Hoop voor de rechten van ouderen
ouderen
foto © Ralph Nas
Een nieuw VN-verdrag moet de rechten van ouderen garanderen. Maar België is tot nu niet bereid daar actief aan mee te werken. Waarom niet?
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementHet recht op een kwaliteitsvolle gezondheidszorg, op de eerbiediging van de woonst, op autonomie en op een waardig en zelfstandig leven. Het zijn slechts enkele grondrechten die ouder wordende mensen een volwaardige plaats in de gemeenschap moeten garanderen. De realiteit toont dat het nog lang zo ver niet is. Een nieuw verdrag voor de rechten van ouderen kan daar verandering in brengen.
Schending van mensenrechten van ouderen alom
Niet meer vrij bewegen, geen bezoek meer mogen ontvangen en vaak zelfs niet meer waardig kunnen sterven. Wie herinnert zich niet die trieste realiteit in vele woon- en zorgcentra ten tijde van de covidpandemie. Daar houdt het echter niet op. Discriminatie van 50-plussers bij het vinden van werk. Ouderen die geen verzekeringen meer kunnen afsluiten omwille van hun leeftijd. Ouderen die geen lening meer krijgen van een bank. Of die geen recht meer hebben op bepaalde medische ingrepen. Komt daarbij nog de betutteling en de stereotypering van ouder wordende mensen. En erger nog: de oudermisbehandeling. Dat geldt nog meer wanneer er sprake is van zorgbehoevendheid of kwetsbaarheid.
Niet alleen problemen bij ons, ook wereldwijd. Amnesty International geeft enkele voorbeelden. Zo zijn in Nigeria oudere mensen een specifiek doelwit van Boko Haram. Het conflict tussen Armenië en Azerbeidzjan in Nagorno-Karabach treft al decennia vooral ouderen. In Myanmar en Bangladesh bleven ouderen in vluchtelingenkampen verstoken van hulp. Ondanks die stuitende voorbeelden is nog steeds niet iedereen bereid om de rechten van ouderen in een internationaal verdrag te verankeren.
Ouderen vallen voorlopig buiten het kader van internationale verdragen
Dergelijke wantoestanden kunnen voortduren omdat een krachtig juridisch kader ontbreekt. Vandaag bestaat er bijvoorbeeld geen internationaal verdrag voor de rechten van ouderen zoals dit er wel is voor bijvoorbeeld kinderen of personen met een handicap of voor slachtoffers van specifieke vormen van discriminatie.
Bovendien bevatten de bestaande VN-verdragen voor de rechten van de mens geen expliciet verbod op discriminatie op basis van leeftijd. Nationale actieplannen of monitoringsrapporten rond mensenrechten gaan als gevolg daarvan voorbij aan de problemen van ouderen. Met name toegang tot kwaliteitsvolle langdurige zorg, het recht op palliatieve zorg, de bescherming tegen ouderenmis(be)handeling, het recht op zelfstandigheid en autonomie, het recht op een menswaardig inkomen enzovoort. Ook andere verdragen bevatten weinig specifieke bepalingen die het gebrek aan een algemene veroordeling van leeftijdsdiscriminatie zouden kunnen compenseren.
Maar, er beweegt wat
Daarom namen de Verenigde Naties eindelijk het initiatief om een nieuw Verdrag voor de rechten van ouderen te ontwikkelen (Convention on the rights of older people). Toch viel dat initiatief aanvankelijk in te veel landen op een koude steen. Zo ook in België. Op 12 maart 2020 werd in de Kamer gestemd over de resolutie met betrekking tot een internationale conventie tegen leeftijdsdiscriminatie van ouderen. Daarbij werd opgeroepen om te ijveren voor en actief mee te werken aan de inhoudelijke uitwerking van een VN-conventie terzake.
De politiek verantwoordelijke, in casu minister Wilmes, verkoos om geen gehoor te geven aan deze resolutie en niet actief mee te werken aan een nieuw VN-verdrag. We beschikken immers al over de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, is het argument. Ondertussen blijken steeds meer Europese landen (Duitsland, Oostenrijk, Slovenië, Portugal) een verdrag toch genegen te zijn. België loopt daardoor het risico stilaan achteraan in het peloton te verzeilen.
