FGM. De gruwel van een drieletterwoord
Internationale Dag tegen Vrouwenbesnijdenis
Niet alleen tijdens de officiële Internationale Dag tegen Vrouwenbesnijdenis, maar élke dag moeten we ons stem luid laten horen. Stop FGM!
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementFGM. Laten we het voor de duidelijkheid maar genitale verminking bij (jonge) meisjes noemen. Assita Kanko beschreef het eerder al hoe zij in Burkina Faso als 5-jarige door haar moeder gedwongen werd tot deze nachtmerrie.
Tegenwoordig zijn er dokters die zich toeleggen op het herstellen van de schade bij genitale verminking: herstellen is in deze een erg hoopvol woord. Assita ging als een van de 16.000 patiënten op consultatie bij Dr. Pierre Foldès, een arts in de Parijse banlieue die al 6.000 vrouwen operatief heeft kunnen helpen.
Haar onbeschroomd verslag is pijnlijk en onthutsend. Dan pas besef je wat een gruwel deze meisjes toegebracht wordt.
Ik word er stil van.
‘Vrouwen die besneden werden, leven vaak in een veel bredere context van geweld en onderdrukking. Doorgaans is er dus ook een veel omvangrijker begeleidingstraject nodig.’ zegt Dr. Foldès in een gesprek met De Standaard. ‘Vervolging moet echt een hogere prioriteit krijgen.’
200 miljoen
Assita is niet de uitzondering. Al 200 miljoen vrouwen en meisjes werden gedwongen de traumatiserende praktijk van de genitale verminking te ondergaan. Op hun mama roepen, hielp niet, integendeel. ‘Want Allah verhoort alleen de gebeden van besneden meisjes.’ Religie die verminking goedpraat. Ik vind het ronduit godslasterlijk. Welke god wil dit?
Cultuurshock
Een poos geleden sprak ik met een vakbonds-‘madame’ die genitale verminking bij jonge meisjes weliswaar — na wat aandringen — gruwelijk vindt, maar er meteen aan toevoegt dat dergelijke praktijken eigen zijn aan een bepaalde cultuur en ‘wie zijn wij om kritiek te hebben op andere culturen.’
Wij zouden dus open-minded, vanuit ons idealistisch en breeddenkend begrip, jonge meisjes moeten laten verminken, omdat de patriarchale cultuur waarin ze groot gebracht worden, alleen maar met geweld en onderdrukking wil heersen over vrouwen.
Het past bij het betoog van iemand als Petra De Sutter van Groen die recent voor de Assemblée van de Raad van Europa pleitte voor het behoud van de verworven nationaliteit van terroristen. En dit in naam van het respect voor mensenrechten, riep ze uit. Hilarisch. De nabestaanden van de slachtoffers van bomaanslagen keken ongetwijfeld onthutst en ontdaan toe.
Hoe zou het dan zijn met de mensenrechten van jonge, verminkte meisjes, vraag ik me af. Kijken we daar gemakkelijkheidshalve ook even van weg?
Doe anders wat lacherig
Het hoort voor progressief links-groen allemaal samen: zij die islam belijden worden wat graag gepamperd, — want mensenrechten, weet je wel, en culturele verrijking en godsdienstvrijheid of vrije keuze in de liberale rechtsstaat…
Voor de slachtoffers van bomaanslagen en hun nabestaanden, voor ex-moslima’s of de ontelbare onderdrukte slachtoffers van sharia, voor de vele verminkte meisjes, blijven bescherming en mensenrechten dode letter. Ze hebben er geen oog voor, ze kijken halsstarrig de andere kant op. Vanwege linkse progressieven is er zelden enig openlijk medelijden. Vreemd toch?
Peter Geerts die in het Federaal Parlement Groen vertegenwoordigt, vond het ook al leuk om grapjes te maken over sharia (die de dag voordien door de Raad van Europa als onverenigbaar bestempeld werd met mensenrechten — zie het artikel van Pieter Bauwens).
De sharia-rechtbanken in het Verenigd Koninkrijk zijn geen fabeltje — Machteld Zee wijdde er haar proefschrift aan. De getto-vorming die hier in Brussel ondertussen al langer ontstaan is, zorgt voor meer segregatie en meer tweederangsburgers. Het zou links-groen-progressief sieren wanneer ze vrouwonderdrukking, discriminatie en het ontstaan van parallelle samenlevingen zouden afwijzen.
Ach wat. Progressief links is zich nooit bewust van de problemen, ze praten nooit met slachtoffers, wat zouden ze weten van de gruwel die jonge meisjes meemaakten? Het wordt beschamend om dit soort politici ‘progressief’ te noemen.
17.000 slachtoffers in België
Tweehonderd miljoen vrouwen. Je houdt het niet voor mogelijk in onze moderne tijden. Een half miljoen van die vrouwen woont in Europa. Volgens de laatste cijfers die Vera Jourova, Europees commissaris voor Gendergelijkheid, heeft gepubliceerd, lopen ontelbare meisjes gevaar besneden te worden. Tegen 2030 zou het gaan om 68 miljoen jonge vrouwen en kinderen uit 25 landen. In België zijn er 17.000 slachtoffers en weten we dat 8.600 meisjes het risico lopen verminkt te worden
Vervolgingsbeleid
Volgens Zuhal Demir knelt het schoentje vooral bij de handhaving en vervolging. ‘We weten dat er besnijders zijn in Brussel en Antwerpen, die thuis besnijdenissen uitvoeren. Maar het is geen prioriteit voor het parket. Preventie is goed en nodig, maar er moet vanuit justitie ook een repressief luik aan zijn’, zei ze. ‘Er moet een vervolgingsbeleid zijn en de minister van Justitie moet daar een prioriteit van maken. Ik wil dat op tafel leggen.’
Ik ga er van uit dat er — toch — een erg brede maatschappelijke consensus bestaat om genitale verminkingen te verbieden. Godsdienstvrijheid, vrije keuze, cultuur, … het speelt in deze niet. Het gaat louter om beschaving. Om menselijkheid. Om menselijke waardigheid.
Protest moet niet enkel — snel, snel, op een drafje — tijdens de Internationale Dag tegen de Vrouwenbesnijdenis: het moet elke dag opnieuw geuit worden. Met luide stem. Kunnen we in godsnaam (ik zeg het met opzet, in godsnaam) voor altijd een einde maken aan deze barbaarse gruwelpraktijken?
Personen |
---|
Onder deze schrijversnaam maakt Ann Moella deel uit van een Pajots bloggersduo "Moella & Verweer". Opgeleid als communicatiewetenschappers - vrij van elk dogma - willen zij het fake 'politiek correcte' denken doorprikken. Het waarnemen van 'framing' fenomenen genereert 'mixed feelings': van vermakelijk tot verontwaardiging.
Oikofobie is geen lege doos, maar een bestaande realiteit. Deugkampioenen mogen roepen dat het niet bestaat. Ze sluiten zo diversiteit uit.
De scherpste kantjes er afvijlen, dat is ook met een nieuwe oppositiekuur in het vooruitzicht geen optie, benadrukt Tom Van Grieken (VB).