Lapt N-VA Vlaamse afspraken aan de laars?
Pascal Smet roept Vlaams regeerakkoord onterecht in ter verdediging
Minister van Onderwijs Pascal Smet wekt de indruk dat N-VA (en dus onuitgesproken ook CD&V) het Vlaams regeerakkoord niet eerbiedigen als ze hem niet volgen in zijn drieste hervormingenplannen voor het middelbaar onderwijs. Wat zegt dat Vlaams regeerakkoord daarover?
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementPascal Smet wil het secundair onderwijs hervormen en onder meer een zogenaamde ‘brede eerste graad’ invoeren. Het debat over die hervorming was tot voor kort echter alles behalve ‘breed’ te noemen. Vorige week gooiden enkele onhandige interventies van de minister dat debat eindelijk in de publieke ruimte. Het zal wellicht Smets bedoeling niet geweest zijn, maar daarvoor moeten we hem in elk geval dankbaar zijn. Onderwijs is geen zaak van besloten kringetjes die grootscheepse hervormingen bekokstoven buiten het zicht van de publieke opinie. Zo kunnen leraars getuigen dat zij, nochtans directe belanghebbenden, op geen enkel ogenblik betrokken werden bij de voorbereidingen. Onderwijs hoort vanzelfsprekend zelfs een zaak van iedereen te zijn, want we zijn er allemaal bij betrokken (geweest).
Afbrokkelend draagvlak
De talrijke negatieve reacties op de voorstellen van Pascal Smet zorgden voor een omkeer in de perceptie. Minister-president Kris Peeters verklaarde op 26 juni voor de radio dat ‘het draagvlak afbrokkelt’. De vraag moet gesteld worden of er wel ooit een draagvlak heeft bestaan. Smet en de voorstanders van een radicale hervorming konden die indruk wekken, zolang er geen breed debat werd gevoerd. Vandaag stellen we vast dat de regeringspartijen CD&V en N-VA, én de oppositiepartijen Vlaams Belang, Open Vld en LDD geen voorstander zijn van wat Smet voorstelt (zie onder meer de onvolledige vergelijkende tabel in De Morgen van 26 juni, blz. 6). Met alleen zijn eigen sp.a en Groen achter zich, staat Smet politiek wel heel geïsoleerd. Maar ook op het onderwijsveld en in de brede publieke opinie blijkt de aanhang voor de hervormingsplannen veel te beperkt.
De Vlaamse coalitiegenoot N-VA maakte op 25 juni haar onderwijsvisie bekend. In Terzake zette voorzitter Bart De Wever de puntjes op de i en het bleken niet de puntjes te zijn die Pascal Smet wil plaatsen. De minister verdedigde zich onder meer door te verwijzen naar het regeerakkoord en zijn beleidsnota. Er was volgens Smet een akkoord ‘dat we de discussie voeren op basis van wat de Commissie-Monard heeft gezegd. Die is voor de invoering van een brede algemene eerste graad en de afschaffing van aso, tso en bso. N-VA heeft dat mee goedgekeurd.’
Smets slordig taalgebruik wekt de indruk dat N-VA ooit akkoord is gegaan met de invoering van zo’n brede algemene eerste graad en de afschaffing van Aso, Tso en Bso, terwijl De Wever net op dat ogenblik voor de camera’s verklaarde geen voorstander te zijn van die brede eerste graad. Maakt N-VA een bocht en zegt ze daarmee het regeerakkoord op?
Basis voor discussie
De goedkeuring door N-VA waar Smet het over heeft, betreft natuurlijk het regeerakkoord en de beleidsnota, maar niet het rapport van de Commissie-Monard. Wat zeggen dat regeerakkoord en de beleidsnota over de hervorming van het secundair onderwijs?
In het regeerakkoord staat:
‘5. Secundair onderwijs op Eu-topniveau
Het secundair onderwijs wordt vernieuwd op basis van een breed draagvlak bij alle stakeholdersgroepen. Het rapport Kwaliteit en kansen voor elke leerlingen. Een visie op de vernieuwing van het secundair onderwijs, voorgesteld door de Commissie-Monard in april 2009, is een goede basis om de discussie te voeren. De doelstellingen zijn: de prestaties van de moeilijk lerenden en de meest gemotiveerden op Europees topniveau brengen, en het aantal niet-gekwalificeerde schoolverlaters verminderen. Het welbevinden van de leerlingen en de leerkrachten moet in de toekomstige hervorming centraal staan. De Vlaamse Regering verhoogt daarom haar inzet op het gebied van preventie en begeleiding van onder meer druggebruik, pesten, zelfdoding en psychische problemen.’
In de beleidsnota van minister Smet lezen we in punt OD 2.4 over de geplande hervorming van het onderwijs: ‘Om de discussie te stimuleren, zal ik vertrekken van de voorstellen van de commissie-Monard.’
Het regeerakkoord noemt de voorstellen van de commissie-Monard dus niet meer en ook niet minder dan ‘een goede basis om de discussie te voeren’. In zijn beleidsnota zegt Smet van die voorstellen te vertrekken ‘om de discussie te stimuleren’. Dat onderdeel van zijn plannen is intussen uitstekend gelukt. Door uit te gaan van de voorstellen-Monard kreeg het maatschappelijk debat een geweldige stimulans, weliswaar om duidelijk te maken dat er veel weerstand tegen bestaat.
Daarmee komt Smet in moeilijkheden met die andere passage uit het regeerakkoord, die zegt dat de vernieuwing moet steunen op ‘een breed draagvlak’ bij alle belanghebbenden. Alles wijst er op dat juist hij met zijn niet breed gedragen plannen het Vlaams regeerakkoord met voeten treedt.
Voor de volledigheid dient erkend dat Smet in zijn beleidsnota ook schrijft: ‘Mede met het oog op de maatschappelijke uitdagingen van de toekomst, wil ik het secundair onderwijs grondig hervormen’. Als CD&V vandaag de vraag stelt ‘of een grote hervorming niet meer kosten dan baten heeft’ (fractieleider Ludwig Caluwé in De Standaard van 26 juni) en ook N-VA vindt dat er geen nood is aan tabula rasa en het volstaat de pijnpunten aan te pakken (diezelfde krant op 25 en 26 juni) botst dat natuurlijk wel met het idee van een ‘grondige hervorming’.
Bij beide partijen doet zich blijkbaar het fenomeen van voortschrijdend inzicht voor. Mocht Pascal Smet blijven vasthouden aan zijn verregaande onderwijsomvormingsplannen, dan dreigt hij in de totale isolatie terecht te komen. Het Vlaamse regeerakkoord kan hij daarbij niet intellectueel eerlijk ter verdediging inroepen, eerder in tegendeel.
Peter De Roover was achtereenvolgens algemeen voorzitter en politiek secreteris van de Vlaamse Volksbeweging , chef politiek van Doorbraak en nu fractievoorzitter voor de N-VA in de Kamer.
Peter De Roover verantwoordt de keuze van de N-VA om in Vlaanderen een Zweedse coalitie op de been te helpen, zonder het Vlaams Belang.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.