Het verstoorde universum van Dieter de Greef
Een onbekende, maar zeer talentvolle Brusselse kunstenaar die via Malaga de weg naar eigen land moet vinden. Noteer de naam Dieter de Greef.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementHoe groot is de kans dat een onbekende Belgische kunstenaar een solotentoonstelling krijgt in een buitenlands museum met allure? Nihil, zult u zeggen. Nochtans overkwam het Dieter de Greef (Ukkel, 1969). Van 3 december 2021 tot 20 februari 2022 stelt hij onder de titel Coup de théâtre enkele tientallen schilderijen tentoon in het Centro de Arte Contemporáneo (CAC) in het Spaanse Málaga. De museumcollectie bestaat uit kunstwerken van zowel Spaanse als internationale kunstenaars. Daarnaast vinden er voortdurend tijdelijke tentoonstellingen plaats van groten uit de hedendaagse kunst. Onder hen Cindy Sherman, Franz West, Peter Doig, Erwin Olaf en Ai Weiwei.
Als Belg tentoonstelden in het CAC alleen Luc Tuymans, Rinus Van de Velde, Michaël Borremans en Francis Alÿs – stuk voor stuk kunstenaars met een internationale uitstraling. Niet slecht voor een kunstenaar aan wie nog niemand een artikel wijdde in een Belgisch kunstmagazine. Hoe het zover kwam? Dankzij Instagram. De Greef post zijn figuratieve schilderijen al jaren op die mobiele app. Ze vielen erg in de smaak van Fernando Francés, voormalig directeur van het CAC. Met als gevolg een uitnodiging aan De Greef om zijn werk in Spanje te tonen. Voor de kunstenaar een natte droom die uitkomt.
Tijdelijke overwinning
Dieter de Greef werkte twee jaar intens toe naar zijn expo in Málaga. Van de 55 acrylschilderijen die hij in die periode maakte, selecteerde hij er in samenspraak met Fernando Francés ruim dertig. Ze stellen haast allemaal naakten voor in een specifieke setting, nu eens paradijselijk of surreëel, dan weer neutraal of zelfs morbide. Coup de théâtre, de titel van de expo, is niet lukraak gekozen: De Greef beeldt zijn vrouwelijke naakten af als actrices op een denkbeeldige bühne. Ter illustratie: op het schilderij Der Tod und das Mädchen (2021) leunt een naakte vrouw met haar linkerhand haast triomfantelijk op de schedel van een geraamte dat uitgeteld op de grond ligt, steunend op één elleboog. Tussen de tanden van het skelet is een lange tong zichtbaar, als die van een hijgende hond.
Het lijkt een parodie op een jachttafereel uit langvervlogen tijden, een jager naast zijn doodgeschoten prooi. Een gevoel dat nog aan kracht wint omdat de vrouw poseert als een typische macho: haar linkerbeen is quasi-achteloos om haar rechterbeen geslagen en steunt op de tenen. Het doek is zoals elk geslaagd kunstwerk vatbaar voor meerdere interpretaties. Zo kan het worden gezien als de tijdelijke overwinning van de seksualiteit op de dood. Zoiets als: zolang er seks is, is er leven… Van De Greefs naakten gaat nochtans geen erotische aantrekkingskracht uit. Het gaat telkens om solitaire figuren die aan zichzelf genoeg lijken te hebben en in volstrekte onschuld in hun eigen wereld vertoeven.
Verstoorde kijk
De Greef vertrekt in zijn werk steeds van vooraf bedachte voorstellingen. Mentale beelden, zeg maar. Hij gaat op zoek naar foto’s. Die maakt hij zelf, plukt hij uit tijdschriften of van het internet. Zodra hij een geschikte foto in handen heeft, weet hij meteen hoe hij het beeld op doek moet overbrengen. De plastische problemen die zich daarbij stellen, lost hij in een handomdraai op.
