Hollywood eind jaren ‘20, de Catalaanse Gouden Beer en Lollobrigida in Gent
Gina Lollobrigida in 1997 op het filmfestival in Gent.
foto © Belga Image
Hollywood eind de jaren ‘20, de Catalaanse Gouden Beer Berlinale 2022 en een overleden diva in Gent maken het filmnieuws deze week.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementHollywood eind de jaren ‘20, de Catalaanse Gouden Beer Berlinale 2022 en een overleden diva in Gent maken het filmnieuws deze week.
Babylon
Een zinderend, spectaculair, virtuoos geënsceneerd en gereconstrueerd tijdsdocument schudde Damien Chazalle uit zijn mouw over de jaren ‘20 toen Hollywood de stille film verruilde voor de gesproken film. Chazelle, de cineast ook van Whiplash, La La Land en The First Man on the Moon, serveert met cinematografische flair in zijn vierde langspeelfilm Babylon (***, vanaf deze week in de bioscoop) behalve een heuse brok filmgeschiedenis ook in denderende vaart een wirwar van anekdotes en verhalen. Was hij geïnspireerd door de hommage aan de beginjaren van de film die de broers Taviani brachten in 1987 in Good Morning Babylon?
Daarin volgden zij twee Toscaanse broers die voor Eerste Wereldoorlog naar Amerika waren uitgeweken en decorbouwers werden voor Intolerance, de klassieker van D.W. Griffith. Feit is wel dat Chazelle heeft geput uit het in 1959 verschenen boek Hollywood Babylon, waarin Kenneth Anger een broeierige wereld van seksuele schandalen, megalomanie en machtsmisbruik schetst maar ook een plek waar alles kon, een plaats voor dromen, illusie en fantasie. Babylon verwijst graag qua filmische aanpak naar de filmklassieker aller tijden Singin’ in the rain, en is behalve een even intelligente als vulgaire (soms) reconstructie van deze wilde jaren van chaos en feesten ook een boeiend zoekplaatje: wie is wie achter al deze personages die Chazelle opvoert.
Ambitieuze zielen
Van meet af aan draait alles rond een romance tussen twee min of meer verliefde maar ambitieuze zielen: Nelly en Manny. Nelly LaRoy (Margot Robbie in de rol van haar leven) is vastbesloten het te gaan maken in de wereld van de film. Vol zelfvertrouwen gooit ze Manny voor de voeten: ‘Een ster word je niet. Een ster dat ben je!’ Haar sex-appeal verwijst naar de actrice Clara Bow (1905-1965), een van de eerste sekssymbolen in Hollywood en tevens The it Girl. Nelly rolt toevallig in de film wanneer de hoofdactrice ziek blijkt te zijn, ook weer verwijzend naar hoe de negentienjarige Alma Rubens destijds aan haar eerste rol kwam. En Nellie is ook een beetje Bessie Love.
Manuel/Manny, Mexicaan, werkt zich intussen gaandeweg op van klusjesman tot directeur van een studio. Hij roept in gedachten regisseur Joselito Rodriguez (1907-1985) en zijn broer Roberto (1909-1995), geluidsman. De scène waarin Nelly de eerste stappen zet – letterlijk zelfs – in een gesproken film met alle problemen van dien is ronduit hilarisch.
Stille film
En dan is er Jack Conrad (Brad Pitt), de ster van de stille film die de overgang naar de gesproken film niet zal overleven. Dat personage die alle aandacht naar zich toezingt is een mix van John Gilbert, Douglas Fairbanks en Rudolf Valentino. Gilbert, zoals Conrad getrouwd met een theateractrice, moet de grofste vernedering doorstaan wanneer zij hem uitlacht wegens zijn catastrofale dictie in zijn eerste gesproken rol.
De zwarte jazztrompettist Sidney Palmer die zich met houtskool extra zwart moet maken doet dan weer denken aan wat Duke Ellington en Louis Armstrong, de eerste Afro-Amerikanen in Hollywood in de jaren ‘30 is overkomen. En zo verwijst elk van de talloze personages wel naar een echt bestaand iemand, inclusief een journaliste/roddeltante die een incarnatie is van Adela Rogers St. Johns (1894-1988). Ze schreef eerst, vanaf 1913 voor The Los Angeles Herald om daarna te publiceren in Photoplay, het eerste filmmagazine. Babylon, waar hemel en hel in elkaar overvloeien. Ga dat zien!
