JavaScript is required for this website to work.
post

Willen de Europeanen wel kernwapens?

Herdenking 73 jaar Hiroshima en Nagasaki

Raf Praet8/8/2018Leestijd 6 minuten
VOS Vlaamse Vredesvereniging

VOS Vlaamse Vredesvereniging

foto © VOS

73 jaar na de kernbommen op Hiroshima en Nagasaki is de publieke opinie helder: geen kernwapens in Europa. Tijd voor de politiek om te volgen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

73 jaar na de ontploffing van de eerste atoombommen in Hiroshima (06/08/1945) en Nagasaki (09/08/1945) is Europa nog steeds een heus kernwapenarsenaal. Maar wil de Europese bevolking wel kernwapens op Europese bodem? Naar aanleiding van de eerste verjaardag van het VN Verdrag inzake het verbod op Nucleaire Wapens (Treaty on the Prohibition of Nuclear Weapons, TPNW) op 7 juli 2018 en de NAVO-top op 11 en 12 juli 2018 in Brussel, publiceert het International Campaign to Abolish Nuclear Weapons (ICAN) een onderzoek met betrekking tot de houding van Europeanen ten aanzien van nucleaire wapens. Het onderzoek is uitgevoerd in vier EU-landen waar nucleaire wapens uit de VS ondergebracht zijn, namelijk België, Duitsland, Italië en Nederland. De resultaten van dit onderzoek tonen duidelijk aan dat er een algemene tegenkanting bestaat tegen het behoud van kernwapens op eigen bodem. De meeste Europeanen zijn eveneens voorstander van een internationale ban op deze wapens.

Kernwapens in Europa

In 1953 worden nucleaire wapens vanuit de VS geïmporteerd en op Europese bodem gestationeerd in de context van de Koude Oorlog, met als doel een tegenwicht te vormen tegen de militaire superioriteit van de Sovjet-Unie en het Warschaupact. Na de ineenstorting van de Sovjet-Unie en de opheffing van het Warschaupact wordt dit aantal van 1500 tot 700 teruggebracht. Momenteel worden er nog zo’n 150 kernwapens in Europa geherbergd.

In België bestaat er een brede politieke consensus over het verbannen van de nucleaire wapens die momenteel op de luchtmachtbasis in Kleine Brogel gevestigd zijn. In een resolutie (pdf) van april 2015 verzocht het Parlement de regering om actie te ondernemen om het Belgische grondgebied te vrijwaren van kernwapens.

Ook binnen het politieke landschap in Nederland bestaat er een consensus over de noodzaak van nucleaire ontwapening op het eigen grondgebied. In 2013 bevestigde de Nederlandse eerste minister de aanwezigheid van kernwapens afkomstig uit de VS op de militaire vliegbasis in de gemeente Volkel, waardoor het publieke debat op gang kwam. In 2014 keurde het Parlement een motie goed waarin men de nucleaire ontwapening van het grondgebied voorstaat.

Er is eveneens een breed draagvlak aanwezig om nucleaire wapens wereldwijd te verbieden.

Internationaal draagvlak

In Duitsland heeft het Duitse Parlement een resolutie goedgekeurd over het nastreven van een overeenkomst met de NAVO over het terugtrekken van de kernwapens op het Duitse grondgebied. Hoewel in Duitsland een algemene tegenkanting bestaat tegen de aanwezigheid van nucleaire wapens en de modernisering ervan, zijn de parlementaire resoluties door de leidende coalitie van de christendemocraten (CDU/CSU) en de sociaaldemcoraten (SDP) steeds weggestemd. Met het oog op het conflict in Oekraïne achten zij het immers niet mogelijk om deze wapens te verbannen.

In Italië werd de aanwezigheid van kernwapens op twee basissen (Aviano en Ghedi) in 2005 bevestigd door een rapport van de Federation of Atomic Scientists. Op de vragen omtrent deze kwestie van het Parlement kwam steeds hetzelfde antwoord van de centrumrechtse regeringen; navolging van het NAVO-principe ‘niet bevestigen, niet ontkennen‘. In 2007-2008 werd door de bevolking een petitie gestart om nucleaire ontwapening te eisen. Ondanks dit initiatief werd er hiervoor geen parlementaire meerderheid gevonden.

