The Loop: de paars-groene Uplace met belastinggeld
Moet de overheid zelf shoppingcentra bouwen of de mogelijkheid creeëren voor privé-initiatieven?
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnement‘De kans dat Uplace er ooit komt, slinkt meer en meer’, stelde Bart De Wever (HLN, 23 mei 2015). Hij zei dat al bij de beslissing van de Vlaamse Regering in februari die het Gewestelijk Ruimtelijk Plan goedkeurde, maar nu haalt deze uitspraak meteen de voorpagina’s. Zou het draagvlak voor het Gentse shoppingcenter The Loop, waartegen een succesvolle crowdfunding-campagne loopt, zoveel groter zijn?
Persoonlijk heb ik het alvast helemaal niet voor shoppingcentra. Op het kleine Gent-Zuid na heb ik in mijn leven slechts 2x een shoppingcentrum (het Waasland Shoppingcentrum) bezocht: één keer om relatieproblemen te vermijden, en één keer om mijn boek te signeren in het plaatselijke filiaal van Standaard Boekhandel. Ik ben noch fan van Uplace noch van The Loop. Maar wat ik zeer frappant vind, is de verschillende behandeling door sommige partijen. Zo verzetten sp.a en Groen zich stevig tegen het privaat gefinancierde Uplace, maar pompen ze tegelijk een pak belastinggeld in de Gentse evenknie The Loop. Private investeringen moeten we toejuichen, maar is het echt nodig om als overheid te investeren in shoppingcentra?
Uplace: investeren met privaat geld
In Uplace neemt een private investeerder (Bart Verhaeghe) het risico om op eigen kosten een zwaar vervuild terrein te saneren en er iets nieuws te ontwikkelen. Het project, zowat het politieke kindje van voormalig sp.a boegbeeld Frank Vandenbroucke, werd gekozen na een schoonheidswedstrijd in 2009, toen N-VA niet in de regering zat. Indien de regering de overeenkomst (het brownfieldconvenant) zou verbreken, draait de belastingbetaler op voor een gigantische schadevergoeding van vele tientallen miljoenen euro’s. In februari werd samen met het Gewestelijk Ruimtelijk Plan (met 30% minder winkelruimte dan oorspronkelijk gepland) ook dit convenant aangepast en de schadevergoeding uit het contract gehaald. Belangrijk is dat de overheid afspraken nakomt en rechtszekerheid geeft aan ondernemers. Enkel zo kunnen we nog investeringen aantrekken en jobs creëren.
De privé-investeerder betaalt hier niet alleen de sanering van de grond en de ontwikkeling zelf, maar ook de investeringen in mobiliteit die specifiek voor dit project nodig zijn, bovenop wat reeds voorzien was in de geplande ontsluiting van de luchthaven. In totaal gaat het om 15 miljoen euro, waarvan 2 miljoen euro (4 jaar lang 500.000 euro/jaar) voor een busverbinding van de luchthaven naar het station van Vilvoorde.
Het is dan ook bijzonder laakbaar dat demagoog Paul De Grauwe in Terzake doet uitschijnen dat de overheid belastinggeld investeert in Uplace in plaats van in scholen. Het is eerder omgekeerd: door het ruimtelijk plan goed te keuren, het brownfieldconvenant te respecteren en aan te passen, vermijdt de overheid een miljoenenboete. Miljoenen die in scholen geïnvesteerd kunnen worden, in plaats van in een schadevergoeding. Bovendien ligt het risico nu volledig bij de privé-investeerder. Er is het commerciële risico: in de onmiddellijke omgeving (ook langs de Ring) plannen het Brussels Gewest (met daarin ook sp.a, CD&V, VLD en tot voor kort Groen) maar liefst twee andere shoppingcentra, namelijk Neo (op de Heizel) en Docks (onder de Van Praetbrug).
Maar er is ook het realisatierisico: als het project niet doorgaat, en spaak loopt op bijvoorbeeld de inspraakprocedures en een gebrek aan draagvlak, is dat in eerste instantie zijn probleem. En minder dat van de belastingbetaler. Al blijft het natuurlijk een groot probleem dat we in Vlaanderen steeds meer in een BANANA-republiek dreigen terecht te komen: Build Absolutely Nothing Anywhere Near Anyone. In de vorige Vlaamse Regering heeft Philippe Muyters alvast de bakens verzet om complexe investeringsprojecten sneller te laten verlopen en meer ruimte te bieden aan inspraak vooraf.
