JavaScript is required for this website to work.
Religie

Jihad tegen het Westen: een heilige plicht

Jihad is zo oud als de islam zelf

Mattijs Glas14/12/2019Leestijd 6 minuten
De jihadistische vlag.

De jihadistische vlag.

foto © Wikimedia Commons/Wouter Engler

De geschiedenis leert ons dat de jihad helemaal geen reactie is tegen kolonialisme of Westerse interventies in het Midden-Oosten.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

‘Eigen schuld, dikke bult.’ Volgens velen is islamitisch terrorisme op Europese en Amerikaanse bodem uitsluitend te danken aan westerse interventies in islamitische gebieden, zoals het koloniale verleden, de invasie van Irak, of recenter, bombardementen op Syrische doelen. De keerzijde daarvan is dat we door islamitische extremisten met rust worden gelaten als het Westen zich nergens meer mee bemoeit.

Men denkt blijkbaar dat er in de islamitische gebieden vreedzame volkeren woonden die uit het niets een hoop westerse wreedheden op hun dak kregen, dat niet pikten en besloten terug te slaan.

Niets is echter minder waar. Jihad is zo oud als de islam zelf en de huidige aanvallen op het Westen zijn daar een voortzetting van. Om dat duidelijk te krijgen moeten we bij het ontstaan van de islam beginnen.

De begindagen van jihad

De islamitische profeet Mohammed ontving zijn eerste openbaringen toen hij in Mekka woonde. Niet iedereen was daarvan onder de indruk. Sterker nog, de Mekkanen waren de intolerante tirades van Mohammed op een gegeven moment zo zat dat hij en zijn entourage zich gedwongen zagen naar Medina te vluchten. Daar werd hij hoe langer hoe agressiever en veroverde hij stukje bij beetje de hele stad – de eerste jihad.

Zo werd Medina zijn uitvalsbasis. Van daaruit voerde en organiseerde Mohammed roof- en veroveringstochten. Zelf deed hij aan 27 veldslagen mee en was hij verantwoordelijk voor 59 andere.

Mohammeds gedragingen, zienswijzen en goddelijke openbaringen uit die tijd zijn het materiaal waaruit later de Koran, de Sira (biografieën van Mohammed) en de hadith (verzamelingen van overgeleverde dingen die hij deed of zei) zijn samengesteld. Op basis van die geschriften hebben islamitische geleerden hun doctrines aangaande de jihad opgesteld. Doctrines die nu, eeuwen later, nog steeds gelden, omdat Mohammed een perfect mens was, wiens leven en gedachtegoed door iedere moslim dient te worden nagevolgd.

De theologie van jihad

Het woord jihad betekent in de islamitische bronnen veel vaker dan niet dat men voor Allah moet ‘worstelen’ of ‘vechten.’ Mogelijke vertalingen zijn ‘de plicht om ongelovigen aan te vallen’ (Alfred Guillaume) of ‘het gewapende streven op het pad van Allah’ (Machteld Allan). Door Mohammeds leven is de jihad een integraal onderdeel van de onwrikbare islamitische theologie geworden.

Ten eerste in de Koran. Als twee teksten in de Koran elkaar tegenspreken, geldt het door Mohammed als laatst geopenbaarde vers als definitief, en aangezien Mohammed aan het einde van zijn leven het meest agressief en offensief was, gelden ook de meest agressieve en offensieve verzen.

Jihad ligt ook onlosmakelijk in de hadith verankerd. Het is belangrijk om te weten dat islamitische geleerden die tot in detail hebben bestudeerd om hun authenticiteit vast te stellen. Slechts twee van de zes verzamelingen kregen het stempel Sahih, wat betekent dat die 100% betrouwbaar zijn. Beide collecties (die van al-Bukhari en Imam Muslim) bevatten hoofdstukken die enkel over jihad gaan. Ook wie Mohammeds biografieën leest komt vele verhalen over veroveringen, oorlogsonderhandelingen en rooftochten tegen.

Nog op zijn sterfbed mompelde Mohammed dat er geen twee religies in Arabië mogen bestaan. Wie de islamitische bronnen bestudeert kan niet om Mohammeds agressieve en oorlogszuchtige praktijken en oproepen heen.

Geen geografische begrenzing.

Het is dan ook logisch dat de generaties na Mohammed zijn roof- en veroveringstochten hebben voortgezet. Sterker nog, heel het Midden-Oosten is op deze wijze islamitisch geworden. De volkeren die in gebieden als Egypte, Arabië, Mesopotamië, Perzië, de Levant en het Byzantijnse rijk leefden, werden veroverd en geïslamiseerd. De oorspronkelijke godsdiensten in die gebieden verdwenen vrijwel helemaal, net zoals de daaraan verbonden culturen.

