‘Gaan we met meer schulden het klimaatbeleid betalen?’
Interview met Carsten Pillath, directeur-generaal bij de Raad van de EU
Carsten Pillath, directeur-generaal van het Secretariaat van de Raad van Europa.
foto © Doorbraak/Elisabeth Alteköster
Carsten Pillath, directeur-generaal bij de Raad van de EU, laat zijn licht schijnen over de eurozone en het klimaatdebat.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementCarsten Pillath werkt sinds 2008 als directeur-generaal voor het Secretariaat van de Raad van de Europese Unie. De Raad is de onbekendste van de drie grote EU Instellingen, naast het Parlement en de Commissie. Vrij onbegrijpelijk, want hier komen regelmatig de ministers van alle vakgebieden uit alle lidstaten samen. De regeringshoofden verzamelen gemiddeld vier keer per jaar. Hier worden de grote politieke vraagstukken onderhandeld, samen met het Europese Parlement.
Carsten Pillath was voordien afdelingshoofd in het Duitse Ministerie voor Financiën. Economie en Financiën, de fameuze ‘ECOFIN-Raad’, is nog steeds het belangrijkste deel van zijn activiteiten. Hij adviseert de voorzitters van de verschillende Raden en van de Eurogroep. In meer dan tien jaar bij de Raad heeft hij veel ministers voor Economie en Financiën aan zich voorbij zien trekken. Jeroen Dijsselbloem was hieronder zeker een van de belangrijksten. Maar ook Schäuble en Varoufakis waren zijn gesprekspartners. Vele ideeën en oplossingen tijdens onderhandelingen en crisissituaties komen niet alleen van de Europese Commissie maar ook van de medewerkers van het Raadsecretariaat. Zij worden geacht op een neutrale manier de dienstdoende EU-voorzitters tijdens hun zes maanden te helpen een compromis te vinden tussen de verschillende nationale posities. Dit is geen simpele taak.
Stabiliteits- en groeipact
Ik bezoek hem in zijn kantoor waar hij achter een rond bureau zit, waar ondanks de geordende hoeveelheid aan papier stapels van verschillende hoogtes opvallen. Hij komt net uit de Raad voor Concurrentievermogen waar de ministers voor Industrie, Interne Markt of voor Onderzoek samen komen. Hij is moe en het is laat. Toch moet ik hem met de centrale vraag lastig vallen.
Meneer Pillath, waarom hebben we in de eurozone een stabiliteits- en groeipact ?
‘Om deze vraag te beantwoorden moet men terug gaan naar de oorspronkelijke ideeën die tot een monetaire unie geleid hebben. Men wilde in de eerste plaats de individuele lidstaten ontlasten van de permanente beslissing hun valuta te devalueren of te revalueren. Alleen, in het begin besefte men niet voldoende dat men met de monetaire unie een bepaalde ‘asymmetrie’ gecreëerd heeft. Het monetaire beleid is gecentraliseerd. Maar het recht van de nationale parlementen zelf over hun begroting te beslissen, blijft decentraal. Deze asymmetrie betekent dat je democratisch geen invloed meer hebt op het monetaire beleid. Maar met betrekking tot je begroting kan je doen of laten wat je wil.
Zo lang je deze soevereiniteit houdt, kan een euroland onbeperkt schulden opbouwen en daarmee de rentevoet naar boven jagen. De hogere rente maakt geld lenen ook duurder voor de buurlanden. Je creëert dus spill-overs naar je buurlanden die van dezelfde kapitaalmarkten afhankelijk zijn. De economie in een muntunie is vergelijkbaar met een weiland waar je de schapen laat grazen. Als dit zonder grenzen of regels gedaan wordt, is het weiland opeens leeg. Had Duitsland al die jaren een expansief uitgavenbeleid gehandhaafd en diep in de schulden gezakt, dan hadden de anderen landen onder de hoge renten op de kapitaalmarkt moeten kreunen.’
‘Breng je buurman geen schade toe’
‘Het belangrijkste principe van de regels in de eurozone stelt: “Breng geen schade toe aan je buurman”. Omdat de rentevoet een belangrijke schakel is en te hoge schulden in een land tot te dure leningen in een ander land kunnen leiden, heeft men regels geïntroduceerd. Men wilde schulden maken niet per se verbieden.
Dit heeft in de jaren ’90 tot de opstart van het stabiliteits- en groeipact geleid, dat in het begin gewoon Stabiliteitspact heette. Men wilde in de eerste plaats de spill-overs tussen de landen beperken. Die beperking werd opgelegd door het verbod om het jaarlijkse begrotingstekort niet boven de 3 % van het bruto binnenlands product (BBP) te laten stijgen en de staatsschuld niet boven de 60 % van het BBP te laten groeien.
Wat we de voorbije jaren vrij goed onder controle hebben gekregen, is het deficit van 3 %. Met haast alle eurolanden is men hier tot afspraken gekomen. Wat helemaal uit de hand gelopen is, is de stand van de schulden. Sommige landen hangen nog steeds rond de 100 % en hoger. De hoge stand van schulden blijft geen probleem, zo lang als de rente niet naar boven schiet.’
Rekening doorschuiven
Het gaat dus op dit moment vrij goed?
