Het failliet van het confederalisme
Paul Magnette, Filip van België en Bart De Wever op 20 juli voor het paleis van Brussel.
foto © Belga Image
N-VA is de enige partij die een realistische confederale oplossing kan bieden voor België. Maar er is weinig zicht op confederalisme.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementAan de vooravond van de nationale feestdag beslisten N-VA en PS om samen, na zowat veertien maanden, een formatie af te toetsen. Enkel daarom wordt die poging op zowat alle banken onthaald op gejuich. We leven immers midden in een onwezenlijke crisis en de huidige beleidsploeg is omwille van haar licht electoraal gewicht niet in staat om met de gevolgen daarvan om te gaan.
Vals gevoel van acuut crisisbeheer
Analisten, journalisten of twitteraars die al een sterk crisisbeleid voor ogen zien binnen afzienbare tijd, ijlen. De onderhandelingen zullen enige tijd aanslepen, want communautair geladen. Het gaat over bevoegdheden en intergemeenschappelijke financiële solidariteit. Het laatste woord daarover zal gezegd én neergepend moeten zijn alvorens beide politieke aartsvijanden een kumbaya-persconferentie zullen geven. Wie denkt dat de PS omwille van een uitdovende Vlaamse structurele financiering plotsklaps verworden is tot een politieke slet (excusez-moi le mot), vergist zich schromelijk.
En voor wie de zaken echt niet meer helder aanschouwt: een communautair akkoord lost geenszins de huidige crisis op. Hiervoor zijn gigantische sociaaleconomische koerswijzigingen noodzakelijk. De laatste keer dat ik het politiek aanbod heb gecheckt, viel me niet onmiddellijk een brede consensus op. Wat zal men beogen? Eerst een communautair akkoord en daarna op gemeenschapsniveau de nieuwe bevoegdheden invullen? Of zullen de bevoegdheden nog niet onmiddellijk toegekend worden en dient eerst nog binnen het huidige communautaire speelveld een sociaaleconomisch akkoord gesmeed te worden?
Links beleid in ruil voor autonomie
Wat alvast opvalt is de op voorhand gemaakte social(istisch)e toegevingen. Voorlopig gaat het niet veel verder dan de verwachte goedkope belofte het zorgbudget te verhogen. Waarom goedkoop? Omdat ons systeem al heel duur is wegens inefficiëntie. Dat weet N-VA als geen ander.
Maar wat met onbeperkte werkloosheidsuitkeringen? Inflatieverhogende anciënniteit en indexkoppeling van lonen? Rechtspersoonlijkheid, financiering en uitkeringsverschaffing van vakbonden? Of wat met de flexibiliteit van arbeidsovereenkomsten? Het peperdure langdurig ziekteverzuim? En, last but nog least, de gehele fiscaliteit? Net die dingen zijn aan een grondige en stabiele hervorming toe, willen we gestaag maar duurzaam de crisis bezweren. Ik heb niet de indruk dat de politieke actoren dezelfde visie hebben over hoe deze variabelen te benaderen.
De échte reden voor de formatiedémarche
Het is zonneklaar dat de enige reden voor deze toenadering tussen PS en N-VA strategisch van aard is. Beide partijen bevinden zich in een zwakke positie met het oog op de volgende verkiezingen. Voor de PS lag dat nog enigszins anders, want peilingen gaven geen dalende trend aan. Maar, mocht ‘Arizona’ slagen, dan riskeerde de partij in de oppositie terecht te komen. En dat is een erg oncomfortabele plek voor dit Waals machtsvehikel. Zeker wanneer er tegelijk een crisis heerst.
