JavaScript is required for this website to work.
post

Het gevecht om de historische waarheid: in antwoord op Bart Maddens

Nico Wouters & Herman Van Goethem16/2/2020Leestijd 5 minuten

foto © ADVN

In een recht van antwoord bekritiseert Nico Wouters Bart Maddens, onder meer voor zijn actuele politieke kijk op het Vlaamse oorlogsverleden.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Op 23 januari 2020 publiceerde de Leuvense hoogleraar Bart Maddens een scherpe reactie op mijn interview in Knack (‘De Holocaust is een religie geworden’). In dat interview citeerde ik hem fout. Bart Maddens hoefde zijn ‘hersenen niet te pijnigen’ (zoals hij schrijft) om de herkomst ervan te traceren : ik heb hem daar zelf naartoe gewezen en ook meteen de fout toegegeven. Het is de enige zin uit dat interview die ik graag had willen corrigeren. Ook omdat ik de bui zag hangen. Uiteraard is dit een schot voor open doel. Het is de gedroomde aanleiding om de aandacht af te leiden van de echte discussie. Aldus geschiedde: Maddens’ stuk van 23 januari is even scherp als naast de kwestie. Ik wil daarom toch graag terug naar de essentie.

Verschaeve in Auschwitz

De stelling die Maddens in het bewuste stuk van Tertio verdedigt is vrij eenvoudig. Die stelling luidt dat ‘de historici’ – blijkbaar één homogene groep – vandaag bezig zijn met het ‘goedpraten’ van de naoorlogse repressie en het te overmatig bekritiseren van de Vlaams-nationale collaboratie (‘historici struikelen over hun voeten’, dixit Maddens). Maddens geeft weliswaar toe dat er vroeger over de Vlaams-nationale collaboratie ook ‘mythes’ bestonden (de idealistische, misleide Vlaams-nationalist die per ongeluk in de collaboratie terechtkwam). Maar – als in een soort overcompensatie – zijn historici vandaag bezig met het creëren van ‘nieuwe mythes’. ‘Aldus Maddens in Doorbraak: ‘De mythe inderdaad dat alle collaborateurs criminelen en oorlogsmisdadigers waren, en dat de bestraffing van de collaboratie voorbeeldig was’. In het stuk van Tertio is Maddens kritisch voor het werk van Aline Sax over Vlaamse collaborateurs, voor het werk van Frank Seberechts over Vlaamse oostfronters en het werk van Koen Aerts over de naoorlogse repressie. Hij steunt vooral op een diagonale lezing van het (intussen deels gecorrigeerde) werk van Huyse en Dhondt uit 1991 (over de repressie) en een recensie van Pieter-Jan Verstraete van het boek van Seberechts.

Een ander punt dat hij altijd aanhaalt, is de bewering van de Antwerpse rector en rechtshistoricus Herman Van Goethem (uit een interview in Het Laatste Nieuws) dat Cyriel Verschaeve in Auschwitz zou zijn geweest. Ook in zijn scherpe stuk over mij is dit punt blijkbaar van groot belang. Hoewel ik dit nooit heb beweerd, wil ik dat best corrigeren: Verschaeve bezocht voor zover we weten inderdaad nooit AuschwitzWie dat wel deed (preciezer: het IG Farben-complex) was August Borms. In een reisverslag gepubliceerd in Vrouw en Volk van maart 1943, zegt dochter Anita Borms dat zij ‘gul ontvangen’ werden in Auschwitz. Van Goethem maakte wellicht in het bewuste interview een lapsus (lees de reactie van professor Van Goethem onderaan dit stuk).

Historische waarheid

Maar waar gaat het hier eigenlijk echt over? De essentie is dat Maddens de belangrijkste recente wetenschappelijke geschiedschrijving gelijkschakelt met ‘nieuwe mythes’ en dat doet op een intellectueel oneerlijke manier. Links en rechts sprokkelt Maddens argumenten en argumentjes bij elkaar om een hele school van gedegen wetenschappelijk onderzoek collectief te discrediteren en een stelling te poneren die vooraf al vaststaat. Aldus Maddens in Tertio: ‘De historici creëren nu bij voorkeur een beeld van de collaborateurs als fanatieke nationaalsocialisten’. Nu vind ik het persoonlijk ook niet fijn dat het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) in 1940 en 1941 massaal, onvoorwaardelijk en helaas ook fanatiek het nationaalsocialisme overnam en daarbij een repressieve politiek begon tegen de eigen Vlaamse bevolking, maar helaas sluit dat wel aan bij wat we vandaag ‘historische waarheid’ zouden kunnen noemen. Suggereren dat het hier gaat om een ‘voorkeur van de historici’, is op zijn vriendelijkst gezegd tendentieus.