In de beste postmodernistische traditie werkt de kunstenaar in reeksen waarin verschillende schilderstijlen en genres aan bod komen. Zo doen sommige van zijn landschappen achttiende-eeuws aan en zien andere doeken eruit als plaatjes uit een stripverhaal. Vaak combineert De Greef diverse stijlen in één werk. Met die collageachtige werkwijze ondergraaft hij de conventies van de klassieke schilderkunst. Het maakt tevens dat in zijn werk niets is wat het op het eerste gezicht lijkt. Anders is het volgens de kunstenaar niet meer dan een banale voorstelling. Zijn doeken getuigen dan ook van een verstoorde kijk op de werkelijkheid, met personages waarvan de gezichten soms anoniem zijn gemaakt met zwarte verf.
Geruststellend of onheilspellend?
De Greefs personages verrichten vaak op het eerste gezicht zinloze handelingen. Zo bijvoorbeeld op het doek Proud Man (2019). Dat stelt een oudere, goed geklede, kalende man voor die op een bergplateau met een verrekijker in de hand naar een onbestemd punt in de verte kijkt. Om zijn mond speelt iets als een monkellachje. Waar kijkt hij naar? Naar iets grappigs of net niet? De aanzet tot een glimlach kunnen we immers ook andersom interpreteren. Wat aanvankelijk als komisch overkomt, suggereert de schilder, kan tegelijk als tragisch worden opgevat.
Veel vragen
The Little Blue Paper (2018) is nog een voorbeeld van een doek met onheilspellende uitstraling. Het bestaat uit drie horizontale kleurvlakken: het grootste is zwart, het bovenste baksteenrood, het onderste okergeel. In het okergele vlak staat een blonde man in een donkerblauw T-shirt. Hij draagt sandalen. Het hoofd is naar de grond gericht, we kunnen zijn gelaatstrekken niet zien. Waarom? Tegen de felle, verblindende zon? Best mogelijk, want het tafereel baadt in een hard, bijna kwetsend licht.
Omdat de man met zijn rechterbeen een stap naar voren doet, lijkt het alsof hij wandelt. Maar als je goed kijkt, zie je dat de schilder hem heeft vastgepind op een abstracte achtergrond. Hem stilgezet in de tijd. En dan die raadselachtige titel: The Little Blue Paper. Pas bij nader toezien merken we dat de man in zijn linkerhand iets blauws vasthoudt. Een papiertje, maar wat voor papiertje? Net zoals Proud Man is The Little Blue Paper een schilderij met veel vragen en weinig antwoorden.
Verzadigde kleuren
De Greef gebruikt voor zijn doeken instinctief felle, verzadigde basiskleuren: ‘Ik grijp naar die kleuren en begin te schilderen. Het is dus niet zo dat ik mij met mijn kleurgebruik wil onderscheiden.’ Dat neemt niet weg dat De Greefs schilderijen dankzij het gebruikte kleurenpalet erg fris en krachtig overkomen. Al die blitse kleuren, die bijna pijn doen aan de ogen, maken wel dat zijn doeken nu en dan balanceren op de rand van de kitsch. Als ze die volgens hem overschrijden, vernietigt hij ze.
Hoewel De Greefs schilderijen figuratief zijn, bevatten ze vaak grote, monochrome kleurvlakken. Daarnaast komt ook de niet-kleur zwart, met grote contrastwerking en harde schaduwpartijen als gevolg. De kunstenaar gebruikt zwart ook als ‘onderdeel’ van zijn personages. Zo zijn op het doek What Now? (2019) mensen te zien waarvan de hoofden bestaan uit een ondefinieerbare zwarte vorm. De Greef ziet die zwarte vlekken als antropomorfe vormen: ‘Het zouden hoofddeksels, maar ook haartooien kunnen zijn. Het is bedoeld alsof het echt zou bestaan, als een alternatieve realiteit en dus niet als iets surreëels’.