‘Wat we op dit moment beleven, is dat eurolanden, zoals Frankrijk of Italië, de noodzakelijkheid niet meer voelen om binnen de grenzen te blijven. De rentevoet is laag en de drang het jaarlijkse deficit van 3 % te overschrijden groot. Ze voelen zich gerustgesteld door het monetaire beleid dat uit Frankfurt komt en zij willen weer lucht hebben om te ‘ademen’. Een handvol lidstaten beweren dat zij dit nodig hebben om hun economieën weer op gang te brengen, als een soort medicijn. Maar wat zij vergeten zijn, is het overdrachtseffect en het besmettingsgevaar voor de anderen.
De verleiding is groot het gat tussen stijgende uitgaven en krimpende inkomsten met hogere schulden te vullen. Een politicus wil met alle middelen vermijden de huidige generatie de rekening te presenteren met belastingverhogingen. Voor politiek is het steeds een grote verleiding de kiezer van vandaag te sparen en de lasten naar de volgende generatie door te schuiven. Om deze redenen is het zo belangrijk op EU-vlak regels te hebben die ervoor zorgen dat dit niet uit de hand loopt.’
Zijn er op dit moment discussies om het stabiliteits- en groeipact te veranderen?
‘Die discussies zijn er, en een grote druk komt van de kant van het klimaatdebat. Actie tegen klimaatverandering en de opwarming van de aarde eisen ongelofelijk veel investeringen. Deze zouden nog meer schulden genereren. Maar de centrale vraag die achter het klimaatbeleid staat, is of je bereid bent aan de kiezer uit te leggen dat dit niet over meer schulden gaat, maar over het terugschroeven van consumptie-uitgaven ten gunste van investeringen. Op dit moment dreigt de discussie over het klimaat over te hellen naar meer schulden maken. De politiek verantwoordelijken zijn bang de burger met hogere kosten te confronteren en de jonge klimaatspijbelaar weet niet hoe de economie in mekaar zit. Dit probleem zal onder de ministers van Financiën nog tot moeilijke discussies leiden.’
Beperkte kennis
Een van onze bekendste klimaatactivistes, Anuna de Wever, zei inderdaad dat geld niets anders voorstelt dan papier dat bedrukt wordt….
‘Ja, en hier zien we de beperkte kennis rond het onderwerp economie. Het drukken van geld op zich genereert nog geen enkele technologische voorspoed. Men kan zo veel geld drukken als men wil, daarmee is nog geen investering gedaan. Om zowel producten als productie milieuvriendelijker te maken, heb je niet alleen veel geld, maar ook veel tijd nodig. Als men ziet dat de Chinezen in staat zijn binnen vier jaar het grootste vliegveld ter wereld te bouwen… in Duitsland is dat het minimum aantal jaren om een bouwvergunning te krijgen.
En je moet over een zekerheid beschikken voor je planning. Als morgen elke autofabrikant de productie van zijn diesel- of benzinevoertuig stil zou zetten, en alleen nog maar elektrische auto’s zou bouwen, wat weet hij dan? Is de elektrische auto het doel, of alleen een overgangstechnologie? Dat maakt een enorm verschil. Volkswagen gaat niet opeens als een gek elektrische auto’s beginnen bouwen. Als er niet voldoende laadpalen komen, blijft Volkswagen met zijn auto’s zitten. Het heeft een impact op je vaste activa, of zoals de Engelsen zeggen, capital stock. Aanpassen en veranderen naar milieuvriendelijke technologieën en producten is niet iets wat met een vingerknip gebeurt. Dit zal zeker meer dan 3-4 jaar duren. Er is niet alleen de aanpassing bij de vaste activa, maar er zijn ook de veranderingen op de arbeidsmarkt. Als vandaag tien werknemers een voertuig bouwen, kan dit morgen nog maar één arbeider zijn.
Op zich liggen de politieke verschillen niet bij de milieudoelstellingen. Iedereen wil CO2-neutraliteit binnen min of meer hetzelfde tijdsbestek. Maar niemand weet hoe men daar geraakt. Iedereen in de politiek heeft een vaag idee over waar we naartoe moeten. Maar het managen van dat overgangsproces, dat is de grote uitdaging.’
Hier en nu
En de jonge generatie wil dat alles onmiddellijk gebeurt…
‘De jonge generatie verlangt naar een sterke centralistische staat die op een dirigistische manier alles beslist en stuurt wat zij eisen. Zij weten niet hoe een markt werkt en beseffen niet dat hun iPhone met alle snufjes nooit op dirigistische manier was ontwikkeld geraakt. Om milieuvriendelijke motoren voor vliegtuigen te bouwen of op CO2-vrije manier staal te produceren heeft men veel onderzoek en technologische ontwikkeling nodig. Hiervoor heb je de markt en geld voor investeringen nodig.’
En daarmee zijn we weer bij de lage rentevoet van de ECB…
‘De ECB is tot het einde van haar kunnen geraakt. Waar het gedrukte geld nu echt naartoe gaat, daarvan hebben we geen duidelijk idee. Hierover kibbelen de economen. Maar we hebben het spaargeld van de burger nodig die er op dit moment voor gestraft wordt. Mevrouw Lagarde moet van koers veranderen. Anders eten de burgers hun spaarcenten op, of gaan ze vastgoed kopen.’
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Oud-directeur EU Begroting en Financiën in de Raad van de Europese Unie.
De EU wil Oekraïne versneld toelaten. Zal dit de EU baten en is dit het geopolitieke instrument om te zorgen dat de oorlog niet verder uitloopt?
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.