JavaScript is required for this website to work.
Politiek

Keert Groen terug naar het ‘begin’?

Karel Anthonissen9/9/2019Leestijd 3 minuten
Björn Rzoska met Ben Weyts in het Vlaams Parlement

Björn Rzoska met Ben Weyts in het Vlaams Parlement

foto © Reporters / GYS

Groen gaat in verkiezingsmodus. De kandidaat-voorzitters willen verbreden en teruggaan naar de ‘beginselverklaring’ van Agalev

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De strijd om het voorzitterschap van Groen, die over een maand beslecht wordt, belooft interessant te worden. Over de persoonlijkheid van de twee kandidaten kan ik niet zoveel zeggen. Zij kwamen pas bij het toenmalige Agalev nadat ik daar al vertrokken was. Ik wil Meyrem Almaci en Björn Rzoska veel succes toewensen.

Los van de persoonlijkheden dient de verkiezing zich ook aan als een keuze omtrent de stijl en de inhoud van de groene partij. De kandidaten zijn nogal verschillend. Rzoska heeft een boek uitgegeven bij het ‘extreemrechtse’ Doorbraak en Almaci kiest als medekandidaat-ondervoorzitter iemand van het ‘extreemlinkse’ KifKif.  Dat is dus meteen duidelijk.

Verbreding of niet?

Almaci past zeker beter in het profiel van de huidige leden. Rzoska heeft verklaard dat hij de partij opnieuw wil verbreden (De Standaard, 30 augustus 2019). Dit is een merkwaardige uitspraak voor een kandidaat-voorzitter; dat betekent dat de leden die voor hem zouden willen stemmen niet voor hem kunnen stemmen omdat ze nog geen lid zijn. Meer nog, hij gebruikte het woord ‘opnieuw’ en dat wijst erop dat hij de partij vroeger breder vond en dat hij ook denkt aan die leden die geen lid meer zijn. Ik voel me dus aangesproken.

En kijk, meteen al doet Almaci een tegemoetkoming in die richting. Bij het bekendmaken van haar kandidatuur verklaarde ze dat het debat met haar tegenstrever allicht maar over nuanceverschillen gaat en ze voegde eraan toe: ‘Wij houden vast aan de beginselverklaring van Agalev’.

Beginselverklaring naast zich neergelegd

Dat laatste is toch merkwaardig. De laatste kwart eeuw heeft geen enkel kopstuk van de partij nog naar die beginselverklaring verwezen. Het gaat ook niet over de beginselen van de partij Groen maar die van haar voorganger Agalev. In de loop van de jaren ’90 heeft de generatie Geysels-Vogels deze verklaring stilzwijgend naast zich neergelegd. In hun boek Politieke Herbebossing — Notities voor de 21e eeuw  (Hadewijch 1993) schreven zij er al smalend over, met name over de ‘onpraktische’ basisdemocratie.

In 1995 deed deze nieuwe lichting ‘groenen’ een eerste, mislukte poging om ook de statuten in meer centraliserende zin te herschrijven. Mijn laatste wapenfeit in de partij was deze poging te doen mislukken. Bij de omvorming naar Groen! in 2003 (toen nog met het schreeuwerige uitroepteken) werd het ‘geitenwollensokken’ verleden, zowel de beginselverklaring als de statuten dan ook officieel en feitelijk naar de archieven verwezen.

De enige plaats waar de leden van Groen deze teksten nog kunnen vinden is op Wikipedia en Wikisource.  Ikzelf — niet langer lid zijnde — heb ze daar namelijk geplaatst. De versiegeschiedenis van deze stukken geeft aan dat ik dat in 2005 deed. Zo lang geleden alweer!

Ecologisch, basisdemocratisch, geweldloos

De verbreding die Rzoska wil nastreven, is de verenging die sommigen een kwart eeuw geleden tevergeefs probeerden te voorkomen. Het woord ‘voorzitter’ was uit de boze en het partijbestuur had dus een ‘gespreksleider’, die ook niet meer was dan wat in het Britse parlement de ‘speaker’ heet. Ik was dat van 1985 tot 1988 en ik heb inderdaad ook vaak ‘order, order’ (!) moeten roepen. Maar de voorgangers van Björn Rzoska liepen de ene na de andere weg omdat de aanhangers van een bepaalde strekking voor hen geen ruimte meer lieten.  Laat ik die strekking omschrijven door haar uitgesproken prioriteit om vooral een andere strekking te bestrijden.

Nu de beide kandidaten kennelijk de beginselen in ere willen herstellen, past het misschien er even naar te kijken. Ze is opgebouwd rond drie sleutelwoorden: ecologisch, basisdemocratisch, geweldloos. Dat leken ons bij het begin van de jaren ’80 drie uitgangspunten te zijn waarover een grote maatschappelijke consensus kon ontstaan.

Tegenstellingen van het verleden

Wat daar niet in stond, maar wat onuitgesproken aanwezig was, waren de tegenstellingen waarover duidelijk géén maatschappelijke consensus bestond: de tegenstellingen gelovig-vrijzinnig, progressief-conservatief, Vlaamsgezind-belgicist, liberaal-socialist, links-rechts.  We noemden dat ‘de tegenstellingen van het verleden’.  Tot halfweg de jaren negentig kon je Agalev-leden ontmoeten die zichzelf uitgesproken ‘Vlaams’, ‘progressief’, ‘vrijzinnig’, ‘marxistisch’, ‘liberaal’ noemden, maar de partij hoedde zich ervoor zichzelf als geheel zo te omschrijven.

Als je ziet welke posities de partij daar nu in inneemt, is er sindsdien wel heel wat verschoven.  De vraag is nu of iemand als Rzoska terug naar deze centrumpositie wil.  Iemand twitterde al ‘Rzoska is een tjeef’.  Wel ja, in de positieve zin, iemand die wil verbinden.

Karel Anthonissen is gewestelijk directeur van de Bijzondere Belastinginspectie (BBI) Gent. Hij schrijft maandelijks een column in Trends.

Commentaren en reacties