Gratis beleidsadvies
Coronamaatregelen moeten proportioneel en rationeel zijn
De nutteloze samenkomst van de NVR kan simpel worden samengevat als een versoepeling van zowel de zinloze als de noodzakelijke maatregelen tot op het niveau van het verhoopte draagvlak.
foto © BelgaImage / Olivier Hoslet
Na 7 maanden inefficiënt en peperduur crisisbeleid is het tijd voor een gerichte aanpak.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe recente samenkomst van de Nationale Veiligheidsraad resulteerde weerom in een zielloos compromis tussen wetenschap, economie, overheidsmiddelen en vooral draagvlak. De elvendertig interpretaties van evenveel beleidsactoren smoorden elke restovertuiging in de kiem.
Je kan de nutteloze samenkomst van de NVR simpel samenvatten als een versoepeling van zowel de zinloze als de noodzakelijke maatregelen tot op het niveau van het verhoopte draagvlak. Uit onmacht benadrukte de premier nogmaals de verantwoordelijkheid van de burgers die de overheid blijkbaar niet kan afdwingen. Een noodkreet in plaats van noodbeleid.
Geen draagvlak
Men zou denken dat de optelsom van expertise en ratio van zo’n beleidsraad tot duidelijkheid en efficiëntie leidt. Tot oplossingen die werken. Uit de behandeling van het draagvlakvraagstuk leid ik echter het omgekeerde af. Het draagvlak kalft volgens menig beleidsmaker of expert af vanwege de veelheid aan nutteloze maatregelen. Zoals het dragen van mondkapjes op kalme plaatsen in de buitenlucht.
In de supermarkt is duidelijk te zien dat deze stelling niet klopt. Klanten ontsmetten massaal hun winkelkar vóór gebruik. Nochtans controleren de meeste supermarkten dat niet. Ze voorzien enkel papier, ontsmettingsproduct en een vuilnisbak in de zone van de karretjes. Mensen begrijpen goed dat er een reëel risico is op verspreiding via de handgreep van zo’n winkelkar. De kosten-batenanalyse voor het vermijden van dit risico is ook erg voordelig, mits de benodigdheden voorhanden zijn.
Egoïsme of altruïsme?
Of men dit doet uit zelfbescherming, bescherming van dierbaren of puur altruïsme is niet duidelijk. Waarschijnlijk een combinatie van alle drie, maar toch vooral op basis van eigenbelang en dat van de naasten. En laat dit nu juist de belangrijkste component zijn om het draagvlak te meten en te begrijpen.
De overvloed aan onzinnige regels tast enkel het draagvlak voor het volgen van diezelfde onzinnige regels aan. Het draagvlak voor het volgen van regels die effectief zijn, is afhankelijk van de aanwezigheid van altruïsme binnen de samenleving. Je mag altruïsme trouwens niet verwarren met burger- of gemeenschapszin. Dit laatste is veel breder en beschrijft het verantwoordelijkheidsgevoel van een burger ten opzichte van de gemeenschap. Een burger kan zijn burgerplicht zelfs vervullen door zich egoïstisch op te stellen, of omgekeerd.
Rationele zorgzaamheid
Hoe zwakker de menselijke relatie is, hoe minder zorgzaam men voor elkaar is. Logisch. Zorg toedienen vraagt opoffering van tijd, energie of vermogen. Voor onszelf en onze naasten zijn we meestal bereid grote opofferingen te maken. Voor de onbekenden uit onze gemeenschap daarentegen moet die opoffering over het algemeen worden afgedwongen door de overheid. En om deze verplichte zorg duurzaam te houden, moet de opoffering proportioneel en de legitimiteit van de zorg rationeel zijn. De mate van die proportionaliteit en rationaliteit wordt bepaald door de hele gemeenschap. Niet enkel door de elite.
Sociale klasse, leeftijd, afkomst, regio en andere factoren bepalen mee in welke mate burgers gemeenschapszin vertonen. Een bij de ouders inwonende twintiger zonder televisie op de kamer die zijn grootouders amper bezoekt, is waarschijnlijk minder bereid om uit altruïstische overweging grote opofferingen te maken in zijn levenskwaliteit.
Een senior writer die aan één dag niet voldoende heeft om al zijn twitterlikes en -retweets te tellen, vol trots zijn optredens in actuaprogramma’s herbekijkt, tig telefoontjes beantwoordt van intellectuele vriend en vijand, en ’s avonds het gezin verblijdt met al zijn wijsheid, heeft het misschien net iets makkelijker om zich als zorgzaam medeburger te etaleren.
