JavaScript is required for this website to work.
Media

Johan Sanctorum: ‘Laat u niet muilkorven’

Nieuw boek van Sanctorum: 'Politiek incorrect'

Fabienne Torfs12/9/2020Leestijd 7 minuten
Overijse, herberg Het Klein Verzet, 26 augustus 2020

Overijse, herberg Het Klein Verzet, 26 augustus 2020

foto © Dirk Jena

Johan Sanctorum roept in zijn nieuwe boek iedereen op om buiten de lijntjes te kleuren van het politiek correcte, om onszelf te bevrijden.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

In een oervlaams café in het hartje van de Druivenstreek ontmoet ik Johan Sanctorum, de schrijver en columnist die als geen ander weet wat de consequenties zijn om als rebel en non-conformist de vinger te leggen op ongemakkelijke waarheden die ingaan tegen heersende politieke en maatschappelijke gevoeligheden.

Politiek incorrect is de titel van zijn nieuwe boek, met als ondertitel: ‘Waarom (zelf)censuur slecht is voor uw gezondheid’. Over de vrijheid van denken en schrijven, politiek correcte taboes, de macht van de mainstream media en het verzet daartegen.

Het is een vinnig geschreven analyse, met de polemische vaart en de sarcastische humor die we van de auteur gewoon zijn. Sanctorum lijkt nog radicaler geworden dan in De langste mars en Na het journaal volgt het nieuws, waarmee dit boek een drieluik vormt.

Berichten uit de onderbuik

Doorbraak: Laat ons beginnen met de vraag van zes miljoen: bestaat er een vrije meningsuiting in Vlaanderen?

‘Kort en goed: neen. Ik begin het boek waar het vorige eindigde: bij de perverse rol die de media spelen in het controleren van de mainstream en het onderdrukken van kritische tegenstemmen. We leven zogezegd in een democratie, er is een grondwettelijke vrijheid van drukpers, maar in de praktijk beheerst het journalistieke establishment het discours, het bepaalt wie zijn stem mag laten horen en het legt zichzelf een politiek correcte censuur op die ronduit benauwelijk is. Met onze openbare omroep vooraan. Vandaag zijn ook de sociale media aan de beurt. Ook daar wordt het net langzaam dicht gehaald.’

Je doelt dan op Facebook en het Zwartepietenverbod.

‘Ja, het is schrikwekkend, die pensée unique die bijna viraal-besmettelijk de ronde doet en de bandbreedte van het vrije spreken en schrijven stelselmatig versmalt. Racisme en seksisme zijn de twee grote dooddoeners. Overal bemerk ik schrik om dingen te benoemen en vooral ook de vrees om personen of groepen te beledigen, eens te durven lachen. De humor is in vrije val.’

Je vertoog spitst zich toe op de Vlaamse situatie en maakt eigenlijk een grote boog vanaf de Val van Antwerpen in 1585 tot de lockdown in 2020: vanaf de Spaanse dwingelandij tot de Belgische onderhorigheid. Zijn wij een volk van knechten?

‘Ja, die continuïteit tekent ons, van die vaststelling vertrek ik. Dat gebrek aan fierheid en collectief zelfbewustzijn, het fameuze underdogcomplex dat gestalte krijgt in de figuur van Lamme Goedzak, het altijd maar weer treuzelen, de koudwatervrees om het lot resoluut in eigen handen te nemen… het is onder onze huid gekropen. We leven eigenlijk mentaal onder een bezetter, daarom vind ik de Uilenspiegellegende zo essentieel. Het is een legende van de rebellie die door onze katholieke voorgeschiedenis wordt weggemoffeld, terwijl nu net die geuzenmentaliteit, dat radicaal-tegendraadse met de nodige stoute humor, een springplank kan zijn naar echte ontvoogding.’

Wat me dit keer opviel is de sterke structuur: drie delen van telkens drie hoofdstukken, altijd ingeleid door een soort toogspreuk, een oprisping uit de Vlaamse onderbuik. Kunnen we hier spreken van überpopulisme?

