JavaScript is required for this website to work.
post

Het brokkenparcours van Jan Jambon

Pieter-Jan Van Bosstraeten10/7/2014Leestijd 4 minuten

Brasschaats N-VA-burgemeester Jan Jambon bouwde op enkele maanden tijd een brokkenparcours op waarvan men zich de vraag kan stellen of een politicus van zijn niveau zich dit zonder gevolgen kan permitteren. En nog belangrijker: kan de N-VA het zich, in het licht van haar ambities om zich te verankeren als een brede volkspartij, veroorloven dat een partijtopper het aantal blunders in pre- en postverkiezingsperiode blijft opstapelen? Een chronologisch overzicht van een brokkenparcours in vijf etappes.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het startschot: het confederaal congres

Beginnen doen we ongeveer een half jaar geleden. Tijdens het laatste weekend van januari organiseert de N-VA haar langverwachte en groots aangekondigde ‘confederaal congres’. Via 2500 amendementen trachtten meer dan 5000 leden mee de fundamentele partijvisie voor de komende jaren vast te leggen. Daar slaagde Jan Jambon er in om als één van de drie voorzitters van de thematische commissies het statutair gegarandeerde spreekrecht schaamteloos aan banden te leggen en zo elke dissidente stem te smoren. Op die manier werd de bespreking en stemming van breed gedragen amendementen, zoals onder andere het pacifisme en het kernwapenarsenaal op Kleine Brogel, onmogelijk gemaakt. Niet toevallig amendementen die niet stroken met zijn visie als NAVO- en defensieadept. Nadat klachten binnenliepen over deze brutale werkwijze – die een minachting betekent voor de ledendemocratie en het congres als hoogste partijorgaan – volgden onder druk van de partijtop laconieke publieke verontschuldigingen. Jambon had toen vooral veel geluk dat dit voorval voorbijging aan de verzamelde pers en dus geen smet wierp op een voor het overige rimpelloos verlopen congres. Men zou denken dat een verwittigd politicus er na een dergelijk incident twee waard is, zeker met de meest cruciale maanden in de partijgeschiedenis in het vooruitzicht. Niets bleek echter minder waar.

Naamgeving, leefloon en ontwikkelingssamenwerking

Goed anderhalve maand later, in de loop van maart, volgde namelijk een tweede blunder, ditmaal in zijn hoedanigheid van federaal fractieleider. De hele vaudeville rond de dubbele naamgeving eindigde toen met een chaotische stemming in commissie. Bij de bespreking van een liberaal amendement werd pas gestemd toen de christendemocratische fractieleider Terwingen in de gang even met zijn voorzitter belde waardoor CD&V en N-VA één stem tekort kwamen. Nadien kon Jambon niet genoeg benadrukken hoe verontwaardigd hij was door deze gang van zaken, maar in realiteit was hij diegene die een snelle stemming forceerde. Hiermee verloor hij deze niet alleen, hij zette ook zijn partijgenote en commissievoorzitter Kristien Van Vaerenbergh te kijk.

Op 10 mei, twee weken voor de moeder aller verkiezingen, volgde een derde blunder. Jambon verklaarde tijdens een interview in Het Nieuwsblad dat een werkloze eerst zijn huis zou moeten verkopen om aanspraak te kunnen maken op een leefloon. Zijn uitspraak ontketende een storm van negatieve reacties, waardoor de N-VA nog meer werd afgeschilderd als neoliberale en asociale partij. Aangezien Jambons standpunt haaks staat op het partijstandpunt, dat overigens goedgekeurd werd op het reeds vermelde congres, betekent dit dat Jambon er ofwel een hardvochtig sociaaleconomische visie op nahoudt, ofwel zijn eigen partijprogramma niet kent. Wat erger is, laat ik in het midden. Het mag echter wel duidelijk wezen dat een dergelijke flater, zo kort voor de verkiezingen, de partij ongetwijfeld een pak stemmen heeft gekost.

In de loop van juni, tijdens de uiterst delicate informatieopdracht van partijvoorzitter De Wever, liet Jambon zich voor een vierde maal in enkele maanden tijd opvallen. Ditmaal ventileerde hij als burgemeester, uitgerekend tijdens de viering van een lokale organisatie die in Bolivia aan ontwikkelingssamenwerking doet, zijn ongezouten mening met de slagzin ‘het is niet onze schuld dat anderen in de wereld het slechter hebben dan ons’. Ongepast, populistisch, maar vooral onverstandig.

Voorzitterschap Kamer

Het orgelpunt van dit brokkenparcours is ongetwijfeld de recente heisa rond het (tijdelijke) voorzitterschap van de Kamer. De N-VA had, als grootste partij, een duidelijke kandidaat naar voor geschoven, die tevens de openlijke steun van CD&V genoot: Siegfried Bracke. Aangezien ook andere fracties een kandidaat zouden aanduiden, met de Open Vld als voornaamste concurrent, kwam het er op aan ook buiten CD&V steun te zoeken. Toen enkel Bracke en de liberaal Patrick Dewael overbleven, gaf Groen te kennen de kandidaat te willen steunen die kon garanderen dat het parlement ook tijdens lopende zaken snel van start zou kunnen gaan. De opening voor Bracke was er, maar Jambon fietste ze snel dicht. Die weigerde immers de vraag van Groen om de plenaire zitting kort te schorsen voor overleg hierover en torpedeerde met een geforceerde stemming zo eigenhandig de kandidatuur van zijn partijgenoot. Alle uitspraken achteraf over een zogenaamd ‘paars-groen complot’ ten spijt. Een domme zet of een afrekening met een niet-traditionele Vlaams-nationalist? Ik gok op het tweede, maar zeker is wel dat de N-VA hiermee een enorme kans miste. De partij kreeg de kans om, in het verlengde van eerdere pogingen haar imago op te poetsen, te bewijzen dat ze als grootste partij van het land haar verantwoordelijkheid niet uit de weg wil gaan door een consensusfiguur als Bracke naar voor te schuiven. Er kan over Bracke veel gezegd en geschreven worden, maar vast staat dat hij een geschikte Kamervoorzitter zou zijn: gematigd N-VA’er, bruggenbouwer, breed netwerk en ervaren als moderator. De partij zou kunnen aantonen dat het, ook in tijden van formatiecrisis, onverminderd bereid is bruggen te bouwen tussen de verschillende gemeenschappen, met andere woorden haar ‘constructief confederalisme’ in de praktijk te brengen.

Brede volkspartij?

Het blunderparcours in vijf etappes noopt ons tot een dubbele vraag. Als er in het geval van federale regeringsdeelname ministerpostjes te verdelen vallen, zal de naam van Jambon ongetwijfeld vallen. Kan een partijtopper met een dergelijk palmares aan ondoordachte en onverstandige uitspraken en beslissingen echter federale ministeriële ambities koesteren zonder desgevallend de partij te schaden? Belangrijker echter is de vraag of de N-VA met dergelijke figuren in prominente functies haar ambitie kan waarmaken om zich te verankeren als brede volkspartij? Met figuren die halsstarrig vasthouden aan een radicaal rechts en hardvochtig Vlaams-nationalisme waar geen plaats is voor gematigde verruimers, dreigt ze op termijn eerder herleid te worden tot een zweeppartij van 5%, dan zich te verankeren als brede volkspartij.

De auteur is een voormalig N-VA-medewerker.


Opiniestukken zijn op persoonlijke titel van de auteur en binden niet de redactie van Doorbraak.

Foto: (c) Reporters

Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.

Commentaren en reacties