JavaScript is required for this website to work.
Politiek

Fascisme vandaag

Gevaren van fascisme zijn niet geweken

Ora Chardon 26/5/2022Leestijd 5 minuten
Fascisme kan ook in het huidige digitale tijdperk, in een andere gedaante, de
kop opsteken.

Fascisme kan ook in het huidige digitale tijdperk, in een andere gedaante, de kop opsteken.

foto © wiki

Het fascisme kan door zijn aantrekkelijkheid ook in het huidige digitale tijdperk, in een andere gedaante, de kop opsteken.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Kenmerken, voorbeelden, overeenkomsten

De termen fascisme en nationalisme worden vaak als synoniemen van elkaar gebruikt, hoewel ze niet noodzakelijk met elkaar samenvallen.

Het woord nationalisme is afgeleid van het Latijnse natio, wat ‘geboorte’ of ‘afstamming’ betekent. Een natie is dus een gemeenschap die een gezamenlijke afkomst deelt. Onze landgenoten, de elf miljoen Belgen die elkaar niet kennen, vormen vrijwillig een gemeenschap of een groep. Dat groepsgevoel — het nationalisme — is nodig en maakt het samenleven mogelijk. Zonder dat gevoel van mild nationalisme met toewijding aan de natie en trots op het vaderland, zou men in de natuurstaat verkeren waar de wet van de sterkste heerst. Dit ziet men gebeuren in sommige oorlogsgebieden van het Midden-Oosten of in bepaalde streken van Afrika. Het gevoel van gezamenlijke afkomst en trots — van nationalisme — is er afwezig.

Als men in tegenstelling daarvan gaat kijken naar de meest vredevolle landen ter wereld, zoals IJsland, Zweden of Japan, dan ziet men dat er in die landen wel een gevoel van nationalisme heerst. Een milde vorm van nationalisme valt dus niet te verwarren met extremisme en is zelfs wenselijk. Deze vorm van nationalisme vertelt mij dat mijn natie uniek is, dat ik bepaalde verplichtingen heb ten opzichte van mijn medeburgers en dat ik trots mag zijn op mijn vaderland.

Verschillen en gevaren

Het fascisme, daarentegen, is een politieke ideologie die gebaseerd is op een extreme vorm van nationalisme, met in haar kern het geloof in een hergeboorte of reorganisatie van de samenleving. Het vertelt mij niet dat mijn natie uniek is, maar dat mijn natie superieur is. De vrijwilligheid en verantwoordelijkheid van de burger moeten wijken voor exclusieve verplichtingen ten aanzien van de natie. Men gaat ervan uit dat het individu niet over voldoende verantwoordelijkheidscapaciteiten beschikt en dat de staat — die het overneemt van de individu — beter weet wat echt goed is voor zijn burgers.

In normale omstandigheden heeft elke mens tegelijkertijd meerdere loyaliteiten; familie, vrienden, werk, geloofsovertuiging, vaderland, en dergelijke. Het fascisme negeert de verschillende loyaliteiten, negeert de persoonlijke verantwoordelijkheden, negeert de persoonlijke keuzes. Het negeert vooral de complexiteit van het leven om alles te reduceren tot de ideologie van de leider(s). De enige verplichtingen die men nog heeft, zijn verplichtingen ten aanzien van de staat. Dit kan heel ver gaan, want aangezien alles vertrekt vanuit een reductionistisch model, is het niet ondenkbaar om te stellen dat de staat zal verwachten dat u uw familie, vrienden, werk of ideeën opgeeft voor een hoger goed. Alles — zelfs de ethiek met haar diepgewortelde waarden en normen — moet wijken voor één (nieuw) narratief.

Geen tegenspraak

De fascistische staat zal pijlers inzetten om cultuur, onderwijs of wetenschap te evalueren. Cultuur mag blijven bestaan als die binnen de staatsideologie past. Al de rest wordt gecensureerd. Hetzelfde geldt voor het onderwijs. Ook de wetenschap moet de belangen van de staat dienen. Denk bijvoorbeeld aan bioloog en landbouwkundige uit de Sovjet-Unie, Trofim Lysenko. Zijn foutieve theorie over erfelijkheid mocht niet tegengesproken worden omdat diens (foutieve) ideeën het belang dienden van de staat.

Het uitsluiten van mensen die afwijken van wat de natie als (nieuwe) norm beschouwt, wordt binnen een fascistisch denkkader aanvaard. Als men dit doortrekt dan wordt het laten sterven of zelfs het actief vermoorden van mensen gerechtvaardigd.

Waarom gaan we hierin mee?

We denken over het fascisme op de verkeerde manier door het fascisme of het kwaad als monsters te beschrijven en ze tot iets simplistisch te reduceren. We denken dat ze eruitzien als de ‘stouterik’ uit de Disney-films of uit de sprookjes van Charles Perrault. Door aan iets als iets lelijks te denken, geloven we dat we meteen als het kwaad zullen herkennen. Als men die reductie maakt, dan begrijpt men niet waarom mensen het kwaad — het fascisme — zo aantrekkelijk vinden.

