JavaScript is required for this website to work.
post

Een nieuwe regering in Zweden?

Herman Matthijs19/1/2019Leestijd 4 minuten
Zweeds premier Stefan Löfven mag zichzelf opvolgen na wekenlange impasse.

Zweeds premier Stefan Löfven mag zichzelf opvolgen na wekenlange impasse.

foto © Reporters

De nieuwe regering in Zweden stoelt op steun van links en rechts en zal voortdurend moeten shoppen in het parlement naar een werkbare meerderheid.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Na de verkiezingen van 9 september 2018 ziet het ernaar uit dat het land van ABBA een nieuwe regering zal krijgen. Inderdaad begon men daar in het noorden al te vrezen dat de Zweedse regeringsformatie aan de Belgische politieke ziekte begon te lijden! In ieder geval was de uitslag geen garantie voor een vlotte formatie (zie mijn eerdere artikel).

De uitslag

De Zweedse Riksdag (éénkamerstelsel) telt 349 zetels, en de kiezers hebben in september 2018 de kaarten niet eenvoudig gelegd. Het linkse kartel van de sociaaldemocraten (Socialdemokraterna), de groenen (Miljo) en de links-socialisten (Vanster) kwamen samen uit op 144 zetels. Dit linkse blok behaalde dus geen meerderheid, en ook de interne verhoudingen veranderden. De sociaaldemocraten van eerste minister, of in het Zweeds ’Statsminister’ Stefan Löfven hebben 100 zetels (min 13) en blijven de grootste partij. Ook de coalitiepartner in de minderheidsregering, de groenen, verliezen en zakken naar 13 (min 6). De linkse socialisten winnen zeven zetels bij tot 28. De niet-deelname aan de regering, wel met gedoogsteun, legde deze laatste partij geen windeieren.

Het rechtse kartel Allians for Sverige komt uit op 143 zetels, één minder dan het linkse blok ! Maar ook binnen dit blok zijn er verschuivingen. Zo gaan de toonaangevende conservatieven (Moderaterna) er zwaar op achteruit, naar 70 zetels (min 14). Daarentegen gaan de drie kleinere formaties erop vooruit: de centrumpartij (Centerpartiet) naar 31 (plus 9), de christendemocraten (Kristdemokraterna) naar 22 (plus 6) en de liberalen (Liberalerna) boeken één zetel winst, naar 20. Die verschuivingen zorgen voor spanningen in dit blok, dat in totaal wél twee zetels wint. Maar een meerderheid in het parlement is ver weg.

Het is de antimigratiepartij Sverigedemokraterna met leider Jimmie Akesson die 13 zetels wint, voor een totaal van 62.

De ‘Speaker

In Zweden speelt de koning geen rol meer in de regeringsformatie. De parlementsvoorzitter bepaalt de formatie, en bepaalt wie aan zet is. Andreas Norlen is de Zweedse Speaker of the House en hij behoort tot de Moderaterna.

Na de verkiezingen werd de sociaaldemocratische eerste minister Lofven weggestemd op 25 september. De conservatieve leider Ulf Kristersson mag een poging doen. Hij stelt voor om een conservatief-christendemocratisch minderheidskabinet te maken, met gedoogsteun vanuit de oppositie  (liberalen, centrumpartij en antimigratiepartij ZwedenDemocraten). Op 14 november werd dit idee weggestemd in de Riksdag. De centristen en de liberalen wilden niet weten van een samenwerking met de rechtse partij van Akesson. Het was de eerste keer sinds het ontstaan van het éénkamerstelsel in 1971 dat een voorgestelde regering werd weggestemd in het parlement. Maar veel belangrijker is dat de Allians for Sverige tot haar einde komt. De vier centrumrechtse partijen vallen uiteen over het punt van samenwerking met de ZwedenDemocraten.