De islamitische doctrine deelt de wereld in drie soorten gebieden op. Gebied dat door de islam veroverd is (Dar al-islam, wat ‘islamitisch gebied’ betekent) en gebieden die nog niet veroverd zijn (Dar al-Harb, wat, veelzeggend, ‘oorlogsgebied’ betekent). Een tussencategorie vormen de gebieden waarmee over tijdelijke vrede is onderhandeld en die voorlopig met rust worden gelaten (Dar al-Sulh: ‘verdragsgebied’). Alle nog niet door de islam veroverde gebieden dienen dat wel te worden

Geschiedenis van de jihad tegen Europa

Na de verovering van het Midden-Oosten waren de islamitische troepen nog niet klaar. Europa was nog Dar al-Harb en moest veroverd worden en van een plundering meer of minder was men ook niet vies. Van aanvallen op Sicilië in 652, via de eeuwenlang geheven bloedbelastingen in Zuidoost-Europa, de pogingen om Wenen te veroveren in 1529 en 1638, tot de uiteindelijk door de Amerikanen gestopte Barbarijse slavenhandel rond de kust van Noord-Afrika (16e – 18e eeuw): de jihad tegen Europa heeft pauzes gekend, maar is nooit gestaakt.

Vanaf 732 vochten de Franken, onder leiding van Karel Martel, terug. In 1097 startten de kruistochten en uiteindelijk werden de islamitische legers uit Europa verdreven en was de Reconquista voltooid. Christelijke legers trokken daarna het Midden-Oosten binnen en probeerden onder andere het vanaf 1517 door het Ottomaanse rijk veroverde Jeruzalem terug te winnen. Omdat eenmaal door de islam veroverde gronden vanaf dat moment permanent als islamitisch grondgebied worden gezien, is de terugtocht uit Europa in de islamitische geschiedenis nog steeds een pijnlijk punt.

De definitieve teloorgang van de islamitische wereld begon in 1798, toen Napoleon Egypte in een mum van tijd en met een relatief bescheiden leger veroverde. Daarna ging het van kwaad tot erger. Het waren namelijk niet de Egyptenaren die de Fransen verdreven. De Engelse marine onder leiding van Horatio Nelson deed dat. Arabist Bernard Lewis vatte dat scherp samen: ‘Not only could a Western power arrive, invade, and rule at will, but only another Western power could get it out.’ (‘Niet alleen kon een westerse mogendheid er binnenvallen en heersen, enkel een westerse mogendheid kon ze er weer verjagen.’)

Twee gedachte-experimenten

Stel dat Europa en de VS altijd een isolationistische politiek hadden gevoerd, islamitisch grondgebied met rust hadden gelaten en dus ook geen militaire basissen in het Midden-Oosten maar hooguit enkele ambassade hadden gehad. Europa zou in dat geval ook geen koloniën in islamitische gebieden hebben kunnen vestigen. Zouden de islamitische aanvallen op Europa en de Verenigde Staten dan niet hebben plaatsgevonden? Dat lijkt compleet ongeloofwaardig, aangezien Europa al in 652 werd aangevallen en zich daarvoor niet met islamitische gebieden had bemoeid.

En stel dat het Westen morgen zou stoppen zich met islamitische landen te bemoeien en al zijn troepen zou terugtrekken, inclusief de basissen van de VS in Saoedi-Arabië, nooit meer zou interveniëren bij mensenrechtenschendingen en al helemaal geen landen meer binnen zou vallen ten bate van de war on terror. Dan zouden wij, zelfs na eeuwen, nog steeds een doelwit zijn. Hoe westerse regeringen zich ook gedragen, we zijn en blijven namelijk Dar al-Harb, en dus, vroeger of later, een doelwit voor verovering door de islam.

Jihadisme als wraak?

Uiteraard is het zo dat militaire interventies in islamitische gebieden kwaad bloed zetten, zoals jihadi’s vaak getuigen. ‘Ik doe dit voor mijn geloof, jullie maken moslims dood,’ schreef Gökmen Tanis, de dader van de aanslag op een tram in Utrecht in maart van dit jaar. Maar wie aan de vele westerse interventies in niet-westerse gebieden denkt (zoals in Latijns-Amerika, de Filipijnen, Cuba, Nicaragua, Rwanda of Haïti), ziet dat daardoor gemotiveerde wraakacties niet universeel zijn. Kwaad bloed is dus niet voldoende om de tegen het Westen gerichte jihad te verklaren. En ook niet de enige aanleiding.

