Europa één (mening)
De grote fracties in het Europees Parlement blijken consequent eensgezind te stemmen. Is er dan nog sprake van een democratie?
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementIn een democratie worden nu en dan verkiezingen georganiseerd. De burgers kunnen bij die gelegenheid een keuze maken tussen verschillende aangeboden maatschappelijke projecten. Wie een meerderheid van de kiezers kan overtuigen, bepaalt welke koers het beleid zal uitgaan. Gunt de kiezer geen enkele partij meer dan de helft van de zetels, dan moet er worden gezocht naar partners.
De regering, die steunt op een meerderheid in het wetgevende parlement, oefent normaal de uitvoerende macht uit. In de Europese Unie ligt dat allemaal een beetje anders. De bevoegdheden van het Europese Parlement groeien weliswaar voortdurend maar zijn toch nog beperkter dan die van een klassieke volksvertegenwoordiging.
Dat Europees Parlement wordt wel verkozen volgens de gekende procedure. Partijen bieden zich aan bij het publiek en proberen hun programma ‘verkocht’ te krijgen. Daarna zoeken de verkozenen politieke beschutting bij een fractie, waarvan het Europees Parlement er nu zeven telt. De grootste is die van de christen-democraten (EVP), waar CD&V in huist. Sp.a vindt onderdak in de tweede, S&D. Open Vld maakt deel uit van de ALDE-groep en levert met Verhofstadt de fractieleider. N-VA maakt deel uit van de fractie van Groenen en Europese Vrije Alliantie, waar ook Groen in zit. Vanuit het thuisland bekeken, blijft dat een vreemde combinatie. Derk-Jan Eppink, verkozen op Lijst Dedecker, voelt zich goed bij de ‘Conservatieven en Hervormers’ waarin de Britse Conservatives de hoofdrol spelen. Frank Vanhecke, gewezen Vlaams Belang en nu onafhankelijk, maakt deel uit van de groep ‘Europa van Vrijheid en Democratie’ terwijl Philip Claeys van Vlaams Belang fractieloos blijft.
EVP (271 zetels), S&D (190) en ALDE (85) domineren met 546 op 753 zitjes het spel als ze elkaar in een compromis kunnen vinden. En dat ze elkaar vinden, mag wel worden gezegd. De Eurorealistische denktank Organization for European Interstate Cooperation turfde het stemgedrag van die drie grootste fracties in 2010. Er werd op knopjes gedrukt over 484 eindstemmingen en resoluties. Christen-democraten en socialisten stemden in 97,1 % van de gevallen gelijk. De EVP ligt nog dichter bij de liberalen, want in 97,5 % staan ze aan dezelfde kant. Het stemgedrag van socialisten en liberalen is identiek in 98,1 %.
Hoe afwijkend andere fracties kozen, werd niet onderzocht maar de cijfers van de grote drie zorgen bij een echte democraat toch voor beklemming. Christen-democraten, socialisten en liberalen vormen in Europa eigenlijk gewoon een eenheidspartij. Inhoudelijke meningsverschillen doen zich daar in Brussel of Straatsburg blijkbaar niet voor, tenzij in de voor het publiek onzichtbare achterkamertjes.
Een parlement waar de drie grote stromingen altijd hetzelfde stemgedrag vertonen, moet argwaan oproepen. Mogen we wel spreken van een democratie als driekwart van de parlementsleden consequent dezelfde mening blijkt te hebben (of althans, op hetzelfde stemknopje drukt)?
Zouden ze eensgezind het voorstel steunen om de naam Europees Parlement te vervangen door Volkscongres?
Peter De Roover was achtereenvolgens algemeen voorzitter en politiek secreteris van de Vlaamse Volksbeweging , chef politiek van Doorbraak en nu fractievoorzitter voor de N-VA in de Kamer.
Peter De Roover verantwoordt de keuze van de N-VA om in Vlaanderen een Zweedse coalitie op de been te helpen, zonder het Vlaams Belang.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.