In de vier bovengenoemde landen is het merendeel van de bevolking gekant tegen het behoud van Amerikaanse kernwapens op eigen bodem. In Duitsland en Italië is deze tegenkanting het grootst. In Duitsland gaat het om 70% van de bevolking en in Italië om 65%. In België (57%) en Nederland (56%) gaat het om iets meer dan de helft van de bevolking. Desalniettemin is er tot op heden door de bevoegde politieke vertegenwoordigers geen actie ondernomen.

Treaty on the Prohibition of Nuclear Weapons

Op 7 juli 2017 ondertekenen 122 lidstaten van de VN het Treaty on the Prohibition of Nuclear Weapons (TPNW). Dit verdrag verbiedt landen het ontwikkelen, testen, produceren, bezitten, transporteren en gebruiken van nucleaire wapens. Daarnaast omvat het verdrag ook een verbod op het aansporen of assisteren van anderen tot activiteiten met betrekking tot nucleaire bewapening. Tot slot worden lidstaten aangespoord om het stationeren van kernwapens op hun bodem te verbieden.

Alle landen die wensen toe te treden, ook als ze nucleaire wapens herbergen op hun grondgebied, kunnen zich aansluiten op voorwaarde dat ze een deadline opstellen voor de verwijdering van deze wapens. Ondertussen hebben 11 lidstaten van de VN het TPNW geratificeerd en 59 landen hebben het ondertekend.

NAVO-verplichtingen? Het recht op een onafhankelijk beleid

In eerste instantie vreesde de NAVO dat het nieuwe verdrag de nucleaire Non-Proliferation Treaty (NTP) bedreigde. Later kwam de NAVO hier op terug en verklaarde men dat het doel van de aanhangers van het TPNW het versterken van het NTP is. En toch klonken er stemmen binnen de NAVO dat het ondertekenen van het TPNW onverenigbaar zou zijn met het NAVO-lidmaatschap. Nieuw onderzoek van de Harvard Law Review heeft aangetoond dat de bestaande veiligheidsovereenkomsten van NAVO-lidstaten niet kunnen voorkomen dat NAVO-lidstaten het TPNW ondertekenen.

Een studie in 2014 van het International Law and Policy Institute toont aan dat NAVO-lidstaten het recht hebben om een onafhankelijk, nationaal, nucleair beleid op te stellen en hun participatie in activiteiten met betrekking tot nucleaire bewapening te beperken.

Denemarken, Spanje en Noorwegen staan niet toe dat er in vredestijd nucleaire wapens op hun territorium worden geplaatst. In IJsland en Litouwen is het ten allen tijden verboden. Frankrijk, dat over een eigen nucleair wapenarsenaal beschikt, is niet onderworpen aan de kernwapenregeling van de NAVO en geen van haar wapens staan ten dienste van de NAVO.

In april 2016 vonden er in het Nederlandse Parlement besprekingen plaats aangaande het verbannen van kernwapens in Nederland. Er werden vier moties opgesteld waarin de regering werd aangespoord om te onderhandelen over een internationaal verdrag voor het verbannen van kernwapens.

Tijdens de Algemene Vergadering van de VN in 2016 schaardde de meerderheid van de politieke partijen zich achter de idee om te onderhandelen over het verbod op nucleaire wapens. Nederland nam deel aan deze onderhandelingen, maar zij waren het enige land dat tegen de overeenkomst stemde omdat het verdrag volgens hen niet compatibel was met de verplichtingen van de NAVO als nucleaire alliantie.

In België is de huidige regering gekant tegen het ondertekenen en ratificeren van het TPNW omdat dit zou indruisen tegen het NAVO-lidmaatschap. In juni 2017 werd de regering via een parlementaire motie verzocht om deel te nemen aan de onderhandelingen aangaande het TPNW maar deze motie werd weggestemd. Een jaar later, in juni 2018, werd de motie opnieuw voorgelegd maar opnieuw verworpen door de leidende coalitiepartners.

