JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Martin Hinoul, kajotter en ambassadeur van kennis

Portret

Frans Crols12/2/2014Leestijd 3 minuten

Martin Hinoul (70) wordt onder vuur genomen in zijn thuisprovincie Limburg. Hij zou directeur worden van het Limburgse reconversieproject Locate, maar dat gaat niet door omwille van administratief gehannes.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De Locate rel met Hinoul is een symptoom van een diepere kwaal, een ruzie met in het centrum minister van Innovatie Ingrid Lieten (SP.A) en de ondernemers die Limburg een tweede (na het einde van Ford Genk), of beter een derde (denk aan de mijnsluitingen), adem moeten geven. Je kan het samenvatten met het gezegde: narrow borders, narrow minds (nauwe grenzen, nauwe geesten). Minister van Innovatie Lieten draagt haar titel ten onrechte. Haar enige innovatieve vaardigheid is linten doorknippen in technologiecentra en haar figurantenrolletje als innovatietsaar is een voorbeeld van de versnippering van de economische bevoegdheden in de regering Peeters. Elke partij kreeg haar onderdeeltje.

Diplomaat-wetenschapper

De enige échte minister van Innovatie die Limburg op dit moment kan gebruiken is de Limburger Martin Hinoul. Hij heeft een indrukwekkende parcours in de VS en België/Vlaanderen gereden om die rol te kunnen opnemen. De Standaard (12 februari 2014) noemt hem terecht: ‘Invloedrijke beleidsmaker, wetenschapper en consultant op het vlak van economie, innovatie en technologe’. Hinoul was de eerste Belgische technologische ambassadeur en vervulde die functie in Silicon Valley en Washington waar hij een adressenboekje uitbouwde dat weinigen  in dit land kunnen nabootsen. Martin Hinoul is bovendien een productieve popularisator van wetenschap en technologie. Zijn achtste boek, ‘Iconen van onze Economie, Rolmodellen voor inspirerend ondernemerschap’ ruikt nog naar de drukinkt. Vijfenveertig jaar is Hinoul bedrijvig als wetenschapper, Bell-man, technologie attaché in de VSA, kabinetschef van Jaak Gabriëls en academisch ambassadeur voor de uitbouw van de kennisregio Leuven en de technologiedriehoek Leuven-Eindhoven-Aken. Zijn credo is: ‘De toekomst is aan de regio’s, de landen verminderen in belang en ook de samenwerking tussen grensstreken is een blijvende trend.’

In Maaseik begon het. Martin Hinoul is een leeftijdgenoot van de ex-bankiers Theo Peeters en Jos Daniëls, ook afkomstig van het Maasstadje. Martin Hinoul is de zoon van een werktuigkundige van de mijn André Dumont in Waterschei. Zijn vader was de perfectionistische mecanicien die de ondergrondse locomotieven onderhield. Zijn moeder was een commerçante met een winkeltje waar klompen, lampen, peperkoek, sokken, groente democratisch naast mekaar lagen. De lagere school deed Martin Hinoul bij de Fraters van Tilburg en de middelbare school aan het College van het Heilig Kruis bij de Kruisheren. Een hard en eerlijk college waar hij door de priester-leraren aangespoord werd om door te zetten, veel op te steken, alle talenten aan te spreken. Die zes jaar hebben in zijn ganse leven tot vandaag een onuitwisbare invloed nagelaten. Hij werd oneindig leergierig in het college, alles verslond hij, boeken en teksten over aardrijkskunde, Engels, Frans, literatuur, geschiedenis en tot vandaag leest Hinoul één boek per week. Zijn jeugdbeweging werd, door de familiale achtergrond, de K.A.J. van priester Cardijn. Een Kajotter was een voorbeeld in een wereld van materialisme en miserie.

Martin Hinoul koos voor de natuurkunde in Leuven. Zijn mentor werd daar professor Van Itterbeek van de vaste-stof-fysica en die had zijn natuurkunde verworven in Leiden waar Kamerlingh Onnes doceerde en Lorenz en Einstein gasthoogleraren waren geweest. Leiden was in zijn tijd het natuurkundige Mekka van Europa. Lieven Van Gerven – de natuurkundige en kosmoloog die voorzitter werd van het Davidsfonds – wilde hem later bij zich houden op het departement natuurkunde. Hinoul verkoos een toekomst bij Bell-ITT want het zuiver academische was voor zijn nieuwsgierigheid en temperament te statisch. Jo Cornu, de huidige baas van de NMBS, en Hinoul waren de eerste doctors in de wetenschappen bij Bell-ITT. De enige aanwezige doctor tot dan toe was de bedrijfsarts. Dertig jaar geleden werd Hinoul de eerste technologie attaché (1983); een idee van toenmalig minister van Buitenlandse Zaken, Leo Tindemans. Hij wilde kenniswaarnemers in de VSA, Japan en Duitsland en zocht diplomatieke medewerkers die wetenschappelijk sterk waren, de industrie kenden en aanleg hadden als waarnemer. Telkens Hinoul passeerde langs Buitenlandse Zaken in Brussel kreeg hij te horen dat hij te veel deed voor Vlaanderen en te weinig voor Wallonië maar zo lagen en liggen de kaarten in de technologie en voor de vestigingsplaatsen. Flanders Investment and Trade is een kind van de jarenlange ervaring van Hinoul in de VSA. Het was kunstmatig om de uitvoerpromotie en de werving van investeringen voor Vlaanderen rigoureus van mekaar te scheiden. Vandaar.

Een gemiste kans voor Limburg. 

Frans Crols was hoofdredacteur en directeur van het economisch magazine Trends en na zijn 65 werd hij vrije pen van ’t Pallieterke, Tertio en Doorbraak.

Commentaren en reacties