‘Europa zal Belgisch zijn of niet zijn’
‘L’ Europe sera belge ou ne sera pas’. Dat was de titel van het hoofdartikel van Béatrice Delvaux in Le Soir, uitgerekend op de Vlaamse feestdag van 11 juli. De ex-hoofdredactrice, nu éditorialiste en chef, parafraseerde daarmee een beroemde uitspraak, die meestal wordt toegeschreven aan Charles Rogier: ‘la Belgique sera latine ou ne sera pas’.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementTerzijde: het is waarschijnlijk dat Rogier dat nooit heeft gezegd maar dat de uitspraak komt van de wallingant Raymond De Weerdt (schuilnaam ‘Colleye’) in 1915. Delvaux verwees met deze frappante titel natuurlijk naar de opvallende gelijkenissen in de discussie over de solidariteit tussen noord en zuid in België en … in Europa. Door de schuldencrisis blijken de zuiderse landen Griekenland, Portugal, Spanje en nu zelfs Italië in de verdrukking te komen. De oplossing moet dan komen van de noordelijke landen van de EU, vooral Duitsland, Nederland, de Scandinavische landen. Deze noord-zuid-solidariteit doet uiteraard denken aan de solidariteit in het federale België, die ook van noord naar zuid verloopt met een jaarlijkse transfer tussen zes en elf miljard euro , al naargelang wat men meetelt.
Het is logisch dat Franstalig België dat structurele solidariteitsmodel wil behouden, terwijl in Vlaanderen de overtuiging groeit dat er snel een responsabilisering van de deelstaten moet komen omdat de huidige solidariteit wel oneindig lijkt en geen herstel garandeert. In het zuiden oordeelt men dat men zo kan blijven voortdoen als de rijke buurman toch blijft betalen.
Transferunie
België wordt een transferunie genoemd, maar het begrip duikt nu ook op in Europa. Volgens de aanhangers van dit model bewijst de crisis rond de euro dat er meer structurele solidariteit moet komen tussen de rijkere en de armere lidstaten van de Unie. België op een grotere schaal dus om de muntunie in stand te houden. In de landen die steeds weer mogen ‘geven’ – Duitsland maar ook Nederland – groeit daartegen verzet. Men gelooft niet in een systeem waarbij spaarzame en economisch goed bestuurde landen moeten blijven opdraaien voor de ‘ontvangers’ die vooral sterk zijn in het uitgeven van dat geld.
Franstalig België heeft zich helemaal aan de zijde van de transferunie geplaatst. Europa moet een groot België worden. Het lijkt grotesk, maar het is niet nieuw. Op vele terreinen menen de Franstaligen dat het Belgisch systeem een voorbeeld is voor heel de wereld. Dat geldt ook voor ons sociaal zekerheidssysteem met onder meer levenslange werkloosheidsuitkeringen of voor onze automatische indexkoppeling. Ook links in Vlaanderen neemt die redenering over. In feite heeft de rest van de wereld gewoon ongelijk. Het is zoals in het liedje van Hugo Matthysen over Blankenberge: ’ik wou dat ik in m’n achtertuin zo’n België (Blankenberge) had’.
Vandaar ook de verzuchting van Béatrice Delvaux. Als Europa wil blijven bestaan moet het een groot België worden. In haar commentaarstukken duidt ze ook de ondergravers aan van de solidariteit, namelijk de nationalisten genre N-VA , die willen terugkeren naar de waarden van ‘natie’, ‘identiteit’ en ‘ieder voor zich’, kortweg de egoïsten. In Frankrijk is de UMP van Nicolas Sarkozy van hetzelfde slag, met hetzelfde discours over natie en identiteit. Het Vlaams-nationalisme zal volgens Delvaux een van de doodgravers (‘fossoyeurs’) van Europa zijn. De strijd tegen die Vlaams-nationalisten is dus ook een heroïsche strijd voor een solidair Europa.
Spuwen in de hand die geeft
Maar je kunt moeilijk een diepe Europese schulden- en muntcrisis uitsluitend in de schoenen van De Wever en Co schuiven. Er zijn uiteraard andere vijanden van de solidariteit. Dat zijn niet de ‘potverteerders’, maar zij die twijfelen over structurele transfers. In de eerste plaats Angela Merkel dus. De Duitse bondskanselier wordt in Le Soir beschuldigd van ‘opschepperige ultimatums, in onvoorzichtige en dus onverantwoordelijke verklaringen ‘ . Het klinkt binnenlands ook bekend.
De crisis is in werkelijkheid meer Duits dan Grieks, schrijft Maroun Labaki (Le Soir, 19 juli). ‘In elk geval is Duitsland meer een deel van het probleem dan van de oplossing’. Spuwen in de hand die u voortdurend te eten geeft? Het is een opmerkelijk standpunt.
Peter De Roover was achtereenvolgens algemeen voorzitter en politiek secreteris van de Vlaamse Volksbeweging , chef politiek van Doorbraak en nu fractievoorzitter voor de N-VA in de Kamer.
Peter De Roover verantwoordt de keuze van de N-VA om in Vlaanderen een Zweedse coalitie op de been te helpen, zonder het Vlaams Belang.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.