In Duitsland oefent de bevolking grote druk uit op de regering om het TPNW te ondertekenen. Voor de opstelling van het verdrag spoorde ICAN de regering aan om deel te nemen aan de onderhandelingen maar ontving in februari 2017 een negatieve respons van de huidige Buitenlandminister Sigmar Gabriel. Deze beslissing zorgde voor verdeeldheid binnen de regering. Sinds de afvaardiging van het verdrag heeft de regering zich er steeds tegen verzet en alle pogingen van de oppositie om de regering van gedacht te doen veranderen, werden weggestemd. In oktober 2017 werden 55.000 handtekeningen verzameld om de regering aan te sporen om het verdrag te ondertekenen.

In Italië is er eveneens vanwege de bevolking grote animo voor het verdrag. Daarbij worden zij gesteund door het Vaticaan. Italiaanse groepen gelieerd aan het ICAN pleiten voor een debat in het Parlement over het TPNW en oefenen druk uit op de regering om een beslissing te nemen die overeenstemt met de opinie van de meerderheid van de Italiaanse bevolking.

Tijdens de laatste parlementszitting eind 2017 tekenden meer dan 240 parlementsleden de ICAN parlementaire overeenkomst.

Uit de cijfers van het door ICAN gevoerde onderzoek blijkt duidelijk dat het merendeel van de bevolking in de bovengenoemde landen voorstander is van het ondertekenen van het TPNW. In Duitsland gaat het om 71% van de bevolking, in Italië om 72% en in België en Nederland om 66%.

Ministerie van Vrede?

Uit het onderzoek van ICAN met betrekking tot de houding van de bevolking in vier Europese landen ten opzichte van nucleaire wapens, blijkt dat:

  1. Er minstens twee keer zoveel voorstanders zijn om nucleaire wapens te verbannen dan dat er voorstanders zijn die ze willen behouden;
  2. Er minstens vier keer zoveel mensen willen dat hun land het TPNW ondertekent dan dat er tegenstanders zijn die het TPNW niet willen ondertekenen;
  3. Er minstens vier keer zoveel mensen afkerig staan ten opzichte van bedrijven die investeren in activiteiten m.b.t. kernwapens dan dat er voorstanders zijn;
  4. Het merendeel van de mensen gekant is tegen de beslissing van de NAVO om nieuwe straaljagers aan te kopen die het mogelijk maken om kernwapens en conventionele wapens te transporteren.

 

De afkerige houding van de bevolking in België, Duitsland, Italië en Nederland ten opzichte van nucleaire wapens is zeer duidelijk. ICAN hoopt dat de NAVO-leiders de resultaten van hun onderzoek in acht zullen nemen en dat de NAVO overeenkomstig met de democratische wensen van de publieke opinie nieuwe veiligheidsmaatregelen zal treffen en kernwapens verbannen zullen worden.

Ministerie voor Vrede? Tot op de dag van vandaag denken beleidsmakers in termen van oorlog en defensie. VOS Vlaamse Vredesvereniging pleit voor de oprichting van een ministerie voor Vrede om te denken vanuit een vredesbeleid in plaats van een oorlogs- of defensiebeleid.

 

VOS Vlaamse Vredesvereniging wil de burger kritisch doen nadenken over de verschillende brandhaarden op de wereldkaart. De eerste stap naar vrede is immers een groep van goed geïnformeerde burgers. In het kader van haar vredeswerking, het VOS Ministerie voor Vrede, publiceert VOS daarom maandelijkse analyses van de verschillende mondiale conflicten in deze wereld. Dit stuk werd geschreven door Raf Praet, Directeur van VOS, en kwam mede tot stand met de hulp van Astrid Clercx van het secretariaat van VOS.

Raf Praet (1989) studeerde klassieken aan de universiteit van Gent. Na twee jaar als onderzoeksmedewerker in de byzantinistiek aan deze universiteit, voltooide hij zijn doctoraatsstudies in de oude geschiedenis aan de universiteiten van Groningen en Gent.  

Meer van Raf Praet
postRaf Praet7/12/2018

De Frontbeweging speelde in op de rol van de VS na het einde van de Grote Oorlog. VOS Vlaamse Vredesvereniging haalt die banden terug aan.

Commentaren en reacties