De meerwaarde van een nieuw verdrag
De toegevoegde waarde van een verdrag voor de rechten van ouderen ligt niet in het toekennen van nieuwe rechten of aparte rechten aan ouderen, maar precies in de erkenning van ouderen als volwaardige burgers met gelijkwaardige rechten. Net zoals dat de filosofie was voor de verdragen voor de rechten van kinderen en personen met een handicap.
Tal van ouderen leveren een belangrijke bijdrage aan het sociaal, economisch, cultureel en politiek leven in hun land, regio of gemeente. Toch blijven hun bijdrage en hun levenservaring vaak ondergewaardeerd. ‘Ouder worden’ wordt veelal geassocieerd met kwetsbaarheid en zorgbehoefte. Of met de maatschappelijke kost van pensioenen en ouderenzorg. De negatieve beeldvorming overheerst vooralsnog. Een verdrag dat kijkt naar de volledige breedte van levensdomeinen waarin ouderen een rol spelen, dat het accent legt op ouderen als mensen met kansen, rechten, mogelijkheden… en dat volwaardige maatschappelijk participatie centraal stelt, kan tot die mentaliteitswijziging bijdragen.
Een verdrag hoeft overigens niet statisch te zijn. De zogenaamde ‘Algemene Commentaren’ bij het verdrag kunnen verduidelijken hoe bepaalde rechten in concrete situaties dienen begrepen en uitgevoerd te worden. In die zin krijgt het verdrag een dynamische toepassing. Er kan dan rekening gehouden worden met nieuwe uitdagingen, trends en verschillen in welvaart tussen landen onderling.
De gevolgen van een verdrag
Heel belangrijk is dat een mensenrechtenverdrag positieve verplichtingen inhoudt voor de ratificerende landen. Niet alleen engageren die landen zichzelf ertoe de mensenrechten niet te schenden, ze moeten ook actief stappen ondernemen om deze rechten in de praktijk te realiseren. In tegenstelling tot internationale actieplannen zijn de verdragen afdwingbaar. Burgers kunnen er zich dus op beroepen in de rechtbank. Ze krijgen de mogelijkheid om, indien nodig, op internationaal niveau een klacht in te dienen tegen een schending van hun rechten wanneer de nationale rechtsmiddelen uitgeput zijn. Op die manier zet een verdrag veel meer druk op landen om tastbare vooruitgang te creëren.
Dit nieuwe verdrag kan voor ons land een nieuwe inhoudelijke dynamiek creëren. Ons land zou immers een monitoringsproces moeten garanderen. Daarbij volgt een comité van experten de uitvoering van het verdrag op. Het moet ook aantonen op welke domeinen verdere actie nodig is. Niet alleen geeft dit inhoudelijk richting, het vergroot wellicht ook het publieke bewustzijn rond de positie van maatschappelijk kwetsbare groepen zoals ouderen. Verder zou onze overheid indicatoren moeten ontwikkelen en data moeten verzamelen om de mensenrechtensituatie van de ouder wordende mensen in België te monitoren en op basis daarvan te optimaliseren.
Waarop nog wachten?
Waar wachten de overheid en de politieke vertegenwoordigers nog op om via de erkenning van dit nieuwe internationale verdrag voor de rechten van de ouderen toonaangevend te worden in de strijd tegen de achterstelling, de discriminatie en misbehandeling van de ouderen in dit land?
Eind vorig jaar verscheen als knipoog naar het ouder worden, het boek Het beste moet nog komen van Guido Cuyvers: verkrijgbaar in onze webwinkel.
Categorieën |
---|
Personen |
---|
Guido Cuyvers is zowel in zijn vroegere professionele leven (docent Thomas More) als nu nog intens bezig met de plaats van ouderen in de samenleving.
Tom Lamont (Vlaams Belang): ‘Een moratorium op de sluiting van bedrijven zal multinationals en kleine starters ontmoedigen te investeren in onze regio.’
Vandaag 1632: Baruch Spinoza geboren, belangrijk filosoof, maar vooral verketterd door kerk en staat
Baruch Spinoza houdt vast aan zijn ideeën, ook al komt hem dat op verbanning uit de joodse gemeenschap, een plek op de Index en een Nederlands publicatieverbod te staan.