JavaScript is required for this website to work.
post

Literatuur, voor iedereen

ColumnJürgen Pieters28/6/2022Leestijd 4 minuten
William Shakespeare.

William Shakespeare.

foto ©

Twee boeken doen Jurgen Pieters dromen van een cursus literatuur, niet enkel voor studenten Letteren, maar voor élke studierichting.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Om de zoveel tijd lees ik een boek dat me nog maar eens luidop doet dromen: wat als we aan de universiteit een literatuurvak zouden aanbieden dat niet alleen openstaat voor studenten Letteren en Wijsbegeerte, maar ook voor dokters in spe, biowetenschappers, toekomstige advocaten?

De voorbeelden zijn niet willekeurig. Elders op de wereld worden er talloze cursussen gegeven met dat soort insteek: literatuur en geneeskunde, literatuur en klimaat, literatuur en recht. In mijn droomcursus worden die perspectieven gecombineerd. Gezondheid en duurzaamheid, dat hangt samen. En aan die kwesties zijn dan weer anders kwesties gekoppeld die juridisch van aard zijn, mensenrechten bijvoorbeeld.

Niet meer zo jong

Straks meer over die cursus, maar eerst iets over twee boeken die me weer deden dromen. Kort na elkaar las ik Mad About Shakespeare van de Britse literatuurwetenschapper Jonathan Bate (Sir Jonathan, intussen) en Sterven in brieven van Paul Pelckmans. Rijp werk van twee niet zo meer jonge snaken, twee boeken die liefde voor het vak ademen en dat vak ook graag nieuw leven willen inblazen.

Pelckmans doceerde decennialang Franse letterkunde en vergelijkende literatuurwetenschap aan de Universiteit Antwerpen. Bate is op zijn 64e verbonden aan de universiteit van Oxford, als ‘senior research fellow’. Pelckmans, zo leert de website van de UA, is ‘emeritus met occasionele opdracht’. Anders dan Pelckmans moet Bate niet met pensioen. In de VS is hij ook prof in Arizona, waar hij de helft van het jaar woont.

Gek van Shakespeare

Net voor zijn 65e heeft Jonathan Bate al een indrukwekkend oeuvre bijeen geschreven. Hij is de auteur van gelauwerde biografieën van (onder meer) Ted Hughes en William Wordsworth, en van een hele rist boeken over zijn grote liefde, Shakespeare. Hij is een kenner van de Romantiek én van de grootste schrijver aller tijden: zijn doctoraat ging over wat de Romantische dichters en critici te zeggen hadden over het werk van Shakespeare.

Mad About Shakespeare is een bijzonder boek: een mix van memoires en literaire analyse. Bate schrijft over leven met Shakespeare. Over hoe hij als tiener voor het eerst in contact kwam met de stukken en met opvoeringen van die stukken (met behoorlijk wat tegenzin). Over hoe hij als student letterkunde almaar enthousiaster werd over die stukken (ook omdat hij er grote acteurs als Judi Dench en Ian McKellen zag schitteren). Over hoe hij steun vond bij Shakespeare toen het leven van zijn vijfjarige dochter plots aan een zijden draadje hing.

Paul Pelckmans

Het boek van Paul Pelckmans lijkt op het eerste gezicht minder persoonlijk, maar dat is maar schijn. In Sterven in brieven probeert Pelckmans via een aandachtige lectuur van sterfbedscènes uit een aantal 18e-eeuwse Franse brievenromans een beter zicht te krijgen op veranderende opvattingen over sterfelijkheid in de Verlichting.

In de lectuur toont zich de lezer, bij Pelckmans niet minder dan bij Bate: in zijn geval is die lezer een voorzichtig zoeker die zijn kennis van het verleden met de lezer wil delen. Niet om zelf te stralen (in feite een weinig Franse houding…), maar om het publiek bij de teksten te brengen.

Geschiedenis van de dood

Sommige teksten die hij behandelt, zijn klassiekers: de Lettres persanes van Montesquieu, de Nouvelle Héloïse van Rousseau, Liaisons dangereuses van Choderlos de Laclos. Andere zijn het veel minder: Aline et Valcour van de Markies de Sade, Caliste van Belle van Zuylen, Les Malheurs de l’Inconstance van Claude-Joesph Dorat. Niemand leest ze nog, maar we mogen blij zijn dat Paul Pelckmans het wél heeft gedaan.

