Groene dogma’s zijn nefast voor onze luchthaven
Boeing 737 Max.
foto © Wikimedia Commons
In tegenstelling tot de spoorsector kiest de luchtvaartsector wél voor ecologische en duurzame vooruitgang, schrijft Brent Roelandt (Jong N-VA).
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementTerwijl de verenigde ecologisten ons allen vlieg- en autoschaamte willen aanpraten, zet federaal mobiliteitsminister Georges Gilkinet deze groene mobiliteitsdogma’s om in beleid. Althans iets dat er op lijkt.
De meest recente beleidsnota van Gilkinet heeft namelijk eerder iets weg van een ecologistische bijbel dan van een document dat de mobiliteit in ons land ten goede moet komen. Dit stond uiteraard in de sterren geschreven wanneer men een groene minister de post van Mobiliteit aanbiedt. Terwijl hij van een groei in het treinvervoer zijn paradepaardje maakt, sabelt hij alle voorstellen en initiatieven voor een duurzamere luchtvaart neer. Wat kun je dan ook anders verwachten van een minister die losweg verkondigt dat hij ‘vliegtuigen niet leuk vindt’?
Wortelt deze haat ten opzichte van de luchtvaart in een onverwerkt trauma bij het als kind meemaken van turbulentie op een Airbus A320 of een Boeing 737? Wat de aanleiding van deze blinde afkeer ten opzichte van de luchtvaartsector en onze luchthavens ook mag zijn, het is duidelijk dat Gilkinet al van bij zijn aantreden het niet onder stoelen of banken steekt dat hij de luchthaven en haar partners geen warm hart toedraagt. In eerdere communicatie en in zijn meest recente beleidsnota schuwt hij het woord ‘geluidsvuilnisbak’ als benaming voor de luchthaven dan ook niet.
Opmerkelijke woordkeuze toch voor de benaming van het bedrijf en de sector waar Gilkinet zelf voogdijminister van is. In diezelfde trend geeft Gilkinet in zijn beleidsnota aan dat het voor de luchtvaartsector een moeilijke zomer was. Iets wat door de luchthavengemeenschap volledig wordt tegengesproken. Is er dan geen overleg? Klaarblijkelijk niet, zo blijkt uit een breed gedragen persbericht vanuit de luchthavengemeenschap. Dat minister Gilkinet geen fan is van constructief overleg bleek trouwens al in het verleden toen hij frontaal in de aanval ging met de gedelegeerd bestuurder van de NMBS. Nochtans het bedrijf dat zijn oogappel is.
Groene dogma’s
Laat ik even meer ter zake komen. Gilkinet is bevoegd federaal minister voor Mobiliteit. Hij is bevoegd voor zowel vervoer via de lucht, via het spoor, via de weg en via onze binnenwateren. Al van bij zijn aantreden, wil hij ‘het spoor de ruggengraat van onze economie’ maken.
Een nobel opzet, maar om hierin te slagen moet blijkbaar elk ander type vervoer, met uitzondering van de fiets of elektrische steps, eraan geloven. Niet in het minst de luchtvaartsector. Nochtans, en misschien wel bewust ‘vergeten’ door Gilkinet, is onze nationale luchthaven van Zaventem de tweede economische motor van ons land, met 64 000 rechtstreekse en onrechtstreekse jobs. Uiteraard is economisch rendement en jobcreatie een bijzaak voor een groene dogmatist.
Beleidsdaden doen luchthaven pijn
Sinds zijn aantreden in 2020 ent Gilkinet zijn beleid dan ook volkomen op het spoorvervoer. Volgens hem brengt elke euro die in het spoor geïnvesteerd wordt, minstens 3 euro op. Verschillende studies, waaronder van het gerenommeerde consultancybureau Deloitte, hebben dit al tegengesproken. Dat een trein beter is voor het klimaat dan een equivalent aan wegvervoer of vervoer per vliegtuig, valt niet tegen te spreken. Een vereiste is wel dat er gebruik gemaakt wordt van schone energie voor de aandrijving ervan. Een probleem waar de NMBS nog steeds mee worstelt, aangezien ze in sommige delen van het land nog steeds vervuilende dieseltreinen moeten laten rijden. Uit antwoorden van Gilkinet op verschillende parlementaire vragen is gebleken dat hier niet snel verandering in zal komen.
Terug naar de luchthaven. In tegenstelling tot de spoorsector valt er in de luchtvaartsector wel een duidelijke ecologische en duurzame vooruitgang waar te nemen. Onze nationale luchthaven is al sinds enkele jaren volledig klimaatneutraal. Ik zou graag het eerste klimaatneutrale station tegenkomen. Of het zou moeten zijn dat de miljoenenontsporing van het station van Bergen dient om dit station klimaatneutraal te maken, maar daar vrees ik voor.
Daarnaast nemen ook luchtvaartmaatschappijen zelf initiatief om de sector klimaatvriendelijker te maken. Belgische luchtvaartmaatschappijen zijn hierin zelfs voorlopers. Zowel TuiFly als AirBelgium zijn beide maatschappijen die als één van de eersten in Europa met toestellen zoals de Boeing 737-max of de Airbus A300-neo zijn beginnen vliegen. Iets waar een normale mobiliteitsminister trots en tevreden over zou moeten zijn, behalve als deze mobiliteitsminister van groene stempel is klaarblijkelijk.
Vluchten van minder dan 500 kilometer
Door de Vivaldi-regering werd beslist om vluchten van minder dan 500 kilometer extra te belasten. Toevallig vertrekken de vluchten vanuit ons land met een afstand van minder dan 500 kilometer grotendeels vanop Zaventem en niet vanop de Waalse luchthavens van Charleroi of Luik. Een pestbelasting dus voor alle reizigers vanaf onze nationale Vlaamse luchthaven.
Vanzelfsprekend zijn vluchten van minder dan 500 kilometer af te raden, maar er is gewoonweg geen deftig alternatief voor handen. Initiatieven vanuit de luchthavengemeenschap hieromtrent, die zelf voorstander is van nieuwe HST-verbindingen vanuit de luchthaven naar grote steden in de buurlanden, worden stelselmatig door Gilkinet genegeerd. Dit blind dogmatisme is dus ook nefast voor zijn eigen beleidsdoelstellingen.
Nood aan minister voor alle mobiliteit
Nooit eerder was er een federaal minister van Mobiliteit die zoveel openlijke afkeer vertoonde voor onze nationale luchthaven en de luchtvaartsector. Nochtans is de luchtvaart één van de meest innovatieve en vooruitstrevende sectoren als het aankomt op mobiliteit. Met de alsmaar verdere vergroening van de verschillende vloten en het CO2-neutraal maken van luchthavens zijn ze pioniers als het aankomt op het in de praktijk omzetten van ecomodernisme. Ecomodernisme toont aan dat economische vooruitgang hand in hand kan gaan met klimaatvriendelijkheid. Een praktijk die een minister die het zogezegd goed voor heeft met het klimaat zou moeten toejuichen, in plaats van zelf mee te werken aan klimaathysterie.
We hebben nood aan een minister van Mobiliteit die oog heeft voor alle types mobiliteit en niet enkel voor diegene waar hij zelf een fetisj voor heeft. Alleen op die manier kunnen we ervoor zorgen dat zowel onze mobiliteit vooruitgaat en onze economie geen schade wordt toegebracht.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Personen |
---|
Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.
Karianne Boer: ‘De lockdowns hebben bijgedragen aan bijna 200 maal meer kindermisbruikmateriaal.’
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.