Hij behandelt mij persoonlijk daarbij volkomen oneerlijk: ‘Die kritische kanttekeningen zijn in de ogen van Nico Wouters blijkbaar heiligschennis. Voor hem is het een zwart-witaangelegenheid.’ Collega’s die mij een beetje kennen kijken vreemd op. Het pleidooi voor ‘neutraal-afstandelijk’ onderzoek – tegen moralisering en (links of rechts) politiek gebruik – is al jaren mijn stokpaardje. Ik sprak me uit tegen de moralisering van de herinneringseducatie. Ik was zelf openlijk kritisch voor het werk van Aline Sax en anderen. Ik trachtte in mijn eigen onderzoek altijd een objectieve afstandelijkheid te bewaren. Ik wees er in 2004 bijvoorbeeld al op dat de meerderheid van VNV-burgemeesters de Jodenvervolging niet proactief steunden en er geen significante rol in speelden. Ik wees ook uitgebreid op hun diverse en contradictoire gedrag na 1942. Als onderzoeker van het door de Senaat bestelde onderzoek Gewillig België had ik lange discussies met collega’s over hoe de Antwerpse specificiteit in vergelijking met Brussel moest geïnterpreteerd worden. Enzovoort.

Verdachtmakingen 

Mijn punt in Knack was precies waarschuwen tegen wat Maddens nu doet, namelijk (m.i. doelbewust) trachten de historische wetenschap collectief te discrediteren vanuit een politieke agenda. Altijd hameren op die lapsus van Van Goethem over Verschaeve: discrediteert dit op enige manier Van Goethems jarenlange archiefonderzoek en gesprekken met tientallen getuigen in het kader van zijn recente boek? Maddens past een klassieke truuk van de foor toe: op basis van één onnozel detail een volledig werk verdacht maken zodat het vervolgens niet meer nodig is daar grondig aandacht aan te besteden. 

Maddens is politicoloog en ik geloof graag dat hij ‘het oorlogsverleden’ automatisch met een actuele politieke bril bekijkt. Maar heeft hij überhaupt ooit de moeite genomen zich maanden of zelfs jaren in de historische bronnen te begraven, worstelend met duizenden documenten en een complexe realiteit die niet meer de onze is? Heeft hij überhaupt ooit de moeite genomen te proberen de aartsmoeilijke procedures en het extreem complexe taalgebruik van gerechtelijke strafdossiers of beleidsdossiers van het auditoraat-generaal van het militair gerecht te doorgronden, wars van zijn eigen opvattingen? Zelfs één brief van een auditeur uit 1945 verbergt vaak een complexiteit die wij niet meer onmiddellijk zien. Ik ben al veel bescheidener en voorzichtiger geworden dan tien jaar geleden.

Collectief historisch wetenschappelijk onderzoek verdacht maken is niét onschuldig. Uiteraard mag Maddens het grondig oneens zijn met de conclusies van recent historisch onderzoek: heel graag zelfs. Maar dan moet hij daar de argumenten maar voor op tafel leggen. 

 


Aanvulling: reactie Herman Van Goethem

Bij het boeiende debat tussen Bart Maddens en Nico Wouters graag deze aanvulling. In 2019 gaf ik een interview ten beste (nu ja) aan een krant.

Bart Maddens schrijft:

‘In Het Laatste Nieuws van 16 februari 2019 beweert Herman Van Goethem dat Cyriel Verschaeve tijdens de oorlog Auschwitz heeft bezocht. Nu kan er weinig twijfel over bestaan dat Verschaeve een vurig nationaalsocialist was. Maar zou hij echt in Auschwitz zijn geweest en de gruwelen daar met eigen ogen hebben gezien? Zou hem dat als priester onberoerd hebben gelaten?

Ik heb er de zeer gedetailleerde en kritische biografie van Romain Vanlandschoot nog eens op nagelezen. Verschaeve is tijdens de oorlog helemaal niet in Auschwitz geweest. Waarom zegt Van Goethem dat dan? (…)’

Het vroeg tijd om de juiste info terug te vinden. Christophe Busch bracht Nico en mij op het juiste spoor. Het antwoord luidt: ‘omdat Van Goethem zich vergist heeft’. Niet Verschaeve, maar wel August Borms bezocht Auschwitz. Er zat blijkbaar een gaatje in mijn parate kennis…

In maart 1943 verschijnt in Vrouw en Volk een reisverslag van August en Anita Borms uit het voorjaar van 1943. Ze verhalen onder meer hoe ze, in een reis door Duitsland en Polen, ook Auschwitz bezochten. Of ze het Stammlager Auschwitz 1 of Auschwitz-Birkenau aandeden weten we niet; wel bezocht August Borms de IG-Farben fabriek in het Auschwitz-complex, waar talrijke kampgevangenen als slaven waren tewerkgesteld, in een omgeving die ook omgeven was door bijkampen.

Zoals uit de lopende expo in de Mechelse Dossinkazerne blijkt, was Auschwitz voorbestemd om het centrum te worden van het Duitse imperium in het Oosten. Dat Borms de site bezocht laat zich vanuit dat perspectief begrijpen, maar zulks roept uiteraard ook vragen op over wat hij daar gehoord en gezien heeft. Het was allemaal in elk geval niet van aard om zijn nationaalsocialistische engagement te verminderen.

Nico Wouters is historicus en directeur CegeSoma (Studiecentrum Oorlog en Maatschappij). Herman Van Goethem is historicus, rector van de UAntwerpen en auteur van onder andere het boek '1942: Het jaar van de stilte'.

Commentaren en reacties