JavaScript is required for this website to work.
post

Le Vif/l’Express draait blik weg van Vlaanderen

Lawrence Urbain16/12/2012Leestijd 3 minuten

Nederland kent met conservatief-liberale opiniebladen als Elsevier en HP/DeTijd enerzijds, en met De Groene Amsterdammer en Vrij Nederland op links-progressief terrein anderzijds, een verscheidenheid van wekelijkse nieuwsmagazines. In Vlaanderen zijn Trends en Knack algeheel gekend. Het eerste tijdschrift covert wekelijks de financieel-economische actualiteit, terwijl Knack focust op het brede politiek-maatschappelijke nieuws. In Franstalig België neemt LeVif/l’Express (of kortweg: LeVif) sedert 1983 deze taak op zich.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Net als Knack ressorteert het blad onder de vlag van uitgever Roularta. Wekelijks haalt LeVif een oplage van zo’n 81 000 exemplaren (CIM 2011), een verlies is dat van meer dan 10 000 stuks in de laatste twee jaar. Net als zoveel andere tijdschriften krijgt ook het Franstalige broertje van Knack zware klappen. Hoewel de redacties van de twee bladen beide zijn ondergebracht in het Brussels Media Center, werken Knack en LeVif journalistiek onafhankelijk van elkaar. Deze situatie kan het best worden vergeleken met die van RTBf en VRT aan de Reyerslaan: Waalse en Vlaamse redacties delen dezelfde werkvloer, maar de medewerkers van beide taalgroepen kijken elk een andere kant op. Al zijn er natuurlijk uitzonderingen die de figuurlijke regel bevestigen.

Voor sommige specials of wedstrijden slaan de Nederlandstalige en Franstalige redactie de handen in elkaar. Dit gebeurde onder meer bij de Fashion Award die vorig jaar door verslaggevers van beide redacties werd opgezet. Samenwerking op journalistiek vlak mag dan slechts sporadisch voorkomen, achter de schermen worden Knack en LeVif vaak als een geheel beschouwd. In de markt van de periodieke pers zijn schaalvoordelen onontbeerlijk om financieel overeind te blijven. Voor Knack en LeVif werd dan ook een gezamenlijke crossmediale marketingcampagne op poten gezet. Ook wordt gesleuteld aan een voor LeVif en Knack gemeenschappelijke applicatie die in de loop van 2013 de bladen toegankelijk(er) moet maken op tabletcomputers.

Het element dat als eerste in het oog springt is dat Le Vif/l’Express veel ruimte met cultuurbijdragen vult. Om en bij de twintig pagina’s staan wekelijks bol van de filmbesprekingen en besteden aandacht aan exposities in binnen- en buitenland. Daarnaast heeft het magazine ook een grote interesse voor alles wat slaat op Frankrijk: van het aantal werklozen dat de republiek thans telt, over uitgebreide reportages met als onderwerp Air France, tot aan president Hollande. Vooral erg veel François Hollande.

‘Tout homme a deux pays, le sien et puis la France!’ De Franse schrijver en theatermaker Henri de Bornier verkondigde het meer dan honderd jaar geleden al. Het lijkt bij momenten wel alsof ze bij LeVif van dit citaat hun mantra hebben gemaakt. De lezer van LeVif zou haast vergeten dat er op het Europese continent nog andere invloedrijke figuren als bijvoorbeeld Angela Merkel en David Cameron rondlopen. Of LeVif zijn dalende verkoopcijfers wil opkrikken door te mikken op de Franse lezersmarkt is nog maar de vraag. Een meer voor de hand liggende verklaring ligt bij het samenwerkingsverband tussen LeVif en L‘Express zelf.

In Frankrijk bestaat l’Express als opinieblad al meer dan vijftig jaar. Veel buitenlandse artikels en meer specifiek de bijdragen met betrekking tot Frankrijk, zijn geschreven door journalisten van het Franse L‘Express en worden doorgespeeld dan wel verkocht aan het Belgische blad. Doordat L’Express bij de zuiderburen altijd een liberale koers heeft gevaren, resulteren de stukken niet automatisch in een lofzang voor president Hollande. Onder meer zijn economisch beleid wordt doorgaans kritisch becommentarieerd. Net als L’Express in Frankrijk kan je ook LeVif in Franstalige België bezwaarlijk betichten een economisch links discours aan te hangen.

Het derde grote blok, dat wekelijks voorbehouden blijft voor onderwerpen die handelen over de Belgische politiek, bevat haast uitsluitend artikels over Waalse/Franstalige politici. Geliefde ‘usual suspects’ zijn mensen als Di Rupo, Mayeur, Javaux, Milquet en Demotte. Tussen al deze politici van bezuiden de taalgrens is het zoeken naar stukjes die handelen over de Vlaamse politiek. Wel is er doorgaans aandacht wanneer gewichtige Vlaamse politici – die ook nog eens een confederale logica aanhangen – hun stem laten klinken. Kris Peeters die bijvoorbeeld zijn visie geeft op de staatsstructuur van België of Bart De Wever die de burgemeesterssjerp in Antwerpen verovert.

Tijdens de rustige zomermaanden van 2012 deelde Christine Laurent, de ook voor Franstaligen vrij onbekende hoofdredactrice, haar lezers nog geruststellend mee dat een Vlaamse onafhankelijkheid enkel iets is dat leeft in de dromen van Bart De Wever. ‘Le lion ne rugit plus’, zo klonk het. Dat LeVif enige tijd later nog een compleet dossier opstelde onder de noemer ‘Plan B’ en talrijke economen en juristen de levensvatbaarheid van een confederatie Wallo-Brux liet onderzoeken, doet vermoeden dat men bij LeVif/l’Express toch niet zo zeker isals de hoofdredactrice wil doen geloven.

Lawrence Urbain (°1990) werkt als economisch adviseur. Hij is Ma.Sc. Internationale Betrekkingen en Diplomatie (Universiteit Antwerpen). In het voorjaar van 2017 publiceerde hij ‘De Chrono-Crisis’, een boek over 10 jaar economische malaise.

Commentaren en reacties