Ook Westers kolonialisme is niet voldoende om jihadisme te verklaren. Frankrijk koloniseerde stukken van Noord-Amerika en toch voeren Amerikanen noch Indianen een jihad tegen Frankrijk. Vietnam is een kolonie van Frankrijk geweest, maar Vietnamezen voeren geen revanchistische acties op Frans grondgebied uit. Samoa was Duits grondgebied, maar Samoanen plegen geen aanslagen in Duitsland. Istanbul was christelijk grondgebied maar christenen plegen geen terreuraanslagen in Turkije.

Kolonialisme geeft geen sluitende verklaring voor de jihad tegen het Westen, aangezien daardoor geïnspireerde wraakacties niet universeel zijn. Tekenend is dat landen die geen koloniën op islamitisch grondgebied hadden, zoals Zweden of Denemarken, ook met jihadistische terreur te maken kregen. Als jihadisme een reactie op kolonialisme was, hadden de Denen en Zweden nergens last van moeten hebben.

Soorten verklaringen

Om de huidige jihadistische terreur in het Westen goed te begrijpen zijn twee uit de evolutie-biologie afkomstige begrippen nodig: het verschil tussen een proximale en een ultieme verklaring, het ‘waardoor’ en het ‘waarvoor.’ Een voorbeeld: de proximale verklaring van het feit dat rijke mensen aantrekkelijke partners zijn, is dat rijkdom in behoefte voorziet. Maar waarvoor is dat van belang? Dat brengt ons bij de ultieme verklaring, namelijk dat degene die zich koppelt aan een rijk persoon, een beter kans op voortbestaan van het nageslacht heeft.

Jihadisme in het Westen heeft eveneens een proximale en ultieme verklaring. De proximale verklaring is onder andere dat het Westen, volgens extremistische moslims, wederrechtelijke militaire activiteiten op hun grondgebied ontplooit. Daardoor voelen jihadisten zich geroepen om de ‘daders’ aan te vallen. Dit is echter niet de enige en ook niet de ultieme verklaring.

In de 15e editie van Dabiq, het door ISIS uitgegeven propaganda-magazine, staat een artikel getiteld: Why we hate you & Why we fight you. ISIS stelt daar dat de primaire reden dat zij ons haten is dat wij ongelovig (kafir) zijn: wij geloven niet in Allah, we liegen over hem en zijn boodschapper en we houden ons met allerlei duivelse praktijken bezig (daarbij moeten we denken aan dingen zoals alcoholgebruik, vrijheid en gelijkheid van vrouwen, homoseksualiteit of democratie). Ons ongeloof is volgens dit artikel ook de primaire reden waarom ze tegen ons vechten, aangezien hen is bevolen om ons te bevechten totdat we oftewel onderworpen zijn en jizyah betalen (belasting voor niet-moslims die op islamitisch grondgebied leven) oftewel tot de islam zijn bekeerd. Een overduidelijke referentie aan Koran 9:29.

Het Westen: gehaat omdat het niet islamitisch is, doelwit omdat het ongelovig is

Ondertussen kunnen we voorzichtige conclusies trekken over de theorie dat de jihad tegen het Westen enkel het gevolg van buitenlandbeleid of koloniaal verleden is. Dat jihadisten revanchistische gedachten jegens het Westen koesteren is een gegeven, maar dat is niet de enige reden dat ze het Westen aanvallen.

Een andere reden, en wel de belangrijkste, is dat het Westen gehaat wordt om waar het voor staat: democratie, liberalisme, pluralisme, vrijheid, progressiviteit, tolerantie. Met andere woorden: om de simpele reden dat het niet islamitisch is. En dat brengt ons bij de ultieme verklaring voor de tegen het Westen gerichte jihad. Het is vanuit de islamitische theologie simpelweg een religieuze plicht om de hele wereld onder islamitisch bewind te brengen. Dar al-Harb moet Dar al-Islam worden.

Zo lang deze theologische grondslag, die teruggaat tot de veroveringstochten van Mohammed, in de maatschappelijke discussie over de islamitische jihad tegen Europa wordt ontkend, hebben we de strijd al bij voorbaat verloren. We moeten inzien dat we te allen tijde een doelwit kunnen zijn, en dat dat niet onze eigen schuld is.

Mattijs Glas (1982) heeft een BA Humanistiek (UvH) en een MA Wijsbegeerte (UU). Hij is filosoof en schrijft recensies, columns en artikelen, onder andere over evolutie, politiek, immigratie, integratie & islam.

Commentaren en reacties