In de inleiding tot Sterven in brieven komt de persoonlijke insteek: Pelckmans heeft zich zijn hele carrière lang beziggehouden met de geschiedenis van de dood. Zijn eerste tekst (in een obscuur Italiaans tijdschrift) ging er al over. Het waren de jaren waarin de Franse historicus Philippe Ariès zijn eerste publicaties over de westerse opvattingen over dood en sterfelijkheid publiceerde. Pelckmans bleek meteen hooked for life.

Twee keer persoonlijk

Bate is een ander soort lezer dan Pelckmans, wellicht ook een ander soort mens. Geen drie zinnen zonder ‘ik’ bij hem, maar toch komt Mad About Shakespeare niet narcistisch over. Het is de ‘ik’ van een leermeester die zijn ervaring zonder verdere dwang voorstelt, die toont dat wat hij zegt en schrijft persoonlijk doorvoeld is. Bij Pelckmans is dat ten andere ook zo, al toont zijn ‘ik’ zich via een andere weg: afstandelijker, maar daarom niet minder persoonlijk.

Terug naar mijn droomcursus: Bate en Pelckmans mogen die wat mij betreft samen komen geven. Ik denk dat ze dat uitstekend zouden doen. Beiden geven ze aan dat hun boeken steunen op het onderwijs dat ze jarenlang gaven. Ze zijn door en door vertrouwd met hun materie, maar weten dat dat maar de helft van het verhaal is: de materie moet ook naar een publiek gebracht worden, een publiek dat uitgenodigd moet worden tot nadenken, tot meevoelen, tot ondervinden.

Een hoger goed

Zowel bij Bate als bij Pelckmans staat het lezen van literatuur in het teken van een hoger goed. Dat is weliswaar moeilijk te definiëren, maar het draait rond het ontwikkelen van een eigen perspectief dat zijn waarde moet tonen in het leiden van wat ik maar een goed leven zal noemen, een leven in waardigheid. Die waardigheid bepalen Bate en Pelckmans in de eerste plaats voor zichzelf, maar ze dragen ze ook als voorbeeld uit.

In beide boeken staat de bijzondere kracht van literatuur centraal. Andere teksten – wetenschappelijke, politieke, religieuze – zeggen ons wat we moeten weten, denken, geloven. Literaire teksten werken anders. Ze nodigen uit tot lezen met hoofd én hart, en vragen dus om onze verbeelding te gebruiken. Ze zeggen ons niet hoe de dingen zijn – zo en niet anders! – maar hoe ze kunnen zijn, voorbij een eerste, evidente uitleg.

Gerede twijfel

Verbeelding heeft iedereen nodig. Studenten Letteren en Wijsbegeerte, maar ook de dokters, advocaten en ingenieurs van de toekomst. Ook in de zogenaamd harde wetenschappen (de wetenschappen van de onweerlegbare feiten, van de bewijsvoering) is er nood aan twijfel en openheid. Bij Bate en Pelckmans is de literatuur de plaats waar het grote gelijk niet bestaat.

Hoe mooi zou het niet zijn? Een literaire cursus over ‘gerede twijfel’ voor studenten uit allerlei opleidingen (rechten, geneeskunde, wijsbegeerte, geschiedenis, psychologie…). Een cursus waarin die studenten samen aan de hand van literaire teksten spreken over de grenzen én de noodzaak van zekerheid. Mag ik alvast de leeslijst voorstellen? Hamlet (Shakespeare), Schuld en boete (Dostojevski), Middlemarch (George Eliot), Mijn lieve gunsteling (Marieke Lucas Rijneveld). Geen lessen voor het examen, wel voor het leven.

Jürgen Pieters doceert literatuurwetenschap en 'Creative criticism' aan de Universiteit Gent. Recent verschenen 'Literature and Consolation' (Edinburgh University Press) en 'Een boekje troost' (Borgerhoff & Lamberigts). Hij werkt aan een nieuw boek over lezen in contexten van zorg.

Commentaren en reacties