Eindelijk. De ‘lockdown’ wordt traag afgebouwd. Na een verblijf van twee maanden in de Oostkantons rijd ik terug naar Antwerpen. Op cafés en restaurants is het nog even wachten maar de winkels openen hun deuren. Ik neem m’n Vespa – het openbaar vervoer met verplicht mondmasker trekt me niet aan – en rijd naar de Groenplaats. Het winkelcentrum is unheimlich leeg. Blijkbaar zit de angst er goed in. Imperialistisch schreeuwen Toch doen de winkels alles opdat de klant zich goed…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Eindelijk. De ‘lockdown’ wordt traag afgebouwd. Na een verblijf van twee maanden in de Oostkantons rijd ik terug naar Antwerpen. Op cafés en restaurants is het nog even wachten maar de winkels openen hun deuren. Ik neem m’n Vespa – het openbaar vervoer met verplicht mondmasker trekt me niet aan – en rijd naar de Groenplaats. Het winkelcentrum is unheimlich leeg. Blijkbaar zit de angst er goed in.
Imperialistisch schreeuwen
Toch doen de winkels alles opdat de klant zich goed zou voelen. Het ‘shopping center’ heet me welkom, uiteraard In het Engels. ‘Welcome back’, lees ik, en ‘Happy to see you again’. Toegegeven, de keuze van de taal valt me niet meteen op. We zijn het nu eenmaal gewend geraakt dat ons dagelijks leven doordrongen is van de taal van het Imperium. Ik loop verder naar de Wilde Zee met zijn chique zaken. In grote hoofdletters schreeuwt de uitbater van een schoenwinkel zijn geluk uit op de vitrine: ‘HELLO FRIENDS WE ARE SO HAPPY TO SEE YOU AGAIN’.
Soms is de boodschap soberder, maar nog altijd in het Engels: op het uitstalraam van een zaak voor vrouwenkleding lees ik: ‘Stay Safe -10%’: hier gaan bezorgdheid om de gezondheid en het economisch voordeel van de klant hand in hand. Een bord voor een zaak van cosmetische producten wijst me op het verband tussen gezondheid en schoonheid: ‘Be safe, be beautiful’. Een bekende kledingzaak overdondert de voorbijgangers met Engelstalige berichten: ‘WE ARE OPEN – WELCOME BACK’. Daarnaast zie ik ‘CLEAN YOUR HANDS’ en dat het mondmasker wordt aanbevolen verneem ik op deze manier: ‘IT IS ADVISABLE TO ENTER THE STORE WEARING A MASK OR CLOTH OVER THE MOUTH AREA’.
De taal van de overwinnaar
Waarom kiezen winkeluitbaters ervoor om deze boodschappen in het Engels mee te delen? Het kan niet de bedoeling zijn buitenlandse toeristen aan te trekken: er zijn er geen. Deze winkeliers richten zich tot ons, Nederlandstaligen. Ze kiezen voor het Engels omdat ze dat waarschijnlijk cool, fun en sexy vinden. En wellicht vinden veel klanten dat ook. Het Engels is een tweede natuur geworden. Zoals de Spaanse grammaticus Antonio de Nebrija al opmerkte in 1492: taal is altijd de gezel van de politieke macht. En sinds de Tweede Wereldoorlog is de politieke, economische, culturele en militaire macht in handen van de Verenigde Staten.
Wanneer ik in mijn kennissenkring mijn ergernis uit over de overdreven en meestal nutteloze aanwezigheid van het Engels in onze openbare ruimte, krijg ik vaak meewarige blikken. ‘Waar houdt die zich mee bezig?’, zie ik mensen denken. Toch is het probleem reëel, niet alleen in onze winkelstraten.
‘Internationalisering’
In de universitaire wereld, waar ik enkele decennia actief was, zag ik in de loop der jaren de gestage opgang van het Engels. Ik herinner me nog hoe rond 2003, tijdens de ‘bachelor-master-hervorming’, één enkele collega tijdens een onderwijscommissie Taal- en Letterkunde bezwaar uitte tegen het feit dat onze universitaire diploma’s voortaan een Engelstalige benaming zouden hebben. Toen al zag ik meewarige blikken. Waar hield die zich mee bezig? Iets later zag ik ook het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek verengelsen: doctoraatsprojecten – ook over bijvoorbeeld Spaanse taalkunde of Duitse letterkunde – dienden voortaan in het Engels te worden ingediend. ‘Internationalisering’, heette dat eufemistisch.
Begrijp me niet verkeerd. Ik hou van het Engels. Ik heb een deel van mijn studies in de Verenigde Staten gedaan en sinds mijn emeritaat lees en herlees ik klassieke Engelstalige romans: Joseph Conrad, de Pool die voor het Engels koos, is een van mijn favoriete auteurs en op dit ogenblik ontdek ik met plezier de romans van Thomas Hardy. Maar in Antwerpen hoef ik niet aangesproken te worden in het Engels. Recent slenterde ik ook door het centrum van Luik. Denkt u dat winkeliers daar hun klanten in het Engels verwelkomen? No way.