In het zweet des aanschijns
standpunt
Twee jonge CD&V-parlementsleden (Vlaams Parlement) deden de goegemeente opschrikken uit de ligzetel met een ogenschijnlijk spectaculair idee voor een pensioenhervorming. Robrecht Bothuyne en Peter Van Rompuy werden echter door zowat iedereen teruggefloten. Ten onrechte maar begrijpelijk.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe feiten zijn bekend. We staan voor een zeer zware vergrijzingsfactuur. In 2060 moet er 15 miljard extra gevonden worden om de pensioenen te betalen en 10 miljard voor de groei in de gezondheidsuitgaven. Maar de rekening begint nu al op te lopen. Wachten vooraleer in te grijpen mag geen optie zijn. Dat is budgettair slecht nieuws, als gevolg van menselijk goed nieuws. We worden ouder en genezen van steeds meer ziekten (waardoor we ook meer ziekten krijgen).
Het Generatiepact van 2005 had een signaalfunctie en de pensioenhervormingen van deze regering-di Rupo kunnen met enige goede wil een aanzet genoemd worden. Maar een echte pensioenhervorming blijft uit, hoe noodzakelijk ook.
Bothuyne en Van Rompuy stellen voorom de pensioenleeftijd en de loopbaanduur te koppelen aan de gezonde levensverwachting. Stijgt die gezonde levensverwachting dan gaat ook de pensioenleeftijd naar boven. Een logisch idee waartegen ogenschijnlijk niets in te brengen is, althans voor wie beseft dat een systeem maar houdbaar is als het betaalbaar blijft. Filosoof Thomas Decreus, die bekendheid verwierf met de Shame-betogingen tijdens de lang aanslepende regeringsvorming, verwoordt in De Morgen een kritiek die een mankement van een bepaald links denken blootlegt. ‘Het pensioendebat is in wezen een existentieel en filosofisch debat dat niet gereduceerd kan worden tot een louter boekhoudkundige kwestie’. Wie de betaalbaarheid in het oog houdt, doet aan ‘veredelde boekhoudkunde’. Maar wie ze uit het oog verliest, ondergraaft wel ons sociaal stelsel.
De vakbonden reageerden scherp afwijzend. Het leek wel of beide CD&V’ers een aanval op de fundamenten van onze beschaving hadden afgekondigd. Werner Van Heetvelde van de Algemene Centrale van het ABVV noemde het voorstel op de radio ‘asociaal’ en ‘weerzinwekkend’. Intussen blijken de sociale partners ook in dit debat echter niet in staat om vooruitgang te boeken.
Vandaag leren we uit de dagbladpers dat ook zowat alle partijen het idee afschieten. Het lijkt nochtans een win-win-situatie als een toename van de levensverwachting met twee jaar bijvoorbeeld wordt verdeeld tussen een jaar langer werken en een jaar langer op pensioen zijn. Als we stoppen met werken op 65 en 80 jaar oud worden, dan genieten we gemiddeld 15 jaar van ons pensioen. Stijgt de levensverwachting naar 82 en blijven we werken tot 66 dan verlengt ons pensioen tot 16 jaar, een jaar meer dus.
Vanwaar dan die afkeurende en zelfs afkerige reacties? Men kan terecht opmerken dat er een diepe kloof gaapt tussen dat zuivere idee en de uitvoering. Wanneer verhoog je die pensioenleeftijd en voor wie? Moet die pensioenleeftijd voor iedereen gelden? Een vraag naar verfijning is uiteraard helemaal op z’n plaats maar de weerstand is fundamenteler.
Die heeft bij de politieke partijen natuurlijk te maken met electorale overwegingen. Partijen moeten stemmen halen en mensen willen liefst zo lang mogelijk van hun pensioen genieten. Het voorstel van de twee CD&V’ers kan je moedig maar ook electoraal suïcidaal noemen. De afwijzende reacties zijn dan weer politiek verstandig of gewoon laf. Het brutale ‘njet’ van de vakbonden is ronduit kortzichtig.
Dat het brede publiek zo’n ideeën niet genegen is, heeft natuurlijk (ook) te maken met de houding die de meeste mensen aannemen tegenover het idee werk. Zelfs de bijbel zegt dat we ons brood verdienen in het zweet des aanschijns (Genesis, 3, 17-19). Uit de tekst van Decreus moet je opmaken dat beroepsmatig bezig zijn blijkbaar haaks staat op de echte waardevolle dingen des levens zoals zelfontplooiing, vrijheid om je leven te sturen, verdiepen van menselijke relaties.
‘Slechts weinigen is de luxe gegund om in betaald werk een vorm van zelfverwezenlijking te ervaren’, schrijft hij. Het zijn net die weinigen die graag verkondigen dat de ‘pensioenleeftijd gerust de hoogte in mag’. Klopt en reken ondergetekende maar bij die ‘weinigen’.
Daar zit het stuitende van het (non-)debat. Arbeid blijkt voor zoveel mensen een straf, een noodzakelijk kwaad en iets waarvan een mens zich zo snel mogelijk wil bevrijden. Dat legt een fundamenteel mankement van onze samenleving bloot. Onze productiefste uren tijdens onze productiefste jaren, brengen we blijkbaar door tegen onze zin met bezigheden waarvan we balen. In tegenstelling tot de pensioenproblematiek verdient dat een maatschappelijk debat waar we verder moeten gaan dat ‘veredelde boekhoudkunde’.
<Vindt u dit artikel informatief? Misschien is het dan ook een goed idee om ons te steunen. Klik hier.>
Categorieën |
---|
Peter De Roover was achtereenvolgens algemeen voorzitter en politiek secreteris van de Vlaamse Volksbeweging , chef politiek van Doorbraak en nu fractievoorzitter voor de N-VA in de Kamer.
Peter De Roover verantwoordt de keuze van de N-VA om in Vlaanderen een Zweedse coalitie op de been te helpen, zonder het Vlaams Belang.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.