Gouden Beer
Een innemend kleinood is Alcarras van Carla Simon (***, vanaf deze week in de bioscoop) waarin een perziken telende familie in het onooglijke Catalaanse plaatsje Alcarras op korte termijn hun boomgaard ziet verdwijnen. De eigenaar wil namelijk de landbouwgrond verpatsen om er een terrein vol zonnepanelen aan te leggen. Blijkbaar is dat veel rendabeler dan de arbeidsintensieve perzikenteelt. Een boeiende en tegelijk schrijnende plattelandskroniek – in de film wordt uitsluitend een Catalaans dialect gesproken – die het hoe dan ook opneemt voor de traditionele agricultuur, toch nog altijd het voorbeeld van duurzaamheid.
La Lollo: Rel in Gent
Een grote actrice is er met de op 16 januari in Rome overleden Luigia ‘Gina’ Lollobrigida niet echt verloren gegaan. La Lollo, bouwjaar 1927, is nooit uit de schaduw geraakt van andere beroemde Italiaanse filmdiva’s zoals Sophia Loren en Claudia Cardinale. Wel had de actrice haar naam mee. In 1947 moest ze het bij de verkiezingen van Miss Italia afleggen tegen Lucia Bose (en Gianna Maria Canale). Bose zou samen met Sylvana Mangano de naoorlogse Italiaanse film opfleuren.
Een verhuis naar Hollywood zag La Lollo in 1950 niet zitten ook al lag er een contract van drie films per jaar voor haar klaar, al ondertekend door de excentrieke miljonair en filmproducent Howard Hughes. Hij was smoorverliefd op haar geworden nadat hij een foto van haar in bikini had gezien. Haar carrière startte veelbelovend in Frankrijk met als tegenspeler Gerard Philippe in twee films: Fanfan la tulipe (1952) en Notte-Dame de Paris (1956)
Haar internationale doorbraak kwam er in 1953 dankzij Pane, amore e fantasia van Luigi Comencini, een klassieke Italiaanse komedie. Met Vittorio De Sica aan haar zijde. En het moet gezegd: de actrice had komisch talent. Van dat jaar dateert ook haar eerste Engelstalige film Beat the Devil van John Huston. Na 1955 dankzij de film The World’s Most Beautiful Woman van Robert Z. Leonard, zou ze inderdaad door het leven gaan als ‘de mooiste vrouw ter wereld’.
Europese antwoord
Een tijdlang werd zij, grote ogen en donker van haar, ook opgevoerd als het Europese antwoord op de blonde Amerikaanse Marilyn Monroe. Lollobrigida kreeg als tegenspelers acteurs van het kaliber Humphrey Bogart, Errol Flynn, Tony Curtis, Anthony Quin en Frank Sinatra, grote sterren in de jaren ‘50. In de loop van de jaren ‘60 begin haar ster stilaan te doven. Op haar palmares prijkten een zeventigtal films. Gennaro Sangiuliano, de Italiaanse minister van Cultuur, twitterde: ‘Afscheid van een diva van het witte doek, protagonist van een halve eeuw Italiaanse filmgeschiedenis. Haar charme zal eeuwig blijven.’
Een memorabele voetnoot in haar curriculum vitae is zeker de rel die La Lollo veroorzaakte op de slotdag van het Filmfestival van Gent in 1997 toen zij zich als voorzitter distantieerde van haar (mannelijke) jury die als beste film hadden gekozen voor The Witman Boys van Jonas Szasz. ‘Als weldenkend mens’ kon zij deze shockerende film over een moedermoord geenszins appreciëren.
Freddy Sartor (1952) is beroepsjournalist, oud-hoofdredacteur van de filmtijdschriften Cinemagie (ex-MediaFilm) en het maandblad Filmmagie, tot 2006 bekend als Film & Televisie. Hij heeft een hart voor de Europese film en wereldcinema.
Waarom stuurde de Amerikaanse regering eind de jaren ’50 in volle Koude Oorlog-periode bekende jazzmusici zoals Louis Armstrong naar Afrika?
Waterramp in Spanje gebeurde in gebied waar meer dan 50 dammen gesloopt zijn.