Voor N-VA tekent die zwakte zich veel sterker af in de peilingen. Volgens analisten kon de partij die tendens maar moeilijk counteren. Zowel regeringsdeelname zonder communautaire deal als oppositie zou de Vlaams-nationale partij zuur opbreken. Maar is dat ook zo? Oppositie is enkel nefast voor machtspartijen die bij elke tussenkomst het eigen (wan)beleid voor de voeten krijgen geworpen. De N-VA heeft nog enigszins de luxe om daaraan te ontsnappen omdat zij dient te werken binnen de onmogelijke structuren die ze zelf niet heeft gecreëerd. Ook heeft de partij nog niet bijzonder veel beleidsjaren op de federale teller staan.
Het argument dat Vlaams Belang de enige originele en dus geloofwaardige stem zal vormen in de oppositie is larie en apekool. Het enige raakpunt tussen beide partijen is een kritische blik op een multiculturele samenleving. Maar dan nog is de inclusieve insteek van N-VA hierin een belangrijk verschilpunt. Sociaaleconomisch verschillen beide partijen compleet van elkaar. Als de meester-strateeg Bart De Wever zich binnen zulke oppositie niet kan definiëren, positioneren én distantiëren van het VB is hij die bewieroking niet waard.
De communautaire lolly
De insteek die de onderhandelingen voor N-VA verkoopbaar moet maken bij haar achterban, is een staatshervorming. Het woord ‘confederalisme’ heeft nog niemand in de mond genomen, dus dat belooft. De bedoeling is om elke bevoegdheid op één niveau te krijgen. Efficiëntie heet dat en zo wordt het ook verkocht, vooral in Wallonië.
Concreet betekent dit dus dat een bevoegdheid integraal ofwel regionaal ofwel federaal zal worden uitgeoefend. Tegelijk betekent dat ook een besparing in ministers en kabinetten. Wie kan daar tegen zijn? De vraag is alleen waar de bevoegdheden gewenst worden door alle partijen die deelnemen aan de onderhandelingen. En gezien de nodige communautaire meerderheid, zullen dit er genoeg zijn. Quid MR? CDH? Open Vld? De ene wat belgicistischer dan de andere.
Zijn er echt mensen die geloven dat we straks wakker worden in een efficiënte Vlaamse federatie binnen het confederale België? Of iets dat daar erg nauw tegenaan leunt?
Het verkeerde moment
De zevende staatshervorming zal voor lange tijd de laatste zijn. Wie een confederale hervorming verwacht, mag terecht vrezen dat het slechts een belangrijke institutionele verschuiving wordt. Eén die de zwaartekracht wel meer bij de deelstaten legt, maar de federale blokkeringsmacht niet voldoende opheft. Met een te beperkte autonomie als gevolg. Daarenboven zal de sociaaleconomische prijs hiervoor navenant zijn en nog lang doorwerken. Ook de deelstaatfinanciering zal onderwerp zijn van toegift en zal als een langdurige schuldaflossing het communautaire resultaat ten dele hypothekeren.
Een heus confederalisme had na nieuwe verkiezingen — met het institutionele als inzet — kunnen afgedwongen worden. Alle waarnemingen en tendenzen wijzen in de richting van een almaar groeiend draagvlak. Ook al zou Vlaams Belang heel wat van die confederale stemmen voortbrengen, belet dat niet om zonder die partij een staatshervormende coalitie op de been te brengen. Zulke institutionele verkiezingen zijn zoals een referendum, dus maakt het niet uit via welke partij de stemmen komen. Als alle partijen maar op voorhand de uitslag aanvaarden. Een democratisch bewezen draagvlak zou een koehandel vermijden en eindelijk een duurzame oplossing voor het Belgische vraagstuk bieden.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Personen |
---|
Londerzelenaar, vader van twee, projectontwikkelaar en vooral erg begaan met alles wat de samenleving vorm geeft.
John Croughs: ‘Zowel een beperking van deze migratiebeweging als een integratiebeleid werden door toedoen van de moraliserende media onmogelijk gemaakt.’
Het belang van de industrie voor de tewerkstelling neemt af. Maar dat betekent niet dat er geen nood is aan een industrieel beleid.