EU nog afhankelijker van Turkije
De Europese Unie staat machteloos tegenover Erdoğan.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementWaarnemers van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) hekelden meteen de Turkse parlementsverkiezing van 1 november 2015 die Erdoğan een absolute meerderheid opbracht.
In een gezamenlijk rapport met de Raad van Europa en het Europees Parlement oordeelden zij dat de verkiezing werd gekenmerkt door een ‘klimaat van geweld’ en dat geweld en democratie niet samengaan. Leden van andere partijen dan de AKP van Erdogan werden gearresteerd of aangevallen voor de verkiezingen.
De waarnemers waren van mening dat de vrijheid van mening in het gedrang kwam, omdat de media door het hoogste politiek niveau drastische beperkingen opgelegd kregen. Zij stelden dat de verkiezing weliswaar ‘vrij’ was, maar ook ‘onbillijk’ jegens de oppositiepartijen. Verder rezen vragen bij de ‘ongewone snelheid’ waarmee verkiezingsresultaten werden meegedeeld. Op korte tijd stond 70 procent van de uitslag al vast. In Turks Koerdistan werden kiezers herhaaldelijk door zwaarbewapende veiligheidslui zwaar aangepakt.
Na zijn verkiezingsoverwinning heeft Erdoğan al 35 medestanders van imam Fethullah Gülen opgepakt in het kader van een in Izmir gestart nieuw gerechtelijk onderzoek. De invloedrijke imam was lang een bondgenoot van Erdoğan, maar is intussen zijn gezworen vijand omdat hij eind 2013 een groot corruptieschandaal aan het licht bracht waarbij verschillende van Erdogans medestanders zouden betrokken zijn. Volgens Erdoğan is Gülen de spil van een ‘parallelle staat‘ die hem wil omverwerpen. Gülen zit inmiddels in de VS. In Turkije is hij beschuldigd van een poging tot staatsgreep. Verwacht wordt dat hij in januari 2016 door een Turkse rechtbank bij verstek wordt veroordeeld.
Over de verkiezingsoverwinning van Erdoğan valt dus heel wat te zeggen. Dat neemt niet weg dat hij van zowat de hele wereld felicitaties kreeg, gaande van Hamas tot het Vaticaan. Alleen Iran was ietwat terughoudend. Geen wonder, want volgens Erdoğan zijn de sjiitische Iraniërs uit te roeien ketters. Bovendien zijn Turkije en Iran regionale aartsrivalen.
Erdoğan maakt er geen geheim van president te willen worden van een streng soennitische republiek. Ten gronde verschilt die weinig van het IS- kalifaat. Wat hem eigenlijk voor ogen staat is, onder een andere naam, een soort nieuw Ottomaanse Rijk met daarin ditmaal heel Europa.
Om dit te bereiken is hij nu nog beter geplaatst. Hij hoeft niet met Europa te onderhandelen. De vraag is overigens met wie hij dat wel zou moeten doen. Hij kan nu, nog beter dan voordien, het continent gewoon naar believen overspoelen met een vluchtelingenstroom die Turkije door zijn gewelddadig ingrijpen in buurlanden deels zelf op gang brengt. Ankara wil die vluchtelingen niet in eigen land en zij willen er ook niet blijven.
Wat men er in Berlijn, Parijs of Londen en elders in Europa ook moge over denken: Europa is te onmachtig om tegen die Turkse hegemonie in te gaan. Het heeft zichzelf onmondig gemaakt door over de jaren een Europees machtsvacuüm te laten ontstaan. Het zal alsnog moeten proberen zijn eigen boontjes te doppen al is het daarvoor misschien al wat laat.
De grootste betrokken partijen hebben hun consequenties al getrokken.
Het laatste wat Rusland wenst, is een gewapende botsing met de NAVO-lidstaat Turkije en dus automatisch met de hele NAVO.
Voor de VS is Turkije broodnodig om hun eigen optreden in de regio niet te hinderen.
De EU, en Europa in het algemeen, moeten dus vooralsnog de vluchtelingencrisis gewoon ondergaan en, zoals ook hier te lande, niet zonder moeite enkele maatregelen treffen over de opvang van de migranten. Een goed voorbeeld daarvan is hoe Bondskanselier Merkel er zopas voorlopig is in geslaagd haar regering te redden en zelf politiek te overleven.
Op de eigenlijke oorzaken van de crisis heeft Europa al een hele tijd geen vat meer en na de verkiezingsoverwinning van Erdogan nog veel minder.
Voorwaar geen aangenaam vooruitzicht.
De auteur is ere-ambassadeur.
Foto: (c) Reporters
Theo Lansloot (1931 -2020) was licentiaat handels- en financiële wetenschappen. Hij was als ambassadeur op rust publicist bij verschillende media. Door zijn professionele achtergrond was hij welbeslagen inzake diplomatie en internationale politiek. Ook volgde Theo de verhoudingen tussen Nederland en Vlaanderen op de voet.
Oud-diplomaat Theo Lansloot linkt de resultaten van de Amerikaanse congresverkiezingen met de groeiende internationale spanningen.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.