The Loop: belastinggeld investeren in een autoparking
Helemaal anders is het in Gent. Daar is het stadsbestuur al sinds 1994 op zoek naar een plek om een outletcentrum neer te poten. Eerst probeerde men dat aan de Muide, maar daar liep het project in 2008 spaak. Dan kwam The Loop in beeld, meerbepaald het stuk tussen Flanders Expo en Ikea. Het geheel kent al van het begin een sfeer van belangenvermenging en geheime deals die nooit openbaar mogen gemaakt worden onder het mom van ‘commerciële informatie’. Grondbank The Loop is voor 66% eigendom van stadsontwikkelingsbedrijf Gent (Sogent), de belastingbetaler dus. De rest is in handen van de NV Schoonmeers-Bugten, een dochter van investeerder Banimmo die samen met uitbater McArthurGlen het Designer Outlet Center wil bouwen. Er zit dus al een pak belastinggeld in.
Daarbovenop zal Sogent een parkeergarage van drie niveau’s bouwen op het terrein. Goed voor 2.046 (of 2.846?) parkeerplaatsen of 19 miljoen euro. Hiervan zullen 1.900 plaatsen voor 27 jaar in erfpacht gegeven worden aan het mobiliteitsbedrijf, opnieuw de belastingbetaler dus. Een overheid (en dan nog een groene schepen) die maar liefst 19 miljoen euro belastinggeld investeert in auto-mobiliteit naar een shoppingcenter, is al te gek voor woorden. 19 miljoen euro, dat is even veel als de totale jaarlijkse uitgaven van heel het mobiliteitsbedrijf Gent. Mocht de Vlaamse regering dat doen, rood en groen schreeuwden moord en brand. Terecht. Maar in Gent kan dat blijkbaar.
De ontsluiting van de site is trouwens allesbehalve in orde. De belastingbetaler zal ook nog mogen opdraaien voor een verlenging van de tramlijn (kostprijs: 10 miljoen euro) en voor een vierde rijstrook op de E40. In het Mobiliteitseffecten Rapport van 2005 werd al uitdrukkelijk gewaarschuwd voor ‘de enorme verkeersintensiteiten die door de geplande ontwikkelingen zullen gegenereerd worden, zelfs in de eerste fase’. Vandaag is er al stilstaand verkeer op de E40 en zelfs op de E17 bij succesvolle beurzen in Flanders Expo, of wanneer Ikea biefstuk-friet serveert aan 5 euro, en staan Pégoudlaan en R4 ook dikwijls vast.
Daar waar in Uplace privaat geld gebruikt wordt voor de investering en ontsluiting, investeert het paarsgroene bestuur in Gent zelf, met belastinggeld, in de ontwikkeling en ontsluiting. Men neemt er met belastinggeld deel in het risico van het project. Iets wat schepen Filip Watteeuw (Groen) enkele weken geleden in een debat ook bevestigde: ‘als het outlet center een succes wordt kost die parking de belastingbetaler niets’. Ik heb nooit eerder een groene schepen het ‘een succes’ horen noemen als er veel auto’s aangetrokken worden… En als het geen succes wordt, draagt de belastingbetaler het risico. Dat zou wel eens dik kunnen tegenvallen, gezien het toenemende belang van e-commerce en de terugval aan shoppingbezoekers. In Maasmechelen Village merken ze dat al: het complex draait al 13 jaar verlies. In Gent is de belastingbetaler in dat geval de pineut.
Den duvel aandoen
Daar zit dan ook het fundamentele verschil: een overheid moet investeringen faciliteren, het mogelijk maken dat private investeerders risico’s nemen met hun eigen geld en zo jobs en welvaart creëren, elkaar beconcurreren voor de beste service aan de beste prijs voor de consument. De overheid moet daarvoor het kader creëren en rechtszekerheid bieden, in het algemeen belang.
Maar het is niet aan de overheid om zelf te investeren in shoppingcentra. De overheid moet geen belastinggeld gebruiken voor een parking onder een shoppingcentrum, en moet al helemaal geen belastinggeld gebruiken om de handelaars in het centrum den duvel aan te doen.
Foto (c) www.theloop.be
Peter Dedecker is kamerlid voor de N-VA
Personen |
---|
Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.
Karianne Boer: ‘De lockdowns hebben bijgedragen aan bijna 200 maal meer kindermisbruikmateriaal.’
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.