Generatie Grijsgedraaid
foto ©
Hebben oudere mensen nog inbreng in de laatste jaren van hun eigen leven of worden ze door ons geleefd?
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementHet is 1 oktober en mijn vriend en ik staan aan te schuiven in de Spar. Al vlug wordt het er gigantisch druk. Het is maandag en heel wat studenten doen dan hun inkopen. ‘Beter wat vroeger gekomen’, dacht ik, ‘maar ja we hebben tijd.’ In het begin van de lange rij staat een oudere dame aan te schuiven met een rollator. Ik schat haar boven de 70. Wanneer het haar beurt is, slaat de sfeer om. De oudere vrouw betaalt contant en omdat ze niet meer zo fit is, gaat dat voor de kassierster blijkbaar veel te traag.
Ze roept luid genoeg, zodat wie achteraan in de rij staat het ook kan horen: ‘ SCHAAMT GIJ U NIET, AL DIE STUDENTEN MOETEN NU DOOR U WACHTEN, HET IS ALTIJD HET ZELFDE MET JULLIE OUDE MENSEN, JULLIE VERPESTEN HET VOOR DE REST.’ Sommige studenten lachen. Eén dame roept: ‘Goed gezegd!’ De oudere dame gaat stil naar buiten. Ik kan me niet inhouden en terwijl mijn vriend aan de kassa betaalt loop ik haar achterna. Ver is ze niet, want haar lichaam kan met de snelheid van de samenleving duidelijk niet meer mee. ‘Mevrouw, ik wou even zeggen dat ik het niet oké vond hoe er tegen u geroepen werd.’
Een lach vanachter een mondmasker
De dame is volledig van haar melk, ze excuseert zich en zegt dat het niet met opzet was. Opnieuw zeg ik dat dat nog steeds geen reden was om zo uitgekafferd te worden. Iedereen heeft het recht om te winkelen waar en wanneer hij wil. Dan zegt ze iets dat me lang zal bijbleven: ‘Ik maak dit constant mee.’ Ze bedankt me en vanachter haar mondmasker zie ik toch een lach verschijnen. Wanneer mijn vriend met de boodschappen buitenkomt zegt hij dat hij de kassierster er nog eens over heeft aangesproken, maar die begon dan maar gewoon te roepen tegen hem. Respect en geduld. Het is soms ver zoek.
‘s Avonds zie ik beelden uit de woonzorgcentra. Een oudere man weent. Zijn familie stuurde hem naar daar. Liever had hij thuis gezeten, daar hing de geur nog van zijn overleden vrouw. In een zwaar vergrijsde samenleving, waar senioren de grote groep uit maken, worden ze vaker gezien als een last. In zo een geïndividualiseerde samenleving voel ik me niet thuis.
Een fundamenteel ander probleem?
Misschien ben ik anders opgevoed? Ik heb altijd geleerd respectvol te zijn voor de oudere generatie. Mijn band met mijn grootouders is enorm liefdevol en misschien daarom raakt dit me zo hard. Tuurlijk ben ik geprivilegieerd. Beiden zijn ze bijna 90 en bijna 60 jaar getrouwd, nog steeds gezond. Ik probeer ze tweewekelijks te zien en in tijden van corona zoomen en mailen we veel. Ik weet, weinigen hebben dat geluk. Wanneer een zware ziekte toeslaat of je valt alleen, dan zijn woonzorgcentra en rusthuizen soms de enige opties voor familie. Maar de beelden uit de woonzorgcentra, de vaak veel te kleine ziekenhuiskamers (waar soms nog geen foto aan de muur mag hangen) het beleid naar senioren toe, het voorval in de Spar… het wringt.
Zetten we de noden van senioren nog genoeg centraal? Hebben ze nog inbreng in de laatste jaren van hun eigen leven of worden ze door ons geleefd? Is de generatiekloof, waar zo vaak over wordt geschreven, te groot geworden of gaat het hier over een fundamenteel ander probleem?
Generatiekloof?
Wat die gapende generatiekloof betreft, lijkt ze me er altijd te zijn geweest. De Sinatra-generatie zag de Beatles-kinderen met hun lawaai niet graag komen. De King-Lovers vinden de Bieber-fans maar niks en over al dat tjingel tjangel dat jonkies vandaag goed vinden, breek me daar de bek niet over open. De kloof tussen de generaties, de verschillen in smaken en cultuur die zullen er waarschijnlijk altijd wel zijn. Dus wat is er nu dan anders? Is het een kwestie van respect tussen jong en oud?
Nochtans, ik zie heel wat ouderen die deuren openen voor jongeren. Die kansen geven: ‘ the future is young’. Ik zie heel veel jonge geëngageerde jeugd in de frontline staan in tijden van corona: boodschappen doen voor oudere buren, vrijwilligerswerk in woonzorgcentra,…
Zondebok
Zeggen dat het een algemene strijd is tussen jong en oud klopt gewoon niet. De kassierster in de Spar was zelfs dubbel mijn leeftijd. Dit is geen voorbeeld van de ‘jeugd van tegenwoordig’ die geen respect meer heeft. Nee, er schuilt hier een verontrustende trend die ik zie over al de generaties heen, in al de hoeken van de samenleving, in alle rangen van de bevolking: de drang om een zondebok te vinden. En ja, ook onze senioren worden vaak gepenaliseerd. Ze zijn een economische last, ze kosten bakken geld en uren zorg, ze zijn niet mee en verzuurd, een bende conservatieve boomers, afgezaagd, grijsgedraaid.
De kassierster in de Spar vond de oudere dame een last. Het was haar schuld dat de rij zo lang was. Alsof de twintig studenten achter haar niet evenzeer deel uitmaakten van die lange rij. Het moet diep hebben gezeten, de haat tegenover ouderen. Ofwel had ze gewoon een heel kort lontje, maar het feit dat deze senior aangaf dat ze dit vaak meemaakt, dat raakt me. Het wijst op de verharding die ik rond me voel, de nood om al onze frustraties uit te spuwen en het toch maar eens ‘goed gezegd’ te hebben.
Een samenleving bouw je niet op verschillen, op kloven, op frustraties. Als we zelf wat meer respect willen, zullen we dat ook moeten geven. Te beginnen bij zij die ons voorgingen. Want zo verschillend zijn we niet. Sterker, we kunnen meer leren van elkaar dan we soms denken. Vergeet niet, ooit zijn wij ook grijsgedraaid.
Lore Baeten (24 jaar) is gemeenteraadslid voor CD&V in Sint-Niklaas. Sociaal werker van opleiding en studeert internationale politiek in Gent.
Lore Baeten neemt afscheid van haar rol als Doorbraak-columniste met een terugblik op wat het haar geleerd heeft dit voorbije jaar.
‘Moslimhater valt kerstmarkt aan’: het leek voor vele media een haast verfrissend discours. Maar heel wat vragen blijven onbeantwoord.