‘Uberpopulisme of onderbuikdenken, zoals je verkiest. Ja, ik kruid mijn analyses met tooggezegden en volkswijsheden, wat bij de gewone Vlaming leeft en vandaag hooguit nog op Twitter aan bod komt, die door de weldenkende pers als een soort vuilbak wordt beschouwd. Mensen voelen zich gemuilkorfd, nu ook letterlijk, met dat verplichte mondmasker.’

Maar in Aalst, daar komt het verzet toch op straat. In het eerste deel, opgevat als een soort Ronde van Vlaanderen, wordt de Ajuinenstad geprezen als dé plek waar politieke incorrectheid de norm is. De échte vrije meningsuiting bestaat dus nog wel.

‘Ja, maar die plekken zijn uitzonderlijk, het is een wonder dat ze nog bestaan. En of er een editie 2021 komt is nog maar de vraag. Daarom is het Aalsters carnaval een cruciale halte in mijn boek. Een grensoverschrijdend satirisch straattheater waar de ganse stad een jaar lang naar toe leeft. Sterk anti-establishment en geworteld in het Dendermoeras dat de politieke elite zowaar ademnood bezorgt. Taboes en fatsoensregels sneuvelen bij bosjes in die driedaagse, niets is heilig. Voor mij zou het een heel jaar carnaval mogen zijn.’

Met het risico van verbannen te worden door de UNESCO en de rest van de goegemeente… De uitsluiting moet je er dan bijnemen.

‘Ze gooiden zelf de deur dicht, dat is toch fantastisch! Veel belangrijker nog dan de praalwagen van de Vismoolj’n en de Joodse karikaturen op zich, vind ik de hardnekkigheid waarmee de carnavalisten voor hun vrijheid opkwamen en niet wilden inbinden. Met als hoogtepunt het grote foertgebaar en het werelderfgoed laten voor wat het is.’

Die exitgedachte lijkt je te fascineren. Je legt ook een verband met de brexit en andere afscheidingsbewegingen. Is die uittreding een middel om zijn eigen identiteit te herontdekken? 

‘Het is de crux van de politieke incorrectheid: het gewoon aftrappen en gaan voor een eigen verhaal. België, de EU, de VN, het zijn allemaal bureaucratische macrostructuren die vooral hun eigen voortbestaan tot doel hebben en de leugen objectiveren. Zij bepalen wat correct is, de morele norm, zelfs de taal, de iconen en het woordgebruik. We moeten onze aanwezigheid in dit soort instituten durven in vraag stellen. Dikwijls is het zinvoller om zich naar de uitgang te begeven, maar dat vergt enige moed. Meestal blijven we zitten, tegen heug en meug omdat het makkelijker is. Of om gewoon bij de hoop te blijven.’

Oerwoudkreten

Dat carnaval is nog maar een aanloop tot het tweede deel, de ‘Geuzenverhalen’, waarin onder meer de islam, de multiculturele ideologie, de heksenjacht op zogenaamde racisten, en het MeToo-feminisme ervan langs krijgen.

Je opent met de fameuze Lukaku-column van september vorig jaar die een heuse Twitterstorm en enige mediaheisa veroorzaakte. Waarna Doorbraak het stuk offline haalde. Is dat allemaal uitgepraat of wringt het na een jaar toch nog wat?

‘Neen, we hebben dat uitgeklaard. Sindsdien leest de redactie alles met een vergrootglas en worden teksten regelmatig euh… aangepast.’

Toch neem je het woord ‘censuur’ niet in de mond.

‘Dat het een hete maand augustus is geweest. Een blad publiceert wat het wil , en alles is in zijn originele versie op mijn blog te lezen. Maar het incident illustreert wel de kwetsbaarheid van de zogenaamde alternatieve pers, en de zuigkracht van de mainstream. Mensen als Joël De Ceulaer hebben daar een perfide rol in gespeeld. “Racisme” blijft dé dooddoener in allerlei afrekeningsagenda’s en uitsluitingsstrategieën. Je bent een racist, dus zwijg en laat je heropvoeden. Links probeert al decennia zijn democratische minderheid in Vlaanderen te compenseren met moreel suprematisme. Ze zijn met minder maar plaatsen zich aan de “juiste” kant van de geschiedenis.’

