Tenminste vier nieuwe bioscoopfilms gaan over relaties (man-vrouw en ouder-kind). Verhoudingen die zelden eenduidig of vanzelfsprekend zijn maar meestal zeer complex. Hier een overzicht plus een interview met één van de filmmakers: Jan Bucquoy en zijn hoofdactrice.
Radioreporter
Een journalist is op pad om voor een radioprogramma in enkele Amerikaanse grootsteden kinderen over de toekomst te bevragen. Deze gesprekjes, lucide en verrassend, zijn intermezzi in de geestige kroniek in zwart-wit ‘C’mon C’mon’ van Mike Mills (****, vanaf 26 januari in de bioscoop). Maar wanneer de journalist wordt opgezadeld met Jesse, het negenjarige zoontje van zijn zus, gaat voor hem een andere wereld open. Neemt Johnny als vriendelijke oom aanvankelijk Jesse nog op sleeptouw, gaandeweg willen deze rollen wel eens verschuiven. Wie heeft uiteindelijk wat van wie opgestoken?
Treincoupé 6
Mensen die onverwacht met elkaar te maken krijgen is eveneens het onderwerp van ‘Compartment No 6’ van Juho Kuosmanen (****, vanaf 26 januari in de bioscoop) een even meeslepende als geestige road-movie met de trein vanuit Moskou naar de andere kant van Rusland. In coupé nr 6 moet de jonge Finse studente Laura het op deze lange reis stellen met een onbehouwen jonge Rus. Hoe deze twee een modus vivendi moeten zien te vinden, zorgt voor de nodige hilarische en ontwapenende momenten.
Ecolo-politicus
Moord of zelfmoord? Voor ‘L’Ennemi’ (**, vanaf 26 jan. in de zaal), zijn jongste film, liet de Belgische cineast Stephan Streker zich inspireren door de zogenaamde affaire Wesphael. De bekende Ecolo-politicus zou in november 2013 op een hotelkamer in Oostende al dan niet zijn echtgenote vermoord hebben. Zelf had hij het over zelfmoord. Uitsluitsel is er nooit gekomen, wel is de politicus vrijgesproken voor doodslag.
De echte hoofdfiguur van deze doordeweekse thriller is twijfel. Uiteindelijk ga je als toeschouwer zelfs beginnen twijfelen aan de twijfel. Of was dat nu net de bedoeling?
Kruisweg
Even bekend als berucht is Jan Bucquoy. Over zijn eigen jeugdjaren maakte hij 30 jaar geleden met de nodige zelfspot de sfeervolle zedenschets ‘La vie sexuelle des Belges’. En hoe fris en grappig ‘La vie sexuelle des Belges’ was, des te pijnlijker is zijn jongste film ‘De laatste verleiding der Belgen’ (**,*, vanaf 2 Februari in de bioscoop) die om allerlei redenen 10 jaar onderweg was. Het gegeven: de zelfdoding van zijn dochter Marie. Bucquoy heeft er een intrigerende mijmering met humor van gemaakt, een mozaïek van quotes, overwegingen en situaties. Ze confronteren je met een van de grootste onrechtvaardigheden des levens: ouders worden niet geacht hun kinderen te (moeten) begraven.
Achter weer maar eens een ronkende titel – meer een vlaggeschip in feite – gaat een fragiele man schuil die telkens zijn ziel prijsgeeft en vooral ook zichzelf tegen komt.
Interview met Jan Bucquoy
Jan Bucquoy:’De vraag was: Hoe ga je met dat onderwerp creatief om. Ik wou geen realisme, geen reconstructie. Ik wou het verhaal vertellen als een sprookje, pogen de lijn te vinden tussen: ‘het leven kan plezant zijn maar ook tragisch’. Dat is een hele dunne draad, een evenwichtsoefening!’
‘Het is een manier om met je dochter te praten post mortem. Wat we niet gedaan hadden daarvoor. Ze was wel depressief maar het zal wel in orde komen. Er waren drie fototentoonstellingen die ze moest doen. Die autobiografische dingen moesten erin maar de pijn blijft. Er zit iets doods in mij.
