De man die liever niet oordeelde
Historicus Henk Wesseling overleden
Strengholt, Wesseling en koningin Beatrix in 1987.
foto © Wikicommons
Vorige week overleed de eminente publiekshistoricus en Frankrijk-kenner Henk Wesseling. Een portret door Pieter-Jan Verstraete.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementVorige zaterdag, 19 augustus, overleed de Leidse historicus Henk Wesseling op 81-jarige leeftijd in zijn woonplaats Oegstgeest. Hij was een getalenteerd schrijver die er op schijnbaar achteloze wijze in slaagde complexe onderwerpen helder voor het voetlicht te plaatsen. Als historicus — ‘maar geen beroepshistoricus’, liet hij weten— oordeelde hij liever niet. Eruditie en ironie vormden een vast bestanddeel van zijn oeuvre. Hij hanteerde een licht barokke stijl en maakte af en toe gebruik van uitdrukkingen die je in het dagelijkse leven niet vaak hoort. Wie weet bijvoorbeeld wat de ‘heffe des volks’ betekent? Effenaf schitterend!
Hendrik Lodewijk Wesseling werd op 6 augustus 1937 geboren in Den Haag. Hij was de zoon van de katholieke journalist en politicus C.D. Wesseling. Na zijn middelbare schoolopleiding studeerde Henk Wesseling in Leiden geschiedenis. Min of meer bij toeval specialiseerde hij er zich in de geschiedenis van Frankrijk. Zijn proefschrift wijdde hij aan de Franse opvattingen over leger en oorlog aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog. Als boek werd het met lof ontvangen. Nadien publiceerde hij nog menig boek over de geschiedenis van Frankrijk. Daarnaast genoot hij tijdens zijn vele tientallen verblijven in Frankrijk volop van de culinaire geneugten die het land te bieden had. Wesseling was op en top een Bourgondiër en hanteerde de Franse taal als een gecultiveerde Parijzenaar.
Charles de Gaulle
Deze laatste ouderwets-liberale historicus van Nederland schreef een heerlijk oeuvre bij elkaar dat vooral draaide om oorlog, Frankrijk en koloniale geschiedenis. Wesseling zei altijd met een zekere valse bescheidenheid dat hij bij toeval aan zijn onderwerpen kwam. Zo werd hij in 1973 ook bij ‘toeval’ hoogleraar algemene geschiedenis in Leiden. Hij mocht er doen wat hij wilde.
In 1991 publiceerde hij zijn belangrijkste boek, Verdeel en heers, over de totstandkoming van de Afrikaanse deling. Zelf vond hij het een ‘even krankzinnig als lichtzinnig verhaal’, vanzelfsprekend met smaak en talloze anekdotes opgediend. Frankrijk kreeg in het verhaal uiteraard een hoofdrol. Het land moest na de beschamende en vernederende nederlaag van 1870 weer terug zien te keren op het Europese en koloniale schaakspel.
Zijn tweede belangrijke boek was de biografie van Charles de Gaulle, De man die nee zei, dat in 2012 verscheen. Wesseling schreef vaak over het ‘gelijk van De Gaulle’. Geenszins bedoelde hij hiermee dat hij het eens was met de generaal, maar wel dat het met Europa gelopen was zoals De Gaulle voorzien had. De Franse president wilde de Britten niet bij de EU hebben, omdat ze altijd met één been buiten Europa zouden blijven staan. Postuum gaf de brexit hem gelijk. Meer dan eens liet De Gaulle weten dat hij Europa als federale staat niet zag zitten. Immers, een eeuwenoude geschiedenis kon je niet zo maar ongedaan maken. Zijn laatste grote boek over Frankrijk was Scheffer, Renan, Psichari (2017), waarin hij een uiterste boeiende en leesbare cultuurgeschiedenis van het 19de-eeuwse Frankrijk neerpootte.
Pedant
Professor Wesseling was jarenlang rector van het onderzoeksinstituut NIAS, het Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Sciences in Wassenaar. Hij begeleidde de toenmalige prins Willem-Alexander (‘intelligent maar geen intellectueel’) als student geschiedenis in Leiden. Wesseling zat in de raad van advies van het mislukte Nationaal Historisch Museum, zette zich in voor de historische canon en wond zich op over het voorgeschreven en terrein winnende Engels aan de universiteiten.
Zijn laatste boek dat in mei van dit jaar verscheen was de essaybundel Daverende dingen dezer dagen dat ik recent voor Doorbraak.be besprak. De overledene vond dat de debatten tegenwoordig ‘op daverende toon’ worden gevoerd, vooral die over slavernij, excuses en herstelbetalingen. Moraliseren was voor hem des duivels.
De Leidse professor citeerde graag de Zwitserse cultuurhistoricus Jacob Burckhardt die schreef: ‘Op het gevaar af door de wereld der pedanten als onwetenschappelijk te worden beschouwd, ben ik vast besloten leesbaar te schrijven’. Zelf leerde ik Henk Wesseling kennen in de jaren 1990 toen hij als columnist meewerkte aan NRC-Handelsblad. Ik stak er heel wat van op.
Een grote meneer is heengegaan.
Pieter Jan Verstraete (1956) is bibliothecaris in Kortrijk maar wijdt zich al zijn hele leven aan de geschiedschrijving van de Vlaamse Beweging. Hij is de biograaf van o.a. Hendrik J. Elias, Odiel Spruytte, Reimond Tollenaere, Leo Vindevogel en tientallen militanten uit de Vlaamse Beweging. Momenteel werkt hij aan een monumentale biografie van Staf De Clercq.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.
Evolueren we naar een politiek model zoals in een communistische eenpartijstaat? Ontdek het in ‘Ondernemen in Achterland 1.0’.