De Speaker wendt zich tot Annie Loof, de leidster van de centrumpartij. Zij stelt voor om een regering te maken met zes partijen en met nog twee partijen in de oppositie: de links-socialisten en de ZwedenDemocraten. Maar ook dat idee sneuvelt in de Riksdag. Op 12 december wordt de sociaaldemocratische leider op pad gestuurd, maar hij sneuvelt al op 14 december. Dat laatste had vooral te maken met zijn begrotingsvoorstel voor 2019. Zijn ontwerp werd niet aanvaard, maar wel het voorstel dat is opgemaakt door de conservatieven en de christendemocraten. Het voorstel van deze twee partijen behaalt 154 stemmen, met de steun van de ZwedenDemocraten, tegen 144 (de drie linkse partijen) en 51 onthoudingen (centristen en liberalen). Bij deze begrotingsstemming bleek nog eens de verdeeldheid in de centrumrechtse alliantie. Maar door hun onthouding bij de stemming, haalde Kristersson een overwinning binnen.

Speaker Norlen besliste dan maar om geen kandidaat-eerste minister meer aan te stellen. Hij zette de ultieme data voor een stemming hierover op 16 en 23 januari. Als men er dan niet uit raakt, moet Zweden op 21 april 2019  opnieuw naar de stembus. Dat signaal verandert de situatie. Want nieuwe verkiezingen worden door nogal wat partijen gevreesd. Al is het maar omdat men denkt dat alleen de uitersten — de links-socialisten, en vooral de ZwedenDemocraten — hierbij te winnen hebben.

Oplossing

De conservatieven proberen ondertussen nog eens om de Alliantie te reanimeren, maar dat lukt niet. Maar het is de ex-premier, Stefan Löfven, die de doorbraak verwezenlijkt. Hij suggereert een doorgroeikabinet, van de sociaaldemocraten en de groenen met steun van de centristen en de liberalen. Dit idee heeft wel één groot probleem: het heeft maar 167 op 349 stemmen! Dus zou deze constructie de steun nodig hebben van een vijfde partij. De enige politieke mogelijkheid zijn de links-socialisten. Maar de centrumpartij en de liberalen willen onder geen beding weten van enige relatie met Vanster. Deze laatsten willen op hun beurt alleen over steun spreken als ze betrokken worden bij de onderhandelingen rond, en de uitvoering van een mogelijk regeerakkoord. Het resultaat is dat parlementsvoorzitter Norlen de derde stemming over een nieuwe eerste minster heeft verdaagd van 16 naar 18 januari. Want de Zweedse grondwet stelt dat er na vier mislukte stemmingen over een regeringsleider automatisch nieuwe verkiezingen komen.

Kabinet-Lofven

Uiteindelijk kwam het in de Riksdag gisteren, op 18 januari tot een zeer verdeelde stemming om Stefan Loven opnieuw Statsminister te maken. In totaal stemden 115 parlementsleden voor (99 van de 100 sociaaldemocraten en de 16 groenen). Het aantal nee-stemmen bedroeg 153 (1 centrist, 69 van de 70 conservatieven, 61 van de 62 ZwedenDemocraten en de 22 christendemocraten). Maar er waren ook 77 onthoudingen (30 van de 31 centristen, 27 van de 28 communisten en de 20 liberalen). Daarnaast ook vier afwezigen: 1 conservatief, 1 sociaaldemocraat, 1 communist en 1 Zweedse Democraat). De optelsom van de ja-stemmers en de onthoudingen geeft 192, dus meer dan de helft. Zodoende gaat Zweden verder met een minderheidskabinet dat moet rekenen op de steun van de liberalen, de centrumpartij en de conservatieve moderaterna. Dit wordt met andere woorden een zeer moeilijke oefening. De problemen zijn ook niet gering: de toetreding tot de euro, de verhouding tot de EU, het neutrale statuut of bij de NAVO aansluiten, en last but not least: de migratieproblemen.

Het minderheidskabinet zal moeten gaan shoppen in het parlement om overeind te blijven. Over de meeste dossiers zijn de partijen zeer verdeeld en deze regering zal een begroting moeten uitvoeren die is goedgekeurd op basis van een voorstel van de conservatieven. Maar nieuwe verkiezingen zien zoals gezegd vele partijen niet zitten. Het wordt een moeilijk jaar.

Herman Matthijs doceert publieke en openbare financiën aan de UGent en de VUB. Hij volgt o.m. overheidsadministratie en -begrotingen op, maar evenzeer de politiek van de VS.

Commentaren en reacties