Ik heb niet alleen mijn dochter verloren maar ook mijn kleindochter. We mogen haar – ze is 20 jaar – niet meer zien. Mijn ex heeft een klacht ingediend om haar kleindochter te mogen zien maar ze heeft dat proces verloren. Je mist ook je andere kinderen, dat contact is verwaterd. Met al die elementen ga je creatief aan de slag om een verhaal te vertellen.’
Je film is geen therapie, geen verwerkingsproces?
‘Het is een dialoog met mijn dochter maar ze is er niet meer. Hoe communiceer ik de emotie van een vader met de dochter die gaat verdwijnen. Hoe gaat het? Ik doe alsof. Wat is doodgaan? Het gaat stil zijn. Soms droom ik van haar. Het verwerkingsproces is fysiek. Op een bepaald moment houdt de stem op, is volledig verdwenen. Dat verhaal is af.’
Een zin van jou die lang blijft nazinderen: ‘Iedereen heeft recht op zelfdoding behalve mijn dochter.’
‘Euthanasie moet uit de taboesfeer. Je zou het moment van je dood zelf mogen kiezen. Dat vind ik. Tot er iemand die dicht bij jou staat voor zelfdoding kiest. Dan is dat niet vanzelfsprekend meer. Dat is het dubbelzinnige. In theorie klopt het wel. Op gelijk welk moment zou dat moeten kunnen, dat je dus ook de tijd krijgt om te beginnen twijfelen. Want zelfdoding is zeer impulsief maar onherroepelijk. Ik ben ervan overtuigd dat mocht euthanasie uit de taboesfeer worden gehaald er zelfs minder zelfmoorden zouden zijn. Je krijgt bedenktijd.’
De titel van de film doet wat denken aan de Christusfilm van Martin Scorsese: The last temptation of Christ?
‘Die Bucquoy is een soort Christusfiguur. Van Christus moest men ook niet weten. Hij wou ook alles anders. Maar men wil dat het blijft zoals het is met alle miserie.
De film heeft inderdaad iets bijbels. Zijn leven is een Kruisweg met 12 taferelen, een tocht van vallen en opstaan. En af en toe komt hij een Maria Magdalena tegen. .
En dan is er die christelijke vraag: “Wat is de zin hiervan?” Kinderen gaan dood. Hoe onrechtvaardig. Er schort iets aan dat systeem. De film heeft iets Scorsese-achting met een zweepslag.’
Het debuut van Alice Dutoit
De hoofdrol van Marie wordt gespeeld door de in de film debuterende jonge actrice Alice Dutoit.
‘Als eerste film was het ideaal. Ik was heel vrij, de opnames waren op het ludieke af. Marie was zangeres en actrice, ik ook. Als zangeres regisseer je, je hebt alles in de hand. Als actrice sta je ten dienste van, ben je een chameleon en ga je dingen doen die niet vanzelfsprekend zijn.’
Hoe heb je de film ervaren?
‘Het is een hommage aan de dochter van Jan. De film heeft het over zelfdoding zonder dat er een oordeel wordt geveld. Een mooie oefening.’
Hoe vrij was je om een bestaand iemand te moeten spelen?
‘Ik heb geen foto van Marie te zien gekregen. Ook de documentaire met haar ‘Tout va bien’ heb ik nooit gezien. Ook alle andere films van Jan heb ik vooraf niet mogen zien. Ik had dus alle vrijheid. En omdat Jan op pellicule draait was er ook niet veel ruimte om meer dan een opname te doen. Dat maakt dat niet alles perfect is maar dat komt de spontaniteit wel ten goede. Zoals in het echte leven.’
Heb je dan de indruk dat je een soort van utopische figuur moest zijn?
‘Aanvankelijk wou Jan een fantoom, was zijn film een ‘brief aan zijn dochter’. Met daarin centraal de relatie tussen vader en dochter, en met een afwezige vader. Zelf heb ik een zeer aanwezige vader; men wil kinderen om er zich over te ontfermen. Marie was meer rock ‘n’ roll heb ik van horen zeggen. Jan wou van mij iets puur, iets angeliek, een soort engel.
Je moest je als actrice wel staande houden naast iemand zoals een Wim Willaert als Jan Bucquoy?
‘Wim is een monster qua talent. En met zo’n schattig accent. Hij was tijdens de opnames zo begaan. En hij heeft gespeeld met Yolande Moreau samen met Meryl Streep, een van mijn favoriete actrices want zij creëert schoonheid in de perfectie.’