JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

Inderdaad, voor N-VA is de mens geen willoze pop

opinie

Zuhal Demir30/4/2013Leestijd 4 minuten

Het opiniestuk van Mohamed Talhaoui [http://www.doorbraak.be/nl/nieuws/links-vlaanderen-spreidt-het-bedje-voor-de-n-va] werd druk aangeklikt en besproken. We vroegen een reactie van Gerolf Annemans [http://www.doorbraak.be/nl/nieuws/gezocht-en-gevonden-republikeinse-volkspartij] (Vlaams Belang) en Zuhal Demir (N-VA). Gisteren Annemans, vandaag Demir.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De verdiensten van het opiniestuk van Mohamed Talhaoui staan buiten kijf: hij zet aan het denken en daagt uit. Mooi trouwens dat hij – van Marokkaans-Berberse afkomst – hier een antwoord krijgt van mij – van Turks-Koerdische origine – over de vraag waar het met Vlaanderen naar toe moet. Misschien bewegen er dan toch dingen?

Zijn uitdagende analyse voor de Vlaamse linkerzijde snijdt hout maar er zit weinig beterschap aan te komen, vrees ik. Vlaamse SP.a’ers laten zich fêteren op het PS-congres, wat enerzijds past in de sfeer van de Internationale maar anderzijds vooral het gevoel bevestigt dat de linkerzijde geen eigen Vlaams verhaal brengt, nog altijd rekent op de ruggensteun van de grote Waalse broer en zich blijft koesteren in de rol van aanhangwagentje. Een scheut emancipatie zou het Vlaamse socialisme inderdaad geen kwaad kunnen maar het blijft toch vooral veel hebben van ‘wachten op Godot’.

Toen ik Talhaoui’s kwalificatie van N-VA las, ben ik de afkorting toch eens gaan googlen want over mijn partij kon dat alvast niet gaan. Veel verder dan de Nationale Volksarmee – het leger van de ter ziele gegaan  DDR – kom je dan echter niet en die NVA zal Talhaoui niet bedoeld hebben. Dat ‘uitermate rechts en ultraliberale agenda’ of ‘eenzijdige en buitensporige plichtendiscours’ zou dus wel degelijk gaan over de partij die bekend staat als Nieuw-Vlaamse Alliantie?

De N-VA brengt dus enkel een plichtendiscours? Gezien de eenzijdige fixatie door de beleidvoerders van de jongste decennia op het rechtenverhaal kan de slordige waarnemer misschien die indruk opdoen. Dus dan maar even verduidelijken voor wie het nog nodig heeft: voor ons moeten rechten en plichten in evenwicht zijn. Tot nu werd die plichtenzijde bewust vergeten in het beleid. Dat heeft alles te maken met de paternalistische pamperideologie van de linkerzijde. Op een recent debat stelde ik vast dat wat zich links noemt graag voordurend en uitsluitend inzoemt op de vraag: ‘wat kan de overheid voor ons doen?’ Die vraag verdrukt volledig de andere uitdaging: ‘wat kunnen wij allemaal doen?’ Er bestaat uiteraard een recht op (goed) onderwijs of op (zinvol) werk maar wij durven ook wijzen op de plicht om de taal te leren en vervolgens ook de kansen te grijpen die de maatschappij biedt. Geboden kansen laten liggen en dan kiezen voor de slachtofferrol is en blijft een gemakkelijkheidsoplossing en een zwaktebod.

Talhaoui mag dat een ‘buitensporig plichtendiscours’ noemen. Aan de lezer om daar zelf een oordeel over te vormen. Het zegt wellicht meer over hem dan over de N-VA.

N-VA zou niets verwezenlijkt  hebben in de Vlaamse regering voor inburgering en werk? Onze partij beschikt niet over toverstokjes, evenmin in dit als in andere dossiers. Maar er wordt wel nadrukkelijk geïnvesteerd in inburgering en werk . N-VA was de eerste partij die over verplichte inburgering sprak in 2000; toen werd dit door alle linkse partijen racistisch genoemd. Inburgering is trouwens het  sluitstuk van het migratiebeleid maar kan het falende migratiebeleid niet oplossen. Dan zitten we in het verhaal van de dweil en de kraan.

Ook voor de Vlaamse onafhankelijkheid beschikt N-VA niet over het zo gezochte toverstokje maar dat hebben we met alle anderen gemeen. Wij proberen de zaak alleszins wel in beweging te brengen, steeds verder in de richting van het einddoel. Onze houding tijdens de regeringsonderhandelingen van 2010/2011 toonden voldoende aan dat wij een evenwicht bewaren tussen zoeken naar oplossingen en in het oog houden van de ondergrens. Ik moet er geen tekening bij maken wie volgens ons ziek is in het ene bedje (zich opsluiten in een heilloos alles-of-niks-verhaal) en wie in het andere (tot elke prijs compromissen afsluiten).

De grote zege van N-VA veroorzaakte een breuk in de Belgische politieke geschiedenis. Het negeren van de Vlaamse stem door de grootste Vlaamse partij was tot 2010 een constante in de ‘vaderlandse’ geschiedenis. Om ons te beperken tot recente voorbeelden: Verhofstadt schreef een hoofdstuk in dat onzalige boek, Yves Leterme zorgde voor een even droevig vervolg. Eenmaal in die federale regering bleef er niets meer over van de forse Vlaamse stem waarmee de kiezer werd verleid. Met N-VA heeft de grootste Vlaamse partij voor het eerst in de geschiedenis voet bij stuk gehouden. De B-partijen duwden ons daarom vervolgens uit de besprekingen. De kiezer zal oordelen of ze dat nummer volgende keer nog eens kunnen opvoeren.

Talhaoui heeft gelijk als hij wijst op het probleem van alarmbellen, gekwalificeerde meerderheden, blokkeringstechnieken en andere belangenconflicten. Maar die hinderen slechts voor zover gedacht wordt in termen van nieuwe staatshervormingen oude stijl. De grote ommezwaai waar N-VA op mikt moet uit die versleten context breken, anders blijft het toch weer ‘meer van hetzelfde’.

Als Vlaanderen dan eindelijk die volwaardige autonomie zal bereikt hebben, moet die Vlaamse staat uiteraard een pluralische samenleving herbergen, met de klemtoon op verbindend burgerschap. In de privé-sfeer zal die inderdaad een multicultureel karakter vertonen. Maar in de publieke ruimte moeten alle burgers, nieuwe en oude Vlamingen, een aantal basiswaarden delen: democratie, vrije meningsuiting, respect voor de rechtstaat, gelijkheid man en vrouw, gebruik van het Nederlands zijn essentiële minimumvereisten. Het nieuwe Vlaanderen zal trouwens maar een echte samenleving vormen als we allemaal wat naar elkaar toegroeien en een nieuwe sociologische samenhorigheid laten groeien. Beperken we ons daarbij asjeblieft niet tot de alle eigen verantwoordelijkheid afwijzende vraag ‘wat kan de overheid doen?’

Misschien toch even leentje-buur spelen bij good old John Fitzgerald Kennedy’s ‘Ask not what your country can do for you, ask what you can do for your country.’

Of beschouwen we J.F. Kennedy ook als een rechtse rakker?

<Vindt u dit artikel informatief? Misschien is het dan ook een goed idee om ons te steunen. Klik hier.>

Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.

Commentaren en reacties