De kwaal van het cultuurmarxisme…

‘Inderdaad, maar vandaag is daar de BlackLivesMatter-beweging bijgekomen en het hysterisch gedrag van de zogenaamde wokes, een groepsdictatuur met bijna maoïstische allures. Het uitsluiten van andersdenkenden, de ban van schrijver Jef Geeraerts uit de Vlaamse canon, het Pietenverbod van de EU en Facebook… dat zijn regelrechte uitingen van “racismomanie” die onze democratie uithollen tot een censuurmaatschappij. De obsessie voor racisme maakt de vrijheid van denken en spreken kapot. Eerst was dat een bewuste strategie van links, nu is het een viraal verschijnsel geworden, een pandemie op zich waar zelfs de commerciële wereld en de merken in meegaan. Die lopen nu eenmaal elke hype achterna.’

Racismomanie, een interessant woord dat ingang lijkt te vinden, een typisch Sanctorum-bedenksel. Maar is het niet net de heksenjacht op zogenaamde racisten die juist de politieke incorrectheid oproept, als een teken van verzet?

‘Het carnavalfenomeen, inderdaad. De negermoppen en de oerwoudkreten op het voetbalveld zullen des te meer floreren, naarmate ze verboden worden. Humor als opgeheven middenvinger tegen de censuurmaatschappij. Dat is een freudiaanse wetmatigheid. De waarheid zoekt toch haar weg.’

‘De waarheid… wat is de waarheid voor de media? Als Brusselse ‘jongeren’ onze kust onveilig maken, duurt het dagenlang voor we te weten komen – en dan nog via andere bronnen – dat het om allochtone bendes gaat. En als je dat luidop zegt ben je een racist. Opvallend in dat opzicht is ook dat De Standaard en De Morgende open brief over de cancel culture doodzwegen.

‘Dat soort doofpotjournalistiek typeert de Vlaamse mainstreampers. Onze open brief werd ondertekend door tal van bekende Vlaamse academici, het was een belangrijk statement, maar bij De Standaard en De Morgenhadden ze beslist dat de linkse afrekeningscultuur niet bestaat. Dat is cultuurmarxisme pur sang: staalhard ontkennen en het publiek beliegen voor de goede zaak. Gelukkig is er een belangrijke grondstroom die dat doorheeft en zich van de leugenpers heeft afgekeerd.’

De vlam in de pan

Over naar het derde en laatste deel, waarin de Belgische coronapolitiek en de lockdown grondig worden gefileerd. Je beschouwt het als een onbenut momentum, een gemiste kans.

‘In de coronacrisis heeft de Belgische constructie zich in al haar onefficiënte, absurde lelijkheid getoond. De leugens rond de mondmaskers, de miskopen, Wilmès en haar Nederfrans gebrabbel, de blunders van Maggie, het virologendictaat, de verkaveling van de samenleving in zogenaamde bubbels, en vooral de bewuste verwaarlozing van de regionaal bestuurde rusthuizen ten voordele van de federaal beheerde ziekenhuizen… het heeft vele Vlamingen het gevoel gegeven dat ze in het verkeerde land leven. Dan kan je twee dingen doen: in het verzet gaan of collaboreren.’

Tijl Uilenspiegel of Lamme Goedzak, daar heb je ze weer.

‘Helaas werd het de tweede optie en heeft de Vlaamse politieke klasse de kans laten ontglippen om in het voorjaar van 2020 geschiedenis te schrijven. Ze heeft zich helemaal laten meesleuren door het federaal-Belgische crisismanagement en liep de feiten achterna, in plaats van onmiddellijk, eind februari al, een eigen, sterk coronabeleid uit te stippelen dat de lockdown kon voor zijn. In de plaats daarvan kregen we klungelaars als Wouter Beke die ik nog niet de Chiroleiding van Leopoldsburg zou durven toevertrouwen.’

De Belgische ziekte op Vlaams niveau bedoel je dan.

