JavaScript is required for this website to work.
post

Gebrek aan professioneel personeelsbeleid in het onderwijs

Het educatief monster van Loch Ness in Vlaanderen

Stijn Van Hamme 18/7/2017Leestijd 3 minuten
De leraar voor de klas, deze geeft les met handen en voeten

De leraar voor de klas, deze geeft les met handen en voeten

foto © Reporters

Als er effectief gekeken wordt naar iemands kennis en niet naar iemands kennissen, pas dan zal het onderwijs opnieuw aantrekkelijk worden.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Recent stuurde Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) het ballonnetje de lucht in om gepensioneerde leerkrachten opnieuw (deeltijds) voor de klas te halen om het lerarentekort op te lossen. Haar woorden doen sterk denken aan haar voorganger, Pascal Smet, die leerkrachten uit Nederland wilde halen om hetzelfde probleem aan te pakken.

Het hoge woord is eruit: het lerarentekort in Vlaanderen. Te pas en te onpas hanteert een beleidsvoerder, vaak de verantwoordelijk minister, deze term om te wijzen op de moeilijkheid om leerkrachten te vinden. Vaak wordt dit dan aangevuld met doembeelden van leerlingen die weken aan een stuk geen les krijgen in een bepaald vak, radeloze directeurs die hun wanhoop uitschreeuwen omdat ze hemel en aarde moeten bewegen om toch maar iemand te vinden. Tezelfdertijd is er echter de vaststelling dat een pak afgestudeerde leerkrachten geen klas vindt, ondanks tientallen sollicitatiebrieven, telefoontjes en  afspeuren van allerhande websites.

Hoe komt het toch dat er ondanks een lerarentekort zoveel leerkrachten gedwongen en ongewild (deels) werkzoekend zijn? Het een sluit namelijk het ander uit: als er een tekort is, moeten er meer jobs dan kandidaten zijn. Bovendien blijkt ‘leerkracht’ niet eens op de lijst met knelpuntberoepen van de VDAB te staan. Dat tekort moet dan waarschijnlijk wel heel goed meevallen.

Vriendjespolitiek

De realiteit is dat er in het onderwijs geen professioneel personeelsbeleid bestaat. Vacatures worden op allerlei manieren verspreid (vaak intern met voorrang voor familieleden) zonder ergens gecentraliseerd te worden. Jobs worden vaak op arbitraire wijze toegekend (al geldt ook hier dat vrienden, kennissen en familieleden dikwijls voorrang genieten). Hetzelfde geldt trouwens voor het toekennen van benoemingen.

Leerkrachten zonder de juiste connectie moeten dus al te vaak wanhopig zoeken naar vacatures en worden bijkomend en dikwijls zonder reden aan de kant geschoven. Er zijn talloze verhalen van leraars die twee jaar aan de slag waren in een school of scholengemeenschap en plots bij het afval werden gezet. Vervolgens stellen zij dan vast dat het nichtje van de slager van de buurvrouw van de kapper van de directeur hun job inneemt. Nepotisme blijft hoogtij vieren in het Vlaams onderwijs en dat ten koste van kwaliteitsvolle leerkrachten die gebroken en gedesillusioneerd andere oorden op zoeken. Uiteindelijk betalen onze kinderen de rekening van deze vriendjespolitiek: zij krijgen niet de leerkracht met de beste kennis maar diegene met de beste kennissen.

Dat directeurs tijdens bepaalde periodes van het schooljaar moeilijk vervangers vinden, is in dit opzicht volkomen te begrijpen: gemotiveerde (al dan niet) jonge leerkrachten worden door het systeem verjaagd.

De echte taak voor de onderwijsminister is dan ook duidelijk: zorgen voor een professioneel personeelsbeleid. Als er een einde komt aan het nepotisme, de vriendjespolitiek en de ‘ons kent ons’-mentaliteit en er effectief gekeken wordt naar iemands kwaliteiten als lesgever, naar iemands kennis en niet naar iemands kennissen, pas dan zal het onderwijs opnieuw aantrekkelijk worden. Dit vergt natuurlijk politieke moed. Er zal immers moeten ingegaan worden tegen de belangen van de zuilen, tegen plaatselijke baronieën die de school gebruiken als ‘win for life’-machine om postjes uit te delen.

Centrale vacaturedatabank

Het invoeren van een centrale databank waarin alle vacatures moeten gepubliceerd worden is een eerste stap. Op die manier kunnen werkzoekende leerkrachten eenvoudig(er) te weten komen waar er vacante lesopdrachten zijn. De overheid kan deze databank perfect laten beheren door de VDAB. Scholen die weigeren hun vacatures hierin te publiceren, kunnen bestraft worden door een vermindering van de financiële toelage en eventueel zelfs met een vermindering van hun lessenpakket.

Bijkomend kan men dan een stap verdergaan: het personeelsbeleid volledig uit handen van de lokale directie nemen. Laat de overheid leerkrachten toewijzen aan scholen op basis van anciënniteit in combinatie met het nabijheidsprincipe: een leerkracht met één dag leservaring heeft voorrang op iemand zonder ervaring; bij gelijke anciënniteit geeft men voorrang aan de leerkracht die het dichtst bij de school woont. Op deze manier kan de vriendjespolitiek op vlak van personeelsbeleid volkomen doorbroken worden. Directeurs kunnen zich dan volkomen focussen op het pedagogisch project en het financiële plaatje.

Beide voorstellen zullen uiteraard op protest stuiten. Wij zijn het echter aan onze kinderen verplicht om hen de beste opleiding te geven met de meest gemotiveerde en inhoudelijke sterkste leerkrachten.

Stijn is praktijkassistent Frans aan de UGent met verschillende jaren leservaring als leerkracht in het secundair onderwijs

Commentaren en reacties
Gerelateerde artikelen

‘Sick’ is een relevante en hilarische roman waarin Bavo Dhooge alle humoristische registers opentrekt, zonder daarbij ook maar een moment de vinger van de pols van de maatschappij te halen.