‘Le petit costume’
Een ander ‘zwart’ voorbeeld vind je op het doek Le petit costume (2021). Het stelt een naakte vrouw voor die op haar knieën zit, achteroverleunt en steunt op haar twee uitgestrekte armen. Grijnslachend, haar borsten zelfbewust tonend, lijkt ze zichzelf wel aan te prijzen. Onwillekeurig glijdt je blik naar beneden, naar haar geslacht, maar laat dat nu net helemaal bedekt zijn met wat een extensie van haar zwarte haardos lijkt. Haar kapsel neemt halverwege haar lichaam de gedaante aan van een zwarte vorm die zich onder haar linkerarm door een weg zoekt naar haar geslacht en daar eindigt in wat nog het best omschreven kan worden als een klepel. Le petit costume…
Écriture automatique
De Greefs beeldtaal bevat talrijke elementen die naar Amerikaanse levensstijl verwijzen, naar films uit de jaren 1950 en 1960, naar iconische figuren zoals Andy Warhol en Disneyfiguren. De Greef: ‘Dat zijn kunstenaars en beelden waar ik in de loop van mijn leven naar gekeken heb. Neem nu mijn doeken waarop stripfiguren voorkomen. Ik heb in mijn jeugd veel goede strips gelezen, en dat is blijven hangen. Je bent tenslotte een kind van je tijd. Maar ik kies niet doelbewust voor die verwijzingen. Ik hou gewoon van die beeldtaal.’
Zijn doeken bevatten soms Engelstalige teksten met een dubbelzinnig of ironisch karakter, zoals John Is Enthusiastically Preparing for the Next Art Fair (2017). Vrijblijvend zijn ze nooit. Ze zijn al aanwezig in het mentale beeld dat de schilder van een nieuw werk heeft. De Greef: ‘De keuze van de teksten moet wel instinctief gebeuren, want als je erover nadenkt, is het om zeep. Je zou het bijna een vorm van écriture automatique kunnen noemen.’
Zelfrelativering
Dieter de Greefs onbekendheid in de Belgische kunstwereld zou kunnen doen vermoeden dat hij een ‘painter’s painter’ is: geliefd door collega’s, maar onbekend bij kunstliefhebbers. Toch is dat niet het geval: ‘Ik ben geen painter’s painter in die zin dat voor mij niet elke verftoets interessant moet zijn. Hij moet wel op de juiste plaats staan. Wat voor mij primeert, is het mentale beeld. De eerste uren van het schilderen zijn cruciaal. Als het mentale beeld dat ik in mijn hoofd heb er dan niet uitkomt, gebruik ik het geen tweede keer meer. En als het er eenmaal staat, kan het ook niet meer verbeterd worden.’
De Greefs schilderijen behandelen thema’s als geluk, liefde en onverzadigde verlangens. Humor, ironie en zelfrelativering zijn evenzeer vaste ingrediënten. Als hij een doek The Artist (2018) als titel meegeeft, dan is dat bedoeld als een zelfrelativering als kunstenaar. Elk nieuw werk van hem begint trouwens met de titel. Daaruit ontstaat een mentaal beeld en daaruit, gefilterd door een foto, een schilderij. Zo is de cirkel rond.
Dieter de Greefs werk is zelden te zien in eigen land. Onbekend is immers onbemind. Hoog tijd dat daar verandering in komt. Nu de kunstenaar adelbrieven van het CAC in Málaga op zak heeft (met een catalogus van ruim honderd pagina’s), verdient zijn werk vertegenwoordiging door een gerenommeerde Belgische galerie. Wie eerst? Of gaat straks een buitenlandse galerie met de pluimen lopen?
Website Dieter De Greef: https://dieterdegreef.com/
Tags |
---|
Patrick Auwelaert (1965) schrijft recensies, artikels en essays over literatuur, muziek en beeldende kunsten.
In Waasmunster kan je nog tot 17 december kennismaken met een 25-tal vertegenwoordigers van de Dendermondse Schildersschool.
Met de ramp van de Estonia op de achtergrond brengt Zondeval ons een spannend verhaal over moord en doodslag in de prostitutiewereld van Stockholm