‘Helemaal. Dat is het echte drama. We missen politici met hersenen én ballen, het zijn geboren treuzelaars, dat weten ze in Franstalig België heel goed. We kregen op Vlaams niveau zelfs dat contactopsporingsonderzoek niet geregeld, met als gevolg een soort opstand van de steden en gemeenten. Waarna Wilmès het met ingehouden triomfalisme terug kon overnemen. Moraal van het verhaal: België is misschien niet perfect maar Vlaanderen maakt het verschil niet.’

Dan belanden we weer bij de Vlaamse underdogattitude, de cirkel is rond. Gebrek aan lef, gebrek aan ambitie.

‘Zolang we op een of andere manier ons lot aan de Belgische constructie verbinden, zullen we falen. Dat eindeloze paringsritueel van PS en N-VA, plannen voor nog eens een staatshervorming, het versjacheren van bevoegdheden, het mistig geneuzel over confederalisme, ik word er zo moe van. Het is de politieke correctheid op Vlaams niveau die ons van de autonomie weghoudt en steeds weer naar het compromis drijft.’

Je wijst in je boek daarvoor ook de cultuursector met de vinger en haalt de titel van een werk van Joost Ballegeer aan, De Vlamingen: een volk zonder bovenlaag. Missen wij een Vlaamsgezinde culturele en academische elite, iets wat de Catalanen bijvoorbeeld wél hebben, waardoor het volk zich gesteund voelt?

‘Ik reken dat inderdaad Lanoye en co zeer zwaar aan: het rabiate belgicisme van het overgrote deel van de culturo’s én de academische wereld. De culturele sector zit wel te janken omdat ze zoals iedereen de coronacrisis voelen, ze willen altijd meer geld, maar aan iets als een Vlaams-republikeins bewustzijn dragen ze niets bij. Integendeel, de culturo’s hebben hun lot aan België verbonden, het ancien régime en de monarchie omdat ze elke Vlaams nationalist als een fascist beschouwen.’

Omgekeerd is het zo dat de doorsnee Vlaming niet bekommerd is om cultuur, hij voelt het als iets vreemds aan. We geven geld aan cultuur, maar het lijkt te vallen in een bodemloze put. We krijgen er weinig voor terug, behalve nog meer gescheld op ons ‘fout’ DNA, zoals Tom Lanoye in Humo.

‘Net daarom pleit ik voor een Vlaamse tegencultuur, stout en zelfbewust, en ik geef ook voorbeelden van kunstenaars die niet meegaan in die links-belgicistische bubbel. Maar vooral wil ik gewone mensen goesting doen krijgen in rebels “buiten de lijntjes kleuren”, volgens het motto van de verlichtingsfilosoof Immanuel Kant: ‘sapere aude’, durf te denken, gebruik uw verstand, laat u niet in slaap wiegen. Of nog actueler: laat u niet muilkorven. We hebben dringend behoefte aan méér politieke incorrectheid, wars van alle taboes en beperkingen. We zullen vanaf de grond, als ‘gewone’ Vlamingen, zelf die humuslaag moeten opbouwen waarop een republikeins project kan gedijen.’

Grond, stront en humus, vandaar dat varken op de cover

‘Ik verloochen mijn West-Vlaamse aard niet, neen, en Uilenspiegel warmde zijn handen al aan een mestvaalt.’

… onder het motto: ‘waar rook is, is vuur’. En zo komt er dan toch een happy end aan jouw verhaal, Johan Sanctorum. Ik wist het, als nieuwsgierige vrouw ging ik al na tien pagina’s kijken hoe het eindigt. Het klein verzet van de Vlaming zal blijven smeulen tot de vlam in de pan slaat. Vive la république, laat ons daarop klinken!

 

Schrijf u in voor de online boekvoorstelling op 16 september, waar Johan Sanctorum met Paul Cliteur in gesprek gaat. Het boek zelf kan u nu hier al bestellen.

 

Fabienne Torfs (1965) is mediawatcher, critica en niet-partijgebonden voorvechtster van het Vlaams nationalisme. Als verpleegkundige observeert ze al jaar en dag de kwalen die samenhangen met politieke correctheid.

Commentaren en reacties