JavaScript is required for this website to work.
post

‘Enkel God weet hoe dit verder zal evolueren’

180 jaar Vlaamse beweging

Karl Drabbe9/2/2020Leestijd 3 minuten
Philip Blommaert door Baugniet.

Philip Blommaert door Baugniet.

foto © Letterenhuis

In 1840 verliet de Vlaamse beweging de studeerkamer . Met een petitionnement formuleerde ze een minimum eisenprogramma dat nog lang zou meegaan.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

180 jaar geleden liet de tot dan toe louter literaire Vlaamse beweging voor het eerst van zich horen met een heus politiek programma. De ‘Taalminnaars’ zoals de taal- en letterkundigen heetten, die aandacht hadden voor wat toen de Vlaamse taal of het Nederduyts werd genoemd, zagen in dat ze het geweer van schouder moesten veranderen. Met een heus ‘petitionnement’ richtten ze zich – voor het eerst – tot de brede publieke opinie, koning en volksvertegenwoordigers. Minstens in de Vlaamse provincies van België, mocht de jonge staat ook het Nederlands hanteren. De verdere verfransing diende gestopt.

Eerste politieke agitatie

Net als Hendrik Jozef Elias, noemt Lode Wils 1840 en het ‘petitionnement’ voor het herstel van de ‘landstaal’ in bestuur, gerecht en onderwijs, ‘de eerste politieke agitatie’. Els Witte noemt het het ‘eerste politieke optreden’ van de taalminnaars. Brigitte Raskin gebruikt een metafoor uit de sport: toen werd ‘de aftrap gegeven’. Bij Elias klonk het iets barokker: ‘[D]e eerste manifestatie van een bewustzijn der eigen waarden’. De Franstalige pers becommentarieerde al vrij snel deze eerste concrete opsomming van eisen van een nog niet concreet georganiseerde Vlaamse beweging. De Luikse hoogleraar Nijpels reageerde: ‘C’est une lutte qui commence. Dieu sait où cela conduira.

Manu Ruys, de legendarische oud-hoofdredacteur van De Standaard, noteert in zijn boek De Vlamingen: ‘Voor het eerst gaf de pers een naam aan de nieuwe actie: le mouvement flamand, de Vlaamse beweging…’

13.000 handtekeningen mochten echter niet volstaan om de eisenbundel, die op 30 mei 1840 voorlag, te bespreken in de Kamer van Volksvertegenwoordigers. In de provincieraden van Antwerpen en Oost-Vlaanderen kwam het in de zomer wel tot een debat. En zelfs maatregelen die de eisen schoorvoetend tegemoetkwamen.

Eisenprogramma

Lang werd gedacht dat Jan Frans Willems, ‘de vader van de Vlaamse beweging’, de auteur was van de ‘pétitie’. In zijn biografie toont Ludo Stynen dat dat niet het geval was. Willems weigerde de tekst zelfs te ondertekenen, ‘omdat je nooit kunt weten waar dat toe leidt.’ Bevreesd als hij was als ambtenaar, nam hij in de Gazette de Gand  zelfs afstand ervan.

De eisen die auteur Philip Blommaert in het ‘petitionnement van Gent’ formuleerde, kwamen enkele jaren later terug in de Grievencommissie. De komende decennia zouden ze het voorwerp zijn van de politieke strijd van de Vlaamse beweging. Zowel liberale, vrijzinnige als katholieke flaminganten konden zich vinden in het minimumprogramma van toen. Ook al stelden ze in Antwerpen en Leuven licht afwijkende teksten op.

Een greep uit dat eisenprogramma, dat de volgende 130 jaar het minimumprogramma van de flaminganten en Vlaams-nationalisten in alle geuren en kleuren vormde. Een opsomming, niet van de historisch gefundeerde grieven. Wel van de eisen van toen.

Volgens de Nieuwe Encylopedie van de Vlaamse Beweging  (NEVB) formuleerden de ‘petitionarissen’ vijf fundamentele eisen. (1) De provinciale en gemeentelijke belangen moeten besproken worden in de ‘landstaal’. (2) Rijksambtenaren zouden deze taal gebruiken in relaties tot overheden en burgers. (3) Deze taal zou gebruikt worden in de rechtbanken. (4) Er was een Vlaamse academie nodig. (5) Gelijkberechtiging van Nederlands en Frans aan de Gentse rijksuniversiteit.

Paradigmashift

De originele petitie van Gent werd al op 15 januari verzonden naar Kamer, bisschoppen, pastoors en Kamerleden. De Antwerpenaren zaten ermee verveeld dat de Gentse flaminganten hen voor waren. En de overwegend katholieke Leuvenaren vonden de teneur van de tekst te ‘scherp voor de Walen’. Belangrijker echter: ze vonden elkaar in dit minimum- en actieprogramma, en gelukkig genoeg bleef de onenigheid tussen de Vlaamsgezinde leiders binnenskamers.

Einde mei deden er al 240 petities de ronde in Vlaanderen. Een raming houdt het op 13.000 ondertekenaars. In de NEVB  sluit Guy Lernout het lemma ‘Petitionnement’ kort en krachtig: ‘De politieke Vlaamse Beweging was definitief begonnen.’ De Luikse hoogleraar Nijpels had het toen al bij het rechte eind: ‘Een strijd is begonnen, enkel God weet hoe die gaat aflopen.’

Met het petitionnement werd de politieke basis gelegd van de Vlaamse beweging. Meteen betekende ze een heuse paradigmashift. Het petitionnement haalde de Vlaamse beweging definitief uit de studeerkamer.

De eisen van 1840 werden de volgende decennia telkens opnieuw herhaald. De grieventrommel werd door steeds meer Vlamingen steeds luider geroerd. De eisen werden uiteindelijk stelselmatig in wetten omgezet. In 1840 gebeurde dit nog binnen een strikt unitair Belgisch kader, dat niemand in vraag stelde. Maar nog voor de Eerste Wereldoorlog begonnen Vlaamse én Waalse Beweging – elk om hun redenen – structuurhervormingen, federalisme en meer te eisen.

Karl Drabbe is uitgever van ERTSBERG. Hij is historicus en wereldreiziger en werkt al sinds 1993 mee aan Doorbraak.

Commentaren en reacties