Het probleem is dat het kwaad in het dagdagelijks leven er niet verwerpelijk uitziet. Het kwaad ziet er zelfs prachtig uit. Goethe beeldde dat idee van ‘het kwaad’ al uit in Faust (1790). In Faust verandert namelijk het beeld van de duivel — de verpersoonlijking van het kwaad — drastisch. De duivel, die er voordien verwerpelijk uitzag, wordt in Goethes Faust beschreven als een knappe, zelfverzekerde, sluwe man, die probeert om mensen te verleiden over te stappen naar ‘het kwaad’.

Ook in de schilderijen uit de negentiende eeuw merkt men dat de duivel menselijker is dan in eerdere werken. De duivel heeft in die schilderijen meestal een verleidelijk lichaam, maar ook kenmerken van iets heiligs, iets bovennatuurlijks zoals vleugels. Dit is precies wat ‘het kwaad’ is. Het ziet er nooit verwerpelijk uit. Het heeft een prachtig gelaat. Mensen kiezen nooit voor ‘het kwaad’ als zijnde ‘het kwaad’ dat er verwerpelijk uitziet. Mensen bewandelen de weg naar het kwaad, omdat die geplaveid is met goede bedoelingen en hogere idealen.

Aantrekkelijkheid van het ideaal

De meest abjecte daden uit de geschiedenis vloeiden steeds voort uit een mooi verhaal, een gemeenschappelijk ideaal dat er niet monsterlijk uitzag. Een aantrekkelijk idee van charismatische leiders veroorzaakt het kwaad. En het conformisme van de grote massa faciliteert en onderhoudt dit kwaad.

Dus wanneer je naar de wereld en naar jezelf kijkt in de spiegel van het fascisme, dan zie je geen monster. Je ziet jezelf honderd keer mooier dan wat je in de werkelijkheid bent. Je valkuilen verdwijnen, je zwaktes worden niet meer getoond en je ziet wat je altijd al hebt willen zien. Dit is de reden waarom het fascisme doorheen de geschiedenis zo aantrekkelijk was.

De psychiater die oorlogsbeul en Gestapoleider Klaus Barbie onderzocht, schreef bij het begin van zijn verslag: ‘Il est anormalement normal.’ Het kwaad is vaak banaal, ziet er niet extreem of abnormaal uit en maakt mij vooral wijs dat ik door het aanhangen van die ideologie mooier ben dan wat ik me ooit heb kunnen voorstellen. Waarom zou ik daar dan niet in meegaan?

Fascisme vandaag

Macht draaide vroeger rond het beheren van grondgebieden; hoe meer grondgebieden iemand in zijn bezit had, hoe machtiger hij was. Daarna werden machines belangrijker dan grondgebieden en lag de macht dus bij diegenen die de machines hadden en beheerden. Vandaag draait macht rond het beheren van data. Wie de meeste data beheert, is de machtigste.

Fascisme, of een tendens van fascistisering van de maatschappij, kan verschijnen wanneer te veel data door te weinig mensen beheerd worden. Het is niet ondenkbaar dat een overheid data misbruikt of een algoritme ontwikkelt om haar burgers te controleren. Dit zal steeds voorgeschoteld worden als het hoogste goed. Zoals Camus schrijft in zijn artikel Hommage à un journaliste exilé (1955): ‘Le bien-être du peuple en particulier a toujours été l’alibi des tyrans, et il offre de plus l’avantage de donner bonne conscience aux domestiques de la tyrannie’. [‘Het welzijn van het volk in het bijzonder is altijd het alibi van tirannen geweest, en het brengt tevens het voordeel met zich mee dat het de dienaren van de tirannie een zuiver geweten geeft.’]

De geschiedenis herhaalt zich niet, zegt men, maar ze rijmt vaak. De schrijver Pasolini schreef dat wanneer het fascisme terug op het theater zal verschijnen, het in de vorm van antifascisme zal zijn. De fascistische spiegel komt inderdaad niet noodzakelijk van rechts. De vader van het fascisme is niet, zoals velen denken, Hitler — hij was wel een fascist, maar heeft het fascisme niet uitgevonden. De vader van het fascisme was Giovanni Gentile, de extreemlinkse minister van onderwijs onder Mussolini. Zoals alles zit de waarheid een beetje overal: rechts, links en zelfs in de extremen. Dit geldt ook voor het fascisme. Een moreel kompas mag voor die reden nooit afhangen van politieke preferenties.

Dus wanneer het spiegeltje aan de wand jou vertelt dat je de mooiste van het hele land bent, breek de spiegel.

De auteur is pedagoge en bijna afgestudeerd filosofe

Commentaren en reacties