. Zolang deze regering geen echt parlementair onderzoek naar deze malversaties toelaat, beschouw ik ze dan ook als een afruilmanoeuvre tussen PS (die de communautaire meubelen wou redden) en CD&V (die de financiën van de christelijke zuil wou vrijwaren).

Wat hebben de nog levende generaties (van Eyskens tot Beke) van de christendemocratie het afgelopen jaar immers aangericht? Aan het gouden kalf – of liever, aan het lichtjes verchroomd lemen kalf hebben ze in het huidige regeerakkoord de Vlaamse emancipatie opgeofferd. Ze hebben de Vlaamse coalitie verbroken. Ze hebben toegelaten dat er voor de regering-Di Rupo geen Vlaamse meerderheid is in de Kamer. Ze hebben nog meer grendels op de Vlaamse autonomie gezet dan er in de Grondwet al stonden. Omwille van hun onweerstaanbare drang om rotte compromissen te sluiten hebben de christelijke organisaties de Vlaamse mensen in de steek gelaten. Al hun organisaties hebben dat gedaan: hun banken, hun verzekeringsinstellingen, hun vakbonden, hun mutualiteiten, hun ziekenhuizen, hun scholen – tot en met hun kerken.

(wordt vervolgd in Jean-Pierre Rondas, De hulpelozen van de macht – Het federale graf van de Vlaamse regeringspartijen, Pelckmans 2012)

<Vindt u dit artikel informatief? Misschien is het dan ook een goed idee om ons te steunen. Klik hier.>

 

Jean-Pierre Rondas was tot 2011 radiomaker bij Klara (VRT) met de interviewprogramma’s Wereldbeeld en Rondas. Publiceerde 'Rondas’ Wereldbeeldenboek' (2006). Als stichtend lid van de Gravensteengroep redigeerde hij 'Land op de tweesprong. Manifesten ter ontgrendeling van Vlaanderen' (2012). In 2014 verscheen 'De hulpelozen van de macht'.

Commentaren en reacties