Klein Belgisch Woordenboek (2)

AFGESCHEIDEN: Wordt in lezersbrieven of in polemieken minachtend gebruikt ter vervanging van het woord ‘geschreven’. Voorbeeld:’ G.D. heeft gisteren weer een artikel over Vlaanderen afgescheiden’. (Zie ook: gepleegd.)

ATOMASCHRIFTJE: Gevaarlijk notitieboekje. Wordt gevonden door journalisten zonder moraal. Zet het vertrouwen in de regering op de helling. Was vroeger meer in gebruik, thans vaak vervangen door Website of Mailbox. (Zie ook: Geheime agenda.)

AUGIASSTAL: Bekende stal die altijd radicaal gezuiverd moet worden. Politieke commentatoren ontdekten hem vroeger vooral in de ‘aanhankelijkheden’ van ministeries en openbare diensten. Niemand weet nog wie Augias was.

BLUTS: Moet altijd met de buil worden genomen.

GEHEIME AGENDA: Tegenstander heeft er altijd een. Minachtend over spreken. Ondermijnt het vertrouwen in de regering of in de oppositie, naargelang van de situate. (Zie ook: Atomaschriftje)

GEPLEEGD: Wordt in lezersbrieven of in polemieken minachtend gebruikt ter vervanging van het woord ‘geschreven’. Voorbeeld: ‘G.D. heeft gisteren weer een artikel over Vlaanderens neergang gepleegd.’ (Zie ook: afgescheiden.)

GOEDE WIL: Er zijn nog altijd mensen van. Er moet een minimum van gevraagd worden. Tegenstrever toont er geen.

INDEXSPRONG: Belgische volksdans. Lijkt op een Zijsprong.

KATTEPIS: Heeft een positieve betekenis als het negatief wordt gebruikt: ‘Dit boek is geen kattepis.’

LATIJNSE SPREUKEN: Intellectuelen en pastoors kenden ze vroeger allemaal. In ouder gezelschap kan men nog citeren: Alea jacta est. Mens sana in corpore sano. In vino veritas. Qui va piano va sano.

NU: Het moment waarop het menens wordt.

MOMENTUM: Meestal laat men het voorbijgaan. Er was nochtans voor gewaarschuwd. De regering heeft het niet gezien.

OBJECTIVITEIT: Tegenstander eerbiedigt ze niet. In ernstig gezelschap erkennen dat ze niet bestaat, maar men kan er naar streven. (Zie ook: rechtvaardigheid.)

PERSOONS: zonder aanzien des. Het Gerecht moet het zijn.

RECHTVAARDIGHEID: Men moet altijd naar méér streven. Wetten zijn er nog altijd vaak ‘strijdig’ mee. In vriendenkring glimlachend citeren: ‘Wij hebben dorst naar rechtvaardigheid en honger naar liefde’.

PAARDEN: Viervoeters die niet achter de wagen mogen gespannen worden. (Verouderd.)

PAD: Altijd nauw en kronkelig. De partij kiest niet het gemakkelijkste pad, maar wel datgene dat ons leidt naar de garantie dat het land (vul in).

PAN (de): Prijzen rijzen er uit. (Grapje: Deksels gevaarlijk!)

RESTANT: Wat overblijft van een programma als men tot een regering toetreedt.

SANEREN: Bedrijven doen het zelf. Deftig woord voor: mensen in serie afdanken.

SCHARNIERMOMENT: Altijd belangrijk. De partij, de regering, het land, de Bevoegde Instanties, het onderwijs, bevinden er zich op.

SUBSIDIEKRAAN: Moet altijd dicht gedraaid worden. Maar niet ten koste van … (vul in).

UITGAVEN: Moeten altijd besnoeid worden. Maar niet ten koste van … (vul in). Regering schiet ter zake ernstig tekort.

VRIJHEID: Altijd zeggen: ‘Men waardeert ze maar echt als men ze niet heeft’. Gaat boven alles. Is goud waard. Gezelle citeren:’ Gouden kevie, gouden kerker, ach de vrijheid is zo zoet’. Zeer ernstig laten opmerken: Uw vrijheid gaat maar tot waar zij andermans vrijheid hindert.