Grenzen aan altruïsme
Juist omwille van het abstracte risico op verspreiding van een virus dat slechts voor bepaalde risicogroepen gevaarlijk is, is niet elk burger even bereid om opofferingen te brengen. Ondertussen weet iedereen dat kinderen, jongeren, jongvolwassenen en zelfs volwassenen tot de leeftijd van zowat zestig jaar zelden zwaar getroffen worden door het virus. De enkele verhalen die in de media opduiken over een kerngezonde veertiger die door een medische hel ging nadat hij of zij besmet raakte door covid, zijn voor de grote massa ver-van-het-bed-gebeurtenissen.
Het logische gevolg daarvan is dat de angst voor besmetting daalt indien men zelf, of de naasten, niet tot een risicogroep behoort. Tegelijk zorgt het voor het besef dat de opofferingen disproportioneel zijn ten opzichte van de kans om iemand uit een risicogroep te besmetten en ten opzichte van de verbondenheid met de risicogroep.
Crush the curve
Het virus wordt te veel benaderd vanuit het verspreidingsrisico. Het risico iemand te besmetten die zelf een kettingreactie aan besmettingen veroorzaakt met uiteindelijk de besmetting en ziekenhuisopname of sterfte van een risicopatiënt, is te abstract. De kans om als niet risicogeval gevaarlijk ziek te worden, laat staan te sterven, is te marginaal ten aanzien van de langdurige opoffering van zoveel levenskwaliteit. Net als het risico om een dierbare die niet tot de risicogroep behoort, zulk lot te bezorgen door besmetting. In dat opzicht zou men zelfs kunnen stellen dat het getuigt van gemeenschapszin om voor het behoud van welvaart en welzijn sommige maatregelen níet op te volgen.
Een louter anti-verspreidingsbeleid zal nooit een breed draagvlak genieten. In zulk geval moet het beleid opgedrongen worden en met controles en sancties gehandhaafd worden. Een beleid dat zich concentreert op de risico’s die ertoe doen, zal een breed draagvlak genieten en is tevens makkelijker te handhaven.
Risicogroep-beleid
Het enige wat moet worden vermeden is ernstige ziekte en overlijden. Op uitzonderingen na valt dit enkel de risicogroep ten deel. Deze groep, hoofdzakelijk bestaande uit ouderen en mensen met onderliggende problemen zoals hart- en longziekten, bevindt zich bijna uitsluitend onder de inactieve bevolking. Een zeer gericht zorg- en quarantainebeleid zou dan ook geen significante impact hebben op de economie en dus de welvaart.
Noodcapaciteit in coronazorg zou al een belangrijke marge creëren om elke getroffen risicopatiënt de nodige ziekenzorg te verschaffen. Uitbreiding van de woonzorgcapaciteit door middel van woonunits of het ombouwen van lokale infrastructuur kan voor een lagere bevolkingsdichtheid van de woonzorgcentra zorgen en dus een kleinere kans op verspreiding. Een uitgekiende algemene bezoekersprocedure in de modernste en veiligst mogelijke omstandigheden verhindert eenzaamheid. Een speciaal ontwikkeld dienstencentrum kan instaan voor een veilige dienstverlening ten behoeve van de volledige risicogroep. Denk aan huishoudhulp, winkelen, vervoer en zelfs sport en ontspanning.
Een soft- en hardwaredienstverlening kan zorgen voor de installatie of het gebruik van online communicatiemiddelen. Tijdssloten kunnen worden ingelast zodat gedurende economische dalmomenten enkel de risicogroep gebruik kan maken van delen van het openbare leven zoals supermarkten, apotheken, fitnesscentra, enzovoort.
Verloren tijd… en geld
Na zeven maanden inzetten op de complete uitroeiing van een hardnekkig virus hebben we de Belgische schuldenput nog een heel pak dieper uitgegraven, tellen we meer dan tienduizend coronaslachtoffers en zitten we nog steeds met hetzelfde rotvirus opgescheept.
Een gerichte en krachtdadige aanpak had de welvaart van onze kinderen en kleinkinderen minder gehypothekeerd, had de risicogroep beter beschermd met minder sterfte tot gevolg en zou ons vandaag meer perspectief bieden om nog even samen te leven met covid.
Categorieën |
---|
Londerzelenaar, vader van twee, projectontwikkelaar en vooral erg begaan met alles wat de samenleving vorm geeft.
John Croughs: ‘Zowel een beperking van deze migratiebeweging als een integratiebeleid werden door toedoen van de moraliserende media onmogelijk gemaakt.’
Joseph Conrad heeft Poolse roots, groeit op in Rusland, wordt zeeman in Frankrijk, ziet met eigen ogen de gruwel in Congo en wordt uiteindelijk schrijver in Groot-Brittannië. Een bewogen leven.