Hart hoog, hoofd koel
Theo Francken vindt dat de NAVO een rol te spelen heeft in het conflict met Rusland
foto © Belga
Het is nog niet zo lang geleden dat politici pleitten tegen de NAVO. Die piepen nu wel anders. Wie vrede wil, bereidt best oorlog voor.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnement‘Nous avons peur!’. Dit gaf Buitenlandminister Paul-Henri Spaak mee op 28 september 1948 voor de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in Parijs. Na de gruwel van het nazisme, was het communisme aan een forse opmars in Europa bezig. En het samenraapsel van West-Europese landen, nog wankel op hun benen van beide wereldoorlogen, kon er geen antwoord op formuleren. Niet zonder de steun van grote broer, de Verenigde Staten, niet zonder dat iedereen de rangen sloot. Een jaar later werd het Verdrag van Washington ondertekend en de NAVO opgericht. Ons Noord-Atlantisch bondgenootschap zorgt nu al 73 jaar voor democratie en vrijheid, voor vrede en veiligheid. Spaak uitte dan ook geen ‘cri du coeur’, geen kreet uit ongecontroleerde emoties. Wel een analyse op basis van een correcte en doordachte inschatting van de communistische dreiging.
Dat we dat in de opgebouwde Westerse weerbaarheid na de Tweede Wereldoorlog de afgelopen decennia te weinig geapprecieerd hebben, mag duidelijk zijn. Waar meerdere partijen het nut van de NAVO recent nog openlijk in vraag durfden te stellen, stellen ze nu plots wel op prijs dat we onze paraplu tegen autocratische en totalitaire regimes en ideologieën niet zomaar hebben afgebouwd. Die kritiek is enkel nog behouden tot groupuscules die hun gal durven spuwen over “Westerse agressie”, terwijl de Oekraïners het Russische granaten zien regenen.
Net als in 1948 hebben nu ook veel mensen schrik. Oekraïners, maar ook landgenoten. Voor oorlog en geweld, voor de betaalbaarheid van hun leven en hun gezin. Je zou voor minder met de berichten over oorlog in Europa, nucleaire vernietiging, onbetaalbare brandstofprijzen en nu zelfs voedselschaarste.
Van crisis naar crisis
‘Angst is een slechte raadgever’, het is een welbekend gezegde. Het schoot bij me regelmatig door het hoofd als ik het Europees leiderschap bezig zag. Vandaar mijn oproep in de Kamer om het hoofd koel te houden. De uitdagingen zijn immens, maar enkel met het hart hoog en het hoofd koel, kunnen we – zoals Spaak in 1948 – de spiraal doorbreken waarin we van crisis naar crisis leven.
Ik roep de regering op om prioritair werk te maken van een weerbare en zorgzame samenleving.
Concreet betekent dit:
1/ Een sterker leger uitbouwen met een hoger defensiebudget. Een groeipad naar 2% BBP vandaag en niet morgen. Vis pacem, para bellum. Wil je vrede, bereid je voor op oorlog, wisten de Romeinen al.
2/ Energie-onafhankelijkheid realiseren met een goede mix van nucleair, hernieuwbaar en (uitgefaseerd) fossiel. De energie prijzen moeten tijdelijk bevroren worden en er moeten garanties komen om de energie- en brandstofprijzen te laten dalen. Betaalbaarheid moet er zijn voor iedereen, óók voor mensen die werken!
3/ Voedselzekerheid garanderen want ook deze zal onder druk komen. Bescherm onze voedselproductie, toevoerlijnen en Europese markt.
4/ Bescherm de buitengrenzen en hervorm het Europees asielbeleid. Oorlogsvluchtelingen opvangen, ja maar pak ook eindelijk het endemische misbruik in het systeem aan.
5/ En tot slot een oproep om werk te maken van een nieuwe relatie met Visegradlanden zoals Polen. We hebben onze meningsverschillen, maar het moment is gekomen om deze te overstijgen.
Samen sterk. Het zal nodig zijn. De speeltijd is voorbij.
Theo Francken (1978) is master in de pedagogische wetenschappen. Hij was staatssecretaris voor Asiel en Migratie en is momenteel Kamerlid voor N-VA en burgemeester van Lubbeek.
In deze vrije tribune geeft Theo Francken zijn ongezouten mening over de resultaten van Open Vld in de recente peiling van DPG media.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.