Leven als God in Frankrijk
Een interview met Rob Scherjon over la douce France
foto © Pixabay
In Frankrijk gaan wonen is een avontuur, vooral als je de taal amper kent. Toch beginnen elk jaar honderden Vlamingen en Nederlanders eraan.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementWaarom zou je willen verhuizen van een grootstad in de Lage Landen naar een piepklein dorp diep in Frankrijk? Auteur Rob Scherjon deed het en legt in zijn boek À la campagne, mijn leven in Frankrijk haarfijn uit waarom. Luc Pauwels sprak met hem.
Dat Frankrijk vakantieland nr.1 is voor Vlamingen en Nederlanders weten we al lang. Maar waarom willen ook zo velen er definitief gaan wonen, ondanks de taalbarrière?
Ik noem een paar redenen: de mooie landschappen, de rust, de ruimte, het gevoel van vrijheid. Op een van onze vakantiereizen hebben wij ons huis in de Morvan ontdekt: een oude timmermanswoning die al vele jaren leegstond.
Het bord A Vendre hing een beetje scheef. De raampjes in de garagedeuren waren kapot en de zwaluwen vlogen in en uit. We liepen rond het huis en hadden er meteen een goed gevoel bij. Na enige aarzeling hebben we de makelaar gebeld en zes weken later was het huis van ons. Een vakantiehuis in Frankrijk! We waren er beduusd van.
Met hulp van familie en vrienden hebben we het huis opgeknapt en een aantal vakanties later zijn we er permanent gaan wonen. En die taalbarrière? Ach, je leert veel in de gesprekken met de buren. Je moet gewoon in het diepe duiken en fouten durven maken. De Fransen zijn te beleefd om je te verbeteren, maar al doende leert men.
Je benadrukt de verschillen in vergadercultuur. Hoe zit dat in elkaar?
Nederland en Vlaanderen zijn handelslanden en als je handel drijft probeer je tot overeenstemming te komen met de tegenpartij. Je hebt een doel, je wilt iets kopen of verkopen en dan zoek je niet de tegenstellingen op.
Frankrijk is van oudsher een standenmaatschappij met een kleine rijke elite en een arme boerenbevolking: de haves en de have nots. De Franse revolutie is niet voor niets in Frankrijk ontstaan.
Dat cultuurverschil zie je nog steeds terug in de manier van vergaderen. De Fransen proberen helemaal niet tot overeenstemming met elkaar te komen. Ze proberen de ander te overtuigen van hun gelijk. Vergaderingen eindigen dan ook vaak in een chaos.
Hoe was uw eerste contact met de Franse belastingdienst?
Als je in Frankrijk woont, moet je belasting betalen aan de Franse staat. Op een dag in het voorjaar kregen wij een indrukwekkende brief met veel stempels van de République française: het aangifteformulier. Wij gingen ermee naar onze Franse buurman en die vertelde dat de Franse belastingdienst een unieke service biedt: hulp bij het invullen van de aangifte. Voor veel Fransen is dit namelijk ook moeilijke materie.
Wij gingen ’s ochtends vroeg met al onze financiële gegevens naar het belastingkantoor in Autun. Wij waren niet de enigen, we trokken nummertje 21. Na een uur in de wachtkamer waren we aan de beurt.
De ambtenaar van dienst plaatste moeiteloos de juiste getallen op de juiste plaatsen. We hoefden alleen nog maar onze handtekening te zetten. Opgelucht verlieten we het kantoor. ‘Daar zijn we weer een jaar van af,’ zei ik. ‘We moeten nog wel betalen,’ zei mijn vrouw, die wel vaker dit soort nuchtere opmerkingen maakt.
Een kanunnik die een nieuwe drank uitvindt, dat is echt niet alledaags…
Kir, een bekend aperitief in Frankrijk, is genoemd naar Félix Kir, niet alleen een pastoor, maar ook burgemeester van Dijon van 1945 tot 1968. Tijdens ontvangsten in het stadhuis werd vanouds blanc-cassis geschonken (cassis is een specialiteit van de stad en de streek).
Iemand gaf voor de grap een keer de naam van de burgemeester aan dit drankje. Deze naam raakte snel ingeburgerd, wat mede te danken was aan de populariteit van de burgemeester, die in sommige opzichten zijn tijd vooruit was. Hij voerde in Dijon als eerste stad in Europa de autovrije binnenstad in.
De Nederlandse dokter Halewijn opende een praktijk in een piepklein Frans dorpje. Wat waren zijn ervaringen?
In veel dorpen in Frankrijk is geen huisarts meer, omdat de Franse doktors hun voorkeur geven aan een praktijk in de stad. Dokter Halewijn sprong in dat gat. Hij merkte dat hij in Frankrijk meer tijd had voor zijn patiënten omdat hij in het Franse dorp minder te maken kreeg met bureaucratie, zoals in Nederland. De laatste jaren hebben zich tientallen Nederlandse en Belgische doktors in Frankrijk gevestigd, zowel huisartsen als specialisten.
Frankrijk kent ook zijn Nederlandse helden, uit de tijd van Napoleon. Wie waren dat?
In 1812 trok Napoleon met de Grande Armée naar Rusland, omdat hij de tsaar een lesje wilde leren. De Armée was een ongekend grote legermacht van naar schatting 450.000 militairen: Fransen, Duitsers, Nederlanders, Vlamingen, Walen, Italianen, Zwitsers en Polen. De Nederlanders vormden een compagnie van 400 pontonniers, bruggenbouwers. Hun taak was het bouwen van bruggen over de rivieren die moesten worden overgestoken.
De tocht naar Rusland liep op een mislukking uit. Het Russische leger liet zich niet zien en lokte Napoleon steeds verder het binnenland in. Er ontstonden voedseltekorten, de paarden werden gevoed met stro dat de soldaten van de daken haalden.
Toen Napoleon eindelijk Moskou bereikte nam hij zijn intrek in het Kremlin. De tsaar zat overigens veilig in Sint-Petersburg met de complete regering. Napoleon wist niet goed wat hij moest doen en wachtte te lang met de terugtocht. Op die terugtocht werd het leger overvallen door de strenge winter.
De pontonniers hebben een heldenrol gespeeld bij het oversteken van de rivier de Berezina. Ze bouwden twee bruggen over de rivier, een voor het voetvolk en een voor de rijtuigen. De balken die nodig waren werden van de huizen in de omgeving gesloopt.
In het ijskoude water verbleven de bruggenbouwers niet langer dan een kwartier. Op de oever werden vuren gestookt om de manschappen warm te houden. Bij de overtocht ontstond op de bruggen een enorme chaos. In het gedrang vielen veel mannen en paarden in de rivier en verdronken.
Het leger sjokte verder richting Polen. In november zakte de temperatuur tot 35 gaden onder nul. De verliezen waren groot door kou, honger en uitputting. Van de 400 pontonniers keerden er uiteindelijk maar acht naar het vaderland terug.
De Fransen leven meer met de seizoenen, lees ik. Waarom precies?
Wij woonden in een dorp met veel kleine boeren. Zij wisten precies welke dagen gunstig waren om te zaaien of te oogsten. Ik ben er nooit achter gekomen hoe ze dat wisten. Heeft het te maken met de stand van de maan, vroeg ik eens en toen werd ik meewarig aangekeken.
Ook het weer kende geen geheimen voor mijn dorpsgenoten. Een tachtigjarige buurman zei een keer tegen me: morgenmiddag om vier uur gaat het regenen. De volgende dag bleef het droog tot vier uur, daarna kwam het met bakken uit de hemel.
Alles zo aantrekkelijk in Frankrijk. En toch ben je teruggekeerd naar Nederland?
De komst van twee kleinkinderen was voor ons de reden om na twaalf jaar terug te verhuizen naar Nederland. Mijn vrouw wilde ‘eendjes voeren in het park,’ haar kleinkinderen voorlezen op de bank. Blijkbaar bestaat er niet alleen een moeder- maar ook een grootmoederinstinct. Overigens hebben we de kleinkinderen vanwege de corona-maatregelen ook een jaar niet gezien.
A la campagne, mijn leven in Frankrijk door Rob Scherjon, Uitgeverij Aspekt, 18,95 euro, nu verkrijgbaar in de Doorbraak-boekenwinkel.
Tags |
---|
Luc Pauwels is historicus, gewezen bedrijfsleider en stichtte het tijdschrift 'TeKoS'.
Vandaag 1530: verschrikkelijke Sint-Felixvloed overspoelt tientallen dorpen in Vlaanderen en Zeeland
De Sint-Felixvloed overspoelt tientallen dorpen in Vlaanderen en Zeeland en zet vele moeizaam op het water veroverde polders weer blank.
De laatste Amerikapodcast voor de presidentsverkiezingen: over een eekhoorn, vuilnis en slechte grappen.