Groen, tussen gelijk hebben en kiezers overtuigen
Meyrem Almaci en Kristof Calvo in 2015. Toen nog beste vriendjes…
foto © Belga
Groen wou in 2019 de grootste worden van de progressieve partijen. Dat lukte niet. Ondertussen zakken ze weg in de peilingen en in hun gelijk.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementGroen wou in 2019 de grootste worden van de progressieve partijen. Dat lukte niet. Ondertussen zakken ze weg in de peilingen en in hun grote gelijk.
Wat te doen?
Meyrem Almaci (Groen) is opgestapt. Daarmee zijn bijna alle Vlaamse partijvoorzitters die verloren bij de verkiezingen van 2019 weg: Gwendolyn Rutten (Open VLD), Wouter Beke (CD&V) en John Crombez (sp.a). Enkel Bart De Wever (N-VA) zit er nog, voorzitter voor het leven lijkt hij wel. De voorzitter kwestie wordt stilaan een existentiële vraag voor N-VA. Maar vandaag is de vraag wie kan Groen opnieuw op de rails zetten? En hoe moet dat dan?
Eigenlijk is het geen goed moment om voorzitter van Groen te worden. De peiling die samen met dit artikel verschijnt, zal niet goed zijn voor Groen. De nieuwbakken voorzitter van Groen lijkt dan ook voorbestemd om de verkiezingen in 2024 te verliezen. Ook een fijn vooruitzicht. Want hoe dan ook ben je dan als voorzitter gekwetst, of kwetsbaar.
Regeringsdeelname
Maar waarom staat Groen nu in de hoek waar de klappen vallen? Voor het eerst in 20 jaar zitten ze in de regering en energie, ecologie, natuur en klimaat het domineren politieke debat. Groen zou toch bij uitstek de vruchten moeten dragen van die politieke aandacht? Maar het lukt niet.
Misschien is de maatschappij te groen geworden voor Groen. Misschien vinden veel kiezers dat de basiseisen van die partij zijn verworven en dat ze nu te ver gaat, overdrijft. Daarmee win je geen kiezers. Enkel de overtuigde, de geradikaliseerden blijven dan over. Zoals in Gent. Waar op de Gentse feesten één fastfood kraampje op twee geen vlees meer mag aanbieden. Ga daarmee naar de verkiezingen. Het is als tijdens een verkiezingscampagne voorstellen dat je de salariswagen zal afschaffen.
Uit de bubbel
Je mag dan overtuigd zijn, maar dat werkt enkel in de eigen bubbel. Eens in de buitenwereld win je daar politiek niet mee. Wie wil dat burgers minder vlees eten, moet ze daartoe verleiden, niet verbieden. De vraag is of de overheid zich wel moet bemoeien met de hoeveelheid vlees die de burger consumeert. Trouwens komen er compensaties als die veggie-standjes niet goed verkopen? Of zijn die plaatsen goedkoper?
Amper twee weken geleden zei Rik Van Cauwelaert op onze podcast dat Groen tegen de muur loopt van haar eigen overtuiging. Het is fijn om rechtlijnig te zijn in de oppositie. Daar kan dat. Maar in de regering komen ze er nergens mee. De realiteit van het regeren blijkt weerbarstiger. Groen manoeuvreert van de ene impasse in de andere.
Drammen
Dé taak voor de nieuwe voorzitter van Groen is de geloofwaardigheid herstellen en de drammerige toon die afspat van de Groen website milderen. ‘Het oude economische model, verslaafd aan olie, gas, steenkool en oneindige groei, heeft z’n grenzen bereikt.’ Zo staat het in het partijprogramma. Zo stelt Groen het economische systeem, onze manier van leven, in vraag. De economie moet niet altijd groeien want dat legt een te grote druk op het ecosysteem. Maar zeg je daarmee niet aan de kiezer: u moet verarmen, dat is beter voor de natuur? Met een dergelijk dromerig, voluntaristisch, misschien wel radicaal wereldbeeld, word je geen grote partij.
Hetzelfde kan je zeggen over het energiestandpunt van Groen. ‘Tegen 2050 draait ons land voor honderd procent op een duurzame mix van zonne- en windenergie, waterkracht, geothermie, duurzame biomassa en golf- en getijdenenergie. Heel wat studies bewijzen dat het kan. Maar dan moeten we vandaag de juiste keuzes maken. Niet vasthouden aan achterhaalde technologieën. Uitstel kost immers handenvol geld.’ De vraag is of dit geen eco-populisme is, eenvoudige oplossingen voorstellen voor ingewikkelde problemen. Wie gelooft die mensen nog? Groene energie heeft ons allemaal 30 miljard gekost voor 20% van de stroomopwekking (cijfers 2020) en dan is die factuur nog niet volledig betaald. Nu de energieprijzen stijgen fietst Groen met tegenwind.
Kernenergie
Over kernenergie: ‘Kerncentrales houden altijd risico’s in, zeker de oude scheurtjes-centrales in België. Radioactief afval is een onaanvaardbare erfenis voor de volgende generaties. Bovendien hindert kernenergie de doorbraak van hernieuwbare energie. Daarom sluiten we tegen 2025 alle kerncentrales.’ Hoeveel kiezers geloven dat nog? Die ‘scheurtjes-centrale, is niet half zo gevaarlijk als voorgesteld. En hoe heeft kernenergie gehinderd om vandaag de geïnstalleerde capaciteit hernieuwbare energie te hebben?
De kernuitstap moest dé groene trofee worden van deze regeringsdeelname. Was dat wel zo verstandig? Ook dat was iets dat leeft in een bepaalde groene bubbel. Wie oud genoeg is, kent ze. Het is die generatie groenen die met stickers zeulden ‘Kernenergie, neen bedankt’. Na de kernramp van Fukushima leek de kernuitstap een logische keuze. Maar dat momentum is nu echt voorbij. Zeker door de oorlog in Oekraïne en de gasprijzen.
Pragmatisch groen
Ze bestaan, de pragmatische Groenen. Die zien dat we co2-arm energie kunnen maken mét kernenergie in de energiemix. Misschien moeten die in de partij toch eens op tafel slaan. Enig pragmatisme zou Groen niet schaden bij verkiezingen.
Groen is vast overtuigd, maar heeft niet de communicatiekracht om dat uit te leggen. Politiek gelijk hebben is één ding, maar je moet ook gelijk krijgen door de kiezer, anders haal je geen stemmen. Dat lijken de Groenen te zijn vergeten. Steeds gelijk krijgen in de media heeft ze misschien vervreemd van de realiteit.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.
Politici die zelf niet weten waar ze voor staan: ze kunnen mooi vertellen, maar regeren gaat moeilijk.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.