JavaScript is required for this website to work.
Media

Het grote gelijk van Bart Brinckman

Doe niet flauw over opiniëring

Klaas Cobbaut4/8/2017Leestijd 3 minuten
Bart Brinckman, De Standaard-journalist die tot een ‘case’ uitgroeide.

Bart Brinckman, De Standaard-journalist die tot een ‘case’ uitgroeide.

foto © ReadMyLips

Zeg van Brinckman wat je wil, maar hij legt de vinger wel op de wonde: de opiniërende journalistiek is bezig aan een opmars.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Hulde aan Bart Brinckman! Nee, écht. De omstreden Wetstraatjournalist vertelt deze week oprecht interessante dingen in Knack. Dat interview is de tweede reactie vanuit De Standaard op de harde aanval van N-VA-voorzitter Bart De Wever – en het is veruit de intelligentste repliek.

Hoofdredacteur Karel Verhoeven publiceerde enkele dagen eerder al een antwoord op De Wever. In dat opiniestuk maakt Verhoeven het proces van de N-VA-voorman, zonder in te gaan op zijn belangrijkste beschuldiging: dat er in De Standaard al lang geen muur meer staat tussen opiniëring en berichtgeving. Verhoeven ontkende het probleem zelfs staalhard: ‘De krant doet niet aan politiek, ze bericht erover zonder te veel eigen passies.’

Brinckman overtuigt/d

Brinckman is geen huichelaar of hypocriet: hij erkent in Knack dat het strikte onderscheid tussen opiniëring en berichtgeving inderdaad vervaagt. In plaats van het probleem te negeren of te ontkennen, probeert Brinckman er een context voor te schetsen:

‘Als kranten willen overleven, moeten ze zich aanpassen. Dat kunnen ze niet door de kolommen te vullen met feitelijke berichten van het persagentschap Belga. (…) Een modern krantenbericht moet ‘meerwaarde’ hebben. En dus moet je, als journalist, het nieuws duiden, er extra uitleg bij verschaffen en achtergronden aandragen die de lezer nog niet kent. Natuurlijk versmalt de grens tussen berichtgeving en opinievorming dan.’

Krant vol columns

Tijd voor een onpopulaire opinie: Bart Brinckman heeft helemaal gelijk. Kranten hebben – zeker op de krappe Vlaamse markt – geen enkele toekomst als droge dragers van nieuwsfeiten. De meeste nieuwsconsumenten hebben de hoogtepunten uit de actualiteit al lang voor het avondnieuws meegekregen via sociale media. De klassieke krant valt pas de volgende ochtend in de bus – als de nieuwsfeiten zelf al hopeloos achterhaald zijn.

Het doet er niet toe of dit een positieve of negatieve evolutie is: de internetrevolutie laat zich toch niet terugdraaien. Mensen zullen in de toekomst alleen nog kranten kopen als de redacties erin slagen om extra lagen toe te voegen aan de gebeurtenissen waarover iedereen al gehoord heeft. Dat betekent dat de persoonlijkheid én de persoonlijke opvattingen van journalisten onvermijdelijk een grotere rol gaan spelen bij de invulling van de krant. De krant krijgt kleur: de kleur van de journalisten zelf.

Het gevaar is  dat de krant een verzameling van columns wordt. Zelfs het oudste kwaliteitsblad wordt dan gewoon een collectie van goeie pennen die de gebeurtenissen van de vorige dag becommentariëren. Dat kan al snel eentonig worden, want het journalistieke keurkorps is in Vlaanderen ook nogal eentonig. De overgrote meerderheid van de journalisten is blank, mannelijk, hoogopgeleid, afkomstig uit de middenklasse en duidelijk links-progressief.

Het nieuws wordt in Vlaanderen ‘geduid’ door een zeer homogene groep beroepsjournalisten die over tal van hete hangijzers krek hetzelfde denkt. Grosso modo zijn bijna alle journalisten voor praktijktesten, voor verdere Europese integratie, voor migratie, voor een uitgebreide overheid en een uitgebreide sociale zekerheid, tegen separatisme, tegen Trump, tegen militairen op straat, tegen het concept van ongelijkheid en tegen Israël. En zo zijn er nog tal van voorbeelden te bedenken.

Transparantie en zelfkritiek

Het probleem is niet dat er steeds meer opiniërende journalistiek is – eigenlijk is het probleem niet eens dat alle kranten in Vlaanderen vol staan met steeds weer dezelfde opinies. Hét probleem is dat er nog te veel flou artistique hangt rond die opiniërende journalistiek. Veel halve opiniestukken presenteren zichzelf nog altijd als ‘gewone’ artikels. Dat is even erg én misleidend als de zogenaamde ‘native advertising’: reclameboodschappen die zich vermommen als nieuwsartikels.

De kranten in Vlaanderen zouden open kaart moeten spelen over de opvattingen die heersen op de redactie. In Knack geeft Bart Brinckman alvast het goede voorbeeld. Zo beschrijft de politieke commentator in Knack tenminste open en eerlijk hoe er in 2011 bij De Standaard collectief beslist is om steun te verlenen aan de partijen die het Vlinderakkoord zouden sluiten en later de regering Di Rupo zouden vormen – wat ook gevolgen had voor de toon van de berichtgeving.

Doorbraak doet óók aan opiniërende journalistiek – maar je weet wel waar je aan toe bent. Hier geen valse pretenties over strikte neutraliteit: wel transparantie over doelstelling en ideologische basis. Dat moeten kranten ook kunnen. Schrijf open over de koers die de krant gekozen heeft. Geef opiniestukken duidelijk aan als opiniestukken – of bundel de feitelijke informatie in een apart kadertje, zodat het onderscheid duidelijker wordt. Doe niet alsof je schrijft ‘zonder te veel eigen passies’.

Blijf ook kritisch voor je eigen krant. Doe niet alsof elke aanval – zelfs de meest cassante aanval – een levensgevaarlijke aanval op de persvrijheid is. Besef dat opiniërende journalistiek ook gevaren inhoudt. Een redactie kan terechtkomen in een pensée unique of in een vuile oorlog met een politieke partij – het soort oorlog waarbij niemand echt propere handen heeft. Elke grote krant kan een kritische ombudsman gebruiken – een gebruik waar De Standaard jammer genoeg afscheid van genomen heeft.

Vlaanderen heeft nood aan een rijk en divers opinielandschap. De Standaard is historisch gezien een belangrijke pijler van dat landschap. De koers van de krant is in de loop der jaren grondig veranderd, maar dat hoeft geen probleem te zijn. Áls de redactie er maar open over communiceert. Minder Karel Verhoeven, meer Bart Brinckman.

Klaas Cobbaut (1979) is ambtenaar. Hij heeft weleens gehoord dat zijn thuisstad Aalst niet de mooiste plek ter wereld is, maar dat doet hij af als laster van jaloerse kwatongen. Vanuit zijn ajuinenstad overschouwt hij lokale en vaderlandse politiek.

Commentaren en reacties