JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

Immigratie: impact op de welvaartstaat

Ivan Van de Cloot29/1/2018Leestijd 4 minuten
Arbeidsmigratie

Arbeidsmigratie

foto © Karl Drabbe

Immigratie heeft wel degelijk een impact op de welvaartsstaat, en kan zelfs berekend worden, stelt Itinera-econoom Ivan Van de Cloot.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Bart De Wever gooide vorige week de knuppel in het hoenderhok door in een opiniestuk in De Morgen te wijzen op het oude inzicht dat migratie en de welvaartstaat op gespannen voet staan met elkaar. De reacties waren voorspelbaar. Maar als neveneffect is er toch wat discussie losgekomen over de maatschappelijke impact van migratie. Politici en media hadden voor een keer eens wel interesse in becijferingen van de kostenbatenanalyse van migratie.

De Morgen citeerde het Nederlandse Centraal Planbureau dat op basis van een grote kosten-batenanalyse over gastarbeiders van de eerste generatie (uit vooral Turkije en Marokko) tot de conclusie komt dat een migrant met niet-westerse achtergrond, de staat gedurende rest van zijn leven gemiddeld 43.000 euro kostte. Netto, dus bovenop wat hij bijdroeg. Terwijl de gemiddelde Nederlander van dezelfde leeftijd een bijdrage van 76.000 euro levert aan de staatskas. (Een toename van de bevolking door lager geschoolde immigratie met 5% leidde tot een daling van de inkomens voor lager opgeleiden met 5 tot 10%.)

Dergelijke calculus kan ook alleen maar gemaakt worden in een uitgebouwde welvaartstaat. Zij die er niet van houden, moeten zich dan ook diepere vragen stellen over het feit dat heel ons sociaal model gebaseerd is op belastingafdrachten en uitkeringen waardoor het systeem altijd maar mensen met hogere productiviteit en arbeidsparticipatie behoeft. Je kan ook in een primitieve houding roepen dat het oneervol is om zulke berekeningen te maken. Schaffen we dan ook maar de administratie af van de gezondheidszorg en de evaluatie van geneesmiddelen op basis van kostenbatenanalyse? Vervallen ‘virtue signaling’ laten we beter over aan demagogen. Zij die het om echte oplossingen voor samenlevingsproblemen te doen is, geven wel ruimte aan wetenschappelijke analyse.

Verzorgingsstaat

Zoals uitvoerig gedocumenteerd in de wetenschappelijke literatuur is de impact van immigratie op de inkomensverdeling van een grotere orde dan de impact op het inkomensniveau. Immigratie gebeurt met name vooral vanuit onderontwikkelde landen met een laagontwikkelde verzorgingsstaat en grote inkomensverschillen naar staten met een hoogontwikkelde verzorgingsstaat. Verzorgingsstaten werken, in de woorden van bekend onderzoeker George Borjas, als ‘welfare magnets’ voor de laagopgeleiden migranten.[1] Typisch komt het inkomen van de laagopgeleide autochtonen en de al aanwezige laaggeschoolde allochtonen door de immigratie van nieuw binnenkomende laagopgeleide immigranten onder druk te staan. Voor de al aanwezige hooggeschoolden is de kans echter groot dat omdat de nieuwe arbeid complementair is, de impact op hun inkomen positief is. De inkomensverschillen in het land van aankomst nemen dus typisch toe. Niet verrassend dat vaak vooral weerstand voor nieuwe immigratie komt van laaggeschoolden.

Context

Vaak worden in ons land veel problemen met migratie geduid als ‘de Vlaming is racistisch’.  De paradox is echter dat migratie potentieel meest impact heeft op hogere ongelijkheid en een zwakkere positie laaggeschoolden. En dat recepten daartegen flexibilisering van de arbeidsmarkt en selectievere welvaartstaat zijn. Zij die grote migratie naar België willen, zijn vaak dezelfde die van dergelijke recepten niet moeten weten. Steve Stevaert zag wel in dat zijn voorkeurbeleid net in problemen komt bij grote migratie. Het hangt natuurlijk ook cruciaal af van hoe breed je groepen definieert. Onderstaande grafiek toont dat tot de tweede generatie.

immigratie

Bron: Itinera Institute, Klokslag twaalf, 2016

 

Laten we dan enkele lessen meegeven aan diegenen die wel consequent rekening willen houden met wat de wetenschap ons zegt:

  1. Spreken over ‘het’ effect van migratie is problematisch. Het meest robuuste is de wetenschappelijke bevinding dat als immigratie bestaat uit mensen met een hogere scholingsgraad dan die in ontvangend land, dit een positieve impact kán hebben op het welvaartsniveau daar.
  2. Dat diversiteit de bereidheid tot inkomensherverdeling verkleint, is breed onderzocht. Harvardprofessoren concludeerden dat er in Europa typisch meer bereidheid is tot herverdeling vanwege de grotere culturele homogeniteit in Europa. In 1991 vond een meerderheid van de Britten (58%) dat de overheid meer geld moest uitgeven aan bijstandsuitkeringen, ook al zou dat leiden tot hogere belastingen; omstreeks 2012 was dat aantal gedaald tot een kleine minderheid (28%). Een grote instroom van migratie wordt als een verklaring daarvan gezien.
  3. Algemeen kan gezegd worden dat hoe flexibel de arbeidsmarkt, hoe selectiever de welvaartstaat, des te soepeler kan instroom geabsorbeerd worden.
  4. Wees kritisch over het criterium dat je hanteert inzake ‘migratiesucces’: het bbp of gemiddeld inkomen per hoofd is een slechte maatstaf als er grote verschillen kunnen optreden tussen de positie van lage inkomens versus hoge inkomens.
  5. De effecten op de herkomstlanden en sociale effecten op het maatschappelijk weefsel in zowel herkomst- als bestemmingslanden moeten ernstig genomen worden.

Al vijftien jaar maak ik kritische analyses over de betaalbaarheid van de sociale zekerheid en pensioenen in het licht van de vergrijzing.[2] Terwijl ik vanaf 2002 wees op de onverantwoorde hoge veronderstelde productiviteit, evolutie van de werkloosheid, assumpties rond de kostprijs van de gezondheidszorg… komt daar recent de ongelooflijke benadering van migratie als wondermiddel tegen de vergrijzing bij. De berekening van de vergrijzingskost door de Vergrijzingscommissie is ondertussen bijkomend gebaseerd op de premisse dat er 1,3 miljoen migranten zullen bijkomen die in economische participatie nauwelijks zullen verschillen van die van de autochtone bevolking. Dat is regelrechte tovenarij. We wiegen onszelf in dit land blijkbaar graag in slaap.

 

[1] Borjas, George J. (1999) ‘Immigration and Welfare Magnets’. Journal of Labor Economics 17.4: 607–637.

[2] Ivan Van de Cloot (2014), De rekening moet kloppen, Borgerhoff en Lamberigts, 320p

 

Ivan Van de Cloot is hoofdeconoom bij Itinera Institute.

Meer